In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de weigering van haar aanvragen voor een parkeervergunning voor emissieloze brommobielen. Eiseres had op 2 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een parkeervergunning op een adres in Amsterdam. Het college van burgemeester en wethouders weigerde deze aanvraag op 14 januari 2023, omdat het adres buiten de vergunninggebieden van het betaald parkeren valt. Eiseres diende op 23 januari 2023 een tweede aanvraag in, die op 4 februari 2023 opnieuw werd geweigerd. Eiseres maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het college bleef bij de weigering. Eiseres stelde beroep in tegen het bestreden besluit, waarop het college reageerde met een verweerschrift. De rechtbank behandelde de zaak op 15 oktober 2024.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht de aanvragen heeft geweigerd. Volgens de regeling kan een stadsbrede parkeervergunning alleen worden verleend aan bewoners van adressen binnen vergunninggebieden. Eiseres is weliswaar bewoner van een adres, maar dit adres ligt niet in een vergunninggebied. De rechtbank stelt vast dat de regeling bewust is ontworpen om vergunningen alleen in vergunninggebieden te verlenen, en dat de argumenten van eiseres niet kunnen leiden tot een andere conclusie. Eiseres voerde ook aan dat de weigering in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van gelijke gevallen, aangezien het adres van eiseres niet in een vergunninggebied ligt.
Eiseres verzocht ook om schadevergoeding, maar de rechtbank wijst dit verzoek af, omdat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.