Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[naam V.O.F. 1] ,
2.
TYLE B.V.,
3.
SOLUENTIA B.V.,
4.
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
1.De zaak in het kort
non-concurrentiebeding opgenomen inclusief boetebeding in geval van schending. In deze procedure verwijt IFH gedaagde dat zij het non-concurrentiebeding heeft geschonden. IFH vordert betaling van de boete.
2. De procedure
- de conclusie van antwoord van gedaagden 1 tot en met 5 met producties 1-7,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 6] met producties 1-3,
- het incidenteel vonnis van 27 maart 2024 en herstelvonnis van 10 april 2024, waarin het [gedaagde 6] wordt toegestaan om gedaagden 1 tot en met 5 in vrijwaring op te roepen,
- de akte aanvullende producties 8-12 van gedaagden 1 tot en met 5,
- de akte aanvullende producties 14-24 van IFH,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 september 2024 en de daarin genoemde stukken,
3.Wat vooraf ging aan deze procedure
4.De beoordeling
Hoofdelijke veroordeling