Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
:
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 september 2024 een beschikking gegeven in het kader van een vordering tot onttrekking aan het verkeer van een personenauto, een Volkswagen Up, die in beslag was genomen. De vordering was ingediend door de officier van justitie op basis van artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat in de kofferbak van de auto een verborgen ruimte was aangetroffen, waarin een aanzienlijk bedrag aan contant geld was verstopt. De belanghebbende, die niet in raadkamer verscheen, was eerder veroordeeld voor witwassen van dit geldbedrag. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd was met het algemeen belang, gezien de connectie met het strafbare feit. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie toegewezen en de auto onttrokken aan het verkeer. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open voor zowel de belanghebbende als het Openbaar Ministerie.