Uitspraak
1.De procedure
2.Gronden van de beslissing
5.Gebruikersvoorschriften(..)
7.Aansprakelijkheid
8.Niet-nakoming
3.De beslissing
3 december 2024 te 10.00 uurvoor het nemen van een akte door eisende partij als hiervoor is overwogen onder 2.18;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 november 2024 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Q-Park heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die volgens Q-Park een (parkeer)overeenkomst heeft geschonden door 'treintje te rijden' en daardoor schade heeft veroorzaakt. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of de bedingen in de algemene voorwaarden van Q-Park oneerlijk zijn in de zin van de Richtlijn 93/13/EG.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de artikelen in de algemene voorwaarden, die betrekking hebben op de schadevergoeding en het tarief voor een verloren parkeerbewijs, mogelijk oneerlijk zijn. Dit is gebaseerd op de mogelijkheid van dubbele vergoedingen en de onduidelijkheid in de formuleringen van de voorwaarden. De rechter heeft Q-Park de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de geconstateerde oneerlijkheid van de bedingen en de gevolgen daarvan. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling, waarbij Q-Park verplicht is om een akte met toelichting en eventuele onderbouwing aan de gedaagde partij te sturen.
De beslissing van de kantonrechter is voorlopig en verdere beslissingen worden aangehouden in afwachting van de reactie van Q-Park. De zaak zal op 3 december 2024 opnieuw worden behandeld.