ECLI:NL:RBAMS:2024:6975
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van Eye Filmmuseum voor ongeval zzp’er
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een zzp’er die werkzaam was voor het Eye Filmmuseum. De verzoekster, die haar pink verbrijzelde tijdens een val in het klaslokaal, verzocht de rechtbank om Eye en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Allianz Benelux N.V. aansprakelijk te stellen voor de schade die zij had geleden als gevolg van het ongeval. De verzoekster stelde dat Eye als haar opdrachtgever op grond van artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijk was voor de gevolgen van het ongeval, omdat zij niet had gezorgd voor een veilige werkomgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster op 1 april 2022 tijdens haar werkzaamheden is gevallen doordat zij met haar voet achter een poot van een zitbank bleef haken. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de inrichting van het lokaal en de verantwoordelijkheden van de verzoekster als zelfstandige. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een evidente gevaarlijke situatie en dat Eye niet aansprakelijk kon worden gehouden voor het ongeval. De verzoeken van de verzoekster zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij partijen elk hun eigen kosten dragen.