ECLI:NL:RBAMS:2024:6771

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
C/13/758418 / KG ZA 24-878
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitschrijving van woonadres en contactverbod in kort geding na beëindiging van affectieve relatie met psychische problematiek

In deze zaak vordert de vrouw in kort geding dat de man zich uitschrijft van haar woonadres en dat er straat- en contactverboden worden opgelegd. De vrouw en de man hebben van december 2018 tot augustus 2024 een affectieve relatie gehad en zijn ouders van twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft de relatie beëindigd en de man heeft een geschiedenis van psychische problemen, waaronder psychoses en een bipolaire stoornis. Na de beëindiging van de relatie heeft de man zich herhaaldelijk ongewenst bij de woning van de vrouw vertoond, wat heeft geleid tot verbale en fysieke conflicten. De vrouw voelt zich onveilig en vreest voor haar en de kinderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De man wordt veroordeeld om zich binnen een week uit te schrijven van het adres van de vrouw, en er worden voor zes maanden straat- en contactverboden opgelegd. De voorzieningenrechter stelt dat de belangen van de vrouw en de kinderen zwaarder wegen dan de bewegingsvrijheid van de man. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/758418 / KG ZA 24-878 MDvH/MAH
Vonnis in kort geding van 6 november 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 23 oktober 2024,
advocaat mr. M. Rikken te Laren,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. E. Stam te Heerhugowaard.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 30 oktober 2024 waren partijen met hun advocaten aanwezig. Namens de vrouw is de dagvaarding toegelicht en namens gedaagde is verweer gevoerd. De vrouw heeft producties ingediend.
Tenslotte is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben van december 2018 tot augustus 2024 een affectieve relatie gehad en zijn de ouders van:
  • [minderjarige 1] , geboren [geboortedatum 1] 2021, en
  • [minderjarige 2] , geboren [geboortedatum 2] 2024.
2.2.
Partijen woonden samen met hun kinderen in de woning aan de [adres 1] (de woning), die eigendom is van de vrouw.
2.3.
De vrouw heeft de relatie onlangs beëindigd en partijen wonen niet meer samen. De man is medio september 2024 met een crisismachtiging Wvggz vijf dagen in kliniek GGZ Centraal in Hilversum opgenomen geweest. Het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de crisismachtiging is door de rechtbank Midden-Nederland op 18 september 2024 afgewezen. Sindsdien woont de man bij zijn moeder in [woonplaats 2] .
2.4.
Op 26, 27, 29 september en 3 oktober 2024 is de man onverwacht bij (en op 27 september in) de woning verschenen. Hij wilde zijn kinderen zien en heeft een aantal keer tegen de zin van de vrouw de huissleutel bemachtigd. Er vonden verbale en fysieke schermutselingen plaats tussen partijen, deels in het bijzijn van de kinderen. Daarvan heeft de vrouw aangifte gedaan.
2.5.
Bij brief van 2 oktober 2024 van de advocaat van de vrouw aan mr. Hira (de toenmalige juridische adviseur van de man) is de man verzocht om zich binnen een week uit te schrijven op het woonadres van de woning. In die brief is verder onder meer aangekondigd dat de vrouw een concept ouderschapsplan zal opstellen. Mr. Hira heeft niet inhoudelijk gereageerd op deze brief.
2.6.
Op vrijdag 18 oktober 2024 heeft de vrouw een airtag gevonden in haar auto op de achterbank in de gleuf van de kinderstoel. De route van een airtag kan op afstand worden gevolgd. Aan het serienummer van de airtag was een telefoonnummer gekoppeld. De laatste 4 cijfers zijn de cijfers van het telefoonnummer van de man.
2.7.
Eveneens op 18 oktober 2024 heeft er een heftige woordenwisseling tussen partijen plaatsgevonden toen de vrouw de kinderen kwam ophalen bij het kinderdagverblijf (kdv).
2.8.
Op 21 oktober 2024 is er in opdracht van de man een slotenmaker bij de woning van de vrouw verschenen om de sloten te vervangen. De vrouw heeft hier geen toestemming voor gegeven, waarna de slotenmaker onverrichter zake is vertrokken. De vrouw heeft melding gedaan bij de politie en Veilig Thuis.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert, samengevat, de man:
I. te veroordelen zich uit te schrijven op het woonadres van de woning,
II. een straatverbod voor twee jaar op te leggen in een straal van 1 km rond de woning, op straffe van dwangsommen,
III. een straatverbod voor twee jaar op te leggen voor de straat van het kdv, op straffe van dwangsommen,
IV. een contactverbod met moeder en kinderen op te leggen voor één jaar, op straffe van dwangsommen,
V. te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Zij stelt daartoe het volgende. In 2013 en 2020 heeft de man een psychose gehad. Na de psychose in 2020 is hij enige tijd gestopt met blowen en slikte hij medicatie. Hieraan voorafgaand is de man met een bipolaire stoornis c.q. manisch-depressieve stoornis gediagnosticeerd. Door de medicatie bleef de toestand stabiel en ging het - naar omstandigheden - goed met de man.
Toen partijen in 2023 met vakantie op Bali waren, zag de vrouw de man blowen. Zij werd hier boos over omdat zij wist dat blowen psychoses bij de man (kan) veroorzaken. Het leidde tot wat geduw en getrek en blauwe plekken op de benen van de vrouw, terwijl de vrouw de joint van de man probeerde af te pakken.
In augustus 2024 zijn partijen met de zus van de man en haar partner plus alle wederzijdse kinderen een week naar een vakantiehuisje in Drenthe geweest. Na een familieruzie daar is de man weer gaan blowen, werd manisch, sliep nauwelijks, nam geen medicatie, was boos en warrig en werd achterdochtig. De vrouw werd bang voor de man.
De vrouw heeft de relatie vervolgens beëindigd omdat de man te kennen heeft gegeven ondanks de negatieve gevolgen niet bereid te zijn te stoppen met blowen. Hij weigert medicatie te nemen, aanvaardt geen medische hulp en weigert in therapie te gaan.
De man staat bijna dagelijks onaangekondigd voor haar deur op late tijdstippen; hij vraagt dan of de vrouw de deur wil opendoen maar dat doet zij niet. Zij voelt zich niet veilig in haar eigen huis en vreest dat de man haar en/of de kinderen wat aandoet. Hij gebruikt (nog steeds) drugs met als gevolg stemmingswisselingen, verwardheid en psychoses.
De man heeft, nu de relatie is beëindigd en de vrouw enig eigenaar van de woning is alwaar zij met de kinderen woont, geen recht om nog in de woning te verblijven en/of om op dat adres ingeschreven te staan. Zij wil dat hij zich zo spoedig mogelijk uitschrijft en zijn persoonlijke eigendommen laat ophalen.
De vrouw kan niet inschatten wat de man wil en waartoe hij in staat is. Zij vreest dat hij haar blijft bezoeken en achtervolgen. Zij wil niet dat de man haar en de kinderen op haar woonadres en het kinderdagverblijf komt bezoeken. Dit om incidenten en/of escalatie te voorkomen. Zij wenst ook geen (direct) contact meer met de man. Zij begrijpt dat hij de kinderen wil zien. De mogelijkheden hiertoe zullen eerst met de nodige hulpverlening, Veilig Thuis en/of via het wijkteam van de Gemeente [woonplaats 1] moeten worden onderzocht.
3.3.
De man voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vorderingen.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de relatie beëindigd is en dat beide partijen dit, hoe jammer ook, zullen moeten accepteren. De woning is eigendom van de vrouw. De man mag daar alleen komen in goed overleg met haar. Dat lijkt op dit moment niet te lukken.
I. Uitschrijven woning
4.3.
De vrouw wenst dat hij zich laat uitschrijven op haar adres. De man kan op het adres niet ingeschreven blijven staan zonder toestemming van de vrouw. Dit betekent dat vordering I zal worden toegewezen. Nu de man aan eerdere verzoeken van de vrouw geen gevolg heeft gegeven, zal aan de veroordeling een dwangsom worden verbonden, zoals de vrouw vraagt.
II. Gebiedsverbod rond woning
4.4.
Contact- en gebiedsverboden vormen een inbreuk op het aan een ieder toekomend recht om vrijelijk te communiceren en zich vrijelijk te verplaatsen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.5.
Voldoende aannemelijk is dat de man nadat de relatie was beëindigd herhaaldelijk onverwacht voor de deur van de woning is verschenen, tegen de zin van de vrouw de huissleutels heeft bemachtigd en haar verbaal en fysiek heeft bedreigd en haar ook letsel heeft toegebracht. De man ontkent weliswaar dat hij tijdens de conflicten met de vrouw fysiek is geworden, maar dat is ongeloofwaardig gelet op de gedetailleerde en consistente verklaringen van de vrouw tegenover de politie en op de zitting hierover.
4.6.
Meer in het bijzonder over het incident op 3 oktober 2024 verklaart de vrouw als volgt. De man heeft haar beetgepakt, over de stenen de tuin ingetrokken en haar toen geprobeerd te wurgen. De vrouw was totaal in paniek en voelde pijn aan haar arm en benen. De oudste dochter (drie jaar) van partijen was inmiddels naar buiten gekomen en zag wat er gebeurde. De buren kwamen af op het gegil en namen de dochter mee, de jongste dochter van partijen sliep. Vervolgens heeft de man toen nog een sigarettenpeuk op de arm van de vrouw uitgedrukt. Hierna heeft de vrouw direct de politie gebeld. De politie kwam direct ter plaatse en adviseerde om aangifte te doen.
4.7.
Deze verklaring vind steun in de door de vrouw overgelegde aangifte inclusief foto's van haar letsel. Ook met betrekking tot de andere door de vrouw gemelde incidenten van ongewenst en onberekenbaar gedrag van de man heeft de voorzieningenrechter geen reden om aan de verklaringen van de vrouw te twijfelen.
4.8.
De stelling van de vrouw dat de man nog altijd blowt (naar zijn zeggen als “medicatie tegen nerveusheid en slaapproblemen”) en niet van plan is daarmee te stoppen, wordt gesteund door de schriftelijke verklaring van de zus van de man en een Whatsapp-conversatie tussen partijen. Gelet op zijn geschiedenis van psychoses die werden uitgelokt door blowen, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat er een aanzienlijke kans is dat de man weer in een crisis belandt nu hij blijft blowen. Daarbij is in aanmerking genomen dat voor hem eerder een crisismachtiging is verleend en dat er wel wat aan de hand moet zijn voordat dat gebeurt.
4.9.
Verder heeft de man op de zitting erkend dat hij een airtag (door zijn driejarige dochter) heeft laten plaatsen in de auto van de vrouw en dat hij een slotenmaker naar de woning heeft gestuurd om de sloten te laten vervangen.
4.10.
Al met al is het begrijpelijk dat de vrouw bang is voor de man. Bovendien vond een aantal van de verbale en fysieke conflicten tussen partijen plaats in het bijzijn van de (nog zeer jonge) kinderen, hetgeen uiteraard niet goed voor hen is. Het belang van de vrouw en de kinderen om voorlopig van de ongewenste bezoeken van de man gevrijwaard te blijven weegt zwaarder dan het belang van de man om zich vrij te kunnen bewegen. Dit geldt temeer nu de man, zoals ter zitting is besproken, verder (bijvoorbeeld voor werk) geen reden of noodzaak heeft om in de buurt van de woning te komen. Om de rust te laten weerkeren zal daarom voor zes maanden een gebiedsverbod rond de woning worden uitgesproken. De voorzieningenrechter vertrouwt erop dat deze afkoelingsperiode voldoende is. Via de advocaten van partijen kunnen afspraken worden gemaakt over het laten ophalen van de spullen van de man die nog in de woning zijn. De grenzen van het verboden gebied zijn besproken ter zitting en zijn op de plattegrond hieronder (in het oranje) ingetekend.
4.11.
Het is verwarrend voor de kinderen als de man steeds onverwacht opduikt bij het kinderdagverblijf en het is schadelijk voor hen als er dan conflicten tussen partijen ontstaan. Dat dit weer gebeurt is voldoende aannemelijk. De man mag daarom voorlopig niet in de buurt komen van het kinderdagverblijf van de kinderen aan het [adres 2] . Ook dit verbod zal gelden voor zes maanden. Het verboden gebied is aangegeven op de volgende plattegrond (in het oranje).
4.12.
Hetgeen de afgelopen periode is voorgevallen vormt voldoende aanleiding om ook het gevorderde contactverbod op te leggen, eveneens voor zes maanden. Partijen kunnen in die periode, samen met hulpverlening en/of advocaten, in het belang van de kinderen werken aan normalisering van het contact tussen partijen en aan een omgangsregeling tussen vader en kinderen. Ook de vrouw ziet het belang in van contact tussen de man en de kinderen, maar zij wil begrijpelijkerwijs dat het veilig is. Wellicht kan een omgangsregeling worden opgebouwd met behulp van de wederzijdse vrienden die de vrouw ter zitting noemde.
Dwangsommen en proceskosten
4.13.
De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt zoals vermeld in de beslissing.
4.14.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de man zich binnen een week na betekening van dit vonnis uit te schrijven van het adres [adres 1] , op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat hij dit nalaat, met een maximum van € 5.000,00,
5.2.
verbiedt de man om gedurende een periode van zes maanden na betekening van het vonnis zich te bevinden in het gebied in [woonplaats 1] begrensd door de [locaties 1] , met inbegrip van die straten, een en ander zoals aangegeven op de onder 4.10 weergegeven plattegrond, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00,
5.3.
verbiedt de man om gedurende een periode van zes maanden na betekening van het vonnis zich te bevinden in het gebied in [plaats] begrensd door het [locaties 2] en de sloot/vijver, met inbegrip van die straten en van het water, een en ander zoals aangegeven op de onder 4.11 weergegeven plattegrond, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00,
5.4.
verbiedt de man gedurende een periode van zes maanden na betekening van het vonnis persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met de vrouw en/of de kinderen, met dien verstande dat de man wel contact mag opnemen via zijn advocaat, Veilig Thuis of het wijkteam van de Gemeente [woonplaats 1] of een soortgelijke door partijen ingeschakelde hulpverlenende instantie, een en ander op straffe van een dwangsom van € 200,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MAH