ECLI:NL:RBAMS:2024:7

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/13/742959 / HA ZA 23-1081
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen wegens onvoldoende onderbouwing van hoofdelijke aansprakelijkheid van groepsvennootschappen

In deze zaak heeft Digihero B.V. een vordering ingesteld tegen meerdere besloten vennootschappen, die alle in staat van faillissement zijn verklaard. Digihero vorderde een hoofdelijke veroordeling tot betaling van een bedrag van € 25.000, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De rechtbank Amsterdam heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de vordering onvoldoende was onderbouwd. Digihero had niet duidelijk gemaakt waarom de verschillende vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zouden zijn voor elkaars schulden. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de vennootschappen dezelfde bestuurder hebben, niet voldoende is om hoofdelijkheid te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de vorderingen van Digihero afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gedaagden zijn vastgesteld op € 766,00 aan salaris advocaat, met een toewijzing van nakosten. Het vonnis is uitgesproken op 3 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/742959 / HA ZA 23-1081
Vonnis van 3 januari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
Digihero B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
eisende partij,
advocaat: mr. M. Bitter te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschappen
1.
[gedaagde 1] B.V., geschorst op grond van artikel 29 Faillissementswet,
2.
[gedaagde 2] B.V., geschorst op grond van artikel 29 Faillissementswet,
3.
[gedaagde 3] B.V.,
4.
[gedaagde 4] B.V., geschorst op grond van artikel 29 Faillissementswet,
5.
[gedaagde 5] B.V.,
6.
[gedaagde 6] B.V.,
7.
[gedaagde 7] B.V.,
alle gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gedaagde partijen,
advocaat: voorheen mr. Y. Ersoy te Amsterdam (onttrokken),
hierna samen te noemen: [gedaagden]

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 december 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord van 14 maart 2023;
- de rolmededeling van de kantonrechter van 28 maart 2023 dat deze voornemens is zich onbevoegd te verklaren tenzij Digihero uitdrukkelijk afstand doet van haar vordering boven het bedrag van € 25.000;
- de akte uitlating van Digihero van 11 april 2023, waarin deze geen afstand doet van haar vordering boven het bedrag van € 25.000 en verwijzing verzoekt naar de kamer voor civiel recht in deze rechtbank;
- het tussenvonnis van de kantonrechter van 9 mei 2023, waarbij de zaak naar de kamer voor civiel recht in deze rechtbank is verwezen;
- de brief van 12 mei 2023 van mr. Y. Ersoy, waarin deze zich onttrekt als advocaat van [gedaagden] ;
- het exploit van 20 november 2023 waarmee gedaagden onder 3, 6 en 7 zijn opgeroepen bij advocaat in deze procedure te verschijnen;
- het exploit van 23 november 2023 waarmee gedaagde onder 5 is opgeroepen bij advocaat in deze procedure te verschijnen.
1.2
Op 23 mei 2023 zijn gedaagden onder 1, 2 en 4 in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. J.A. Camphuis tot curator. Deze heeft om schorsing van de procedure verzocht. Gedaagden zijn niet bij advocaat in de procedure verschenen.
1.3
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Digihero biedt digitale diensten aan voor telefonie en electronische betaling.
2.2
De heer [gedaagde 7] is middellijk of onmiddellijk de bestuurder van elk van de vennootschappen [gedaagden]
2.3
hebben diensten van Digihero afgenomen, maar een aantal facturen onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1
Digihero vordert een hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van € 25.000,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 46.835,24 vanaf 15 december 2022 en met de proceskosten, inclusief de nakosten.
3.2
[gedaagden] voeren verweer. Zij betwisten dat sprake is van een rechtsgeldige overeenkomst. Zij voeren aan dat [gedaagde 7] onvoldoende kan lezen en schrijven, dat hij de Nederlandse taal onvoldoende machtig is, dat hij alleen mondeling met een proefperiode akkoord is gegaan, dat de dienstverlening gebrekkig was en dat hij nooit een definitieve overeenkomst is aangegaan. Zij betwisten dat [gedaagde 7] de overgelegde contracten heeft ondertekend. Namen, tijdstippen, data en handtekening kloppen volgens hen niet.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
De rechtbank oordeelt dat Digihero haar vordering onvoldoende heeft toegelicht.
4.2
Digihero vordert dat [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag dat alle vennootschappen samen minimaal verschuldigd zouden zijn. In de dagvaarding is alleen het totaalbedrag van € 46.835,24 gepecificeerd, maar niet welke vennootschap welk bedrag verschuldigd is. Ook in de verstuurde aanmaningen is van elke vennootschap het gehele totaalbedrag geëist.
4.3
Digihero heeft niet duidelijk gemaakt waarom de vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zouden zijn voor elkaars schulden. Dat zij uiteindelijk dezelfde bestuurder hebben volstaat daarvoor niet. Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft met een natuurlijk persoon gelijk en is zelfstandig drager van rechten en verplichtingen.
4.4
Reeds hierop strandt de vordering van Digihero. Het verweer van [gedaagden] behoeft verder geen bespreking.
4.5
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank de vorderingen zal afwijzen. Digihero is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagden] vastgesteld op € 766,00 aan salaris advocaat.
4.6
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1
wijst de vorderingen van Digihero af;
5.2
veroordeelt Digihero in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot dit vonnis vastgesteld op € 766,00 aan salaris advocaat;
5.3
veroordeelt Digihero in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat en vermeerderd met € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten als Digihero niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis vervolgens is betekend;
5.4
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2024.