ECLI:NL:RBAMS:2024:6766
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake voorlopige hechtenis en kennelijke misslag in vonnis
Op 8 oktober 2024 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Amsterdam een herstelvonnis gewezen in de strafzaken met de parketnummers 13/187996-24, 13/025417-24, 13/042152-24 en 13/251956-23. Dit herstelvonnis is noodzakelijk geworden na het constateren van een kennelijke misslag in het eerder gewezen vonnis van 2 oktober 2024. In dat vonnis was ten onrechte vermeld dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis pas ingaat op het moment dat de duur van de voorlopige hechtenis gelijk is aan de duur van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf. Dit herstelvonnis corrigeert deze fout en verduidelijkt de juiste gang van zaken met betrekking tot de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft in dit herstelvonnis de feiten en omstandigheden rondom de verdachte, geboren in 1980 en momenteel gedetineerd, in overweging genomen. De rechtbank benadrukt dat de juiste procedure gevolgd moet worden en dat de rechten van de verdachte gewaarborgd moeten blijven. Het herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met de griffier die buiten staat is om het document mede te ondertekenen. Dit benadrukt de zorgvuldigheid en de noodzaak van correcte juridische procedures in het strafrecht.