In deze zaak heeft Digihero B.V. een vordering ingesteld tegen meerdere besloten vennootschappen, die alle in staat van faillissement zijn verklaard. Digihero vorderde een hoofdelijke veroordeling tot betaling van een bedrag van € 25.000, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De rechtbank Amsterdam heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de vordering onvoldoende was onderbouwd. Digihero had niet duidelijk gemaakt waarom de verschillende vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zouden zijn voor elkaars schulden. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de vennootschappen dezelfde bestuurder hebben, niet voldoende is om hoofdelijkheid te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de vorderingen van Digihero afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gedaagden zijn vastgesteld op € 766,00 aan salaris advocaat, met een toewijzing van nakosten. Het vonnis is uitgesproken op 3 januari 2024.