Op 6 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen CBRE DRES Custodian I B.V. en Asian Pacific Energy Corporation Ltd. De zaak betreft een verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van een woning vanwege huurachterstand en het betalingsgedrag van de verwerende partij, APEC. CBRE, vertegenwoordigd door mr. E.L.B. Hundscheidt, heeft tijdens de mondelinge behandeling haar eis gewijzigd en vorderde betaling van een huurachterstand van € 7.326,14, buitengerechtelijke incassokosten van € 391,63 en wettelijke handelsrente van € 3.007,54. APEC heeft erkend dat deze bedragen verschuldigd zijn, wat leidde tot de vaststelling van een huurachterstand van drie maanden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat APEC tekort is gekomen in de nakoming van de huurovereenkomst door het niet tijdig betalen van de huur. De rechter heeft ook rekening gehouden met het betalingsgedrag van APEC in het verleden, waarbij eerder al verschillende procedures zijn gevoerd over huurachterstanden. Gezien de hoogte van de huurachterstand, die bij aanvang van de procedure meer dan € 30.000 bedroeg, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. APEC is veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis.
Daarnaast is APEC veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen en de proceskosten, die zijn begroot op € 2.702,42. De rechter heeft bepaald dat de veroordelingen uitvoerbaar zijn bij voorraad, wat betekent dat CBRE direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, indien APEC niet tijdig aan de veroordelingen voldoet.