ECLI:NL:RBAMS:2024:6561

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/756244 / KG ZA 24-760
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van bescheiden in kort geding met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en continuïteitsverplichtingen

In deze zaak vorderen vier ziekenhuizen, te weten Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam, Stichting Sint Maartenskliniek, Stichting ZorgSaam Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen en Stichting Reinier de Graaf Groep, in kort geding afschrift van bescheiden van de curator van Pharmafilter B.V. en Pharmafilter Nederland B.V. De ziekenhuizen stellen dat zij rechtmatig belang hebben bij de afgifte van deze bescheiden, omdat Pharmafilter en de curator onrechtmatig hebben gehandeld en Pharmafilter tekort is geschoten in de nakoming van continuïteitsverplichtingen. De vordering is gebaseerd op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De curator heeft verweer gevoerd en betwist dat aan de vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat de ziekenhuizen voldoende rechtmatig belang hebben bij de afgifte van de bescheiden en dat de curator deze moet verstrekken. De ziekenhuizen worden ook veroordeeld om de kosten van de curator te vergoeden. De vordering van [gedaagde 2] wordt afgewezen, omdat de curator wordt veroordeeld tot afgifte van de bescheiden. Dit vonnis is gewezen op 25 oktober 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/756244 / KG ZA 24-760 MdV/TF
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2024
in de zaak van
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
ERASMUS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ROTTERDAM,
gevestigd te Rotterdam,
2. de stichting
STICHTING SINT MAARTENSKLINIEK,
gevestigd te Nijmegen,
3. de stichting
STICHTING ZORGSAAM ZORGGROEP ZEEUWS-VLAANDEREN,
gevestigd te Terneuzen,
4. de stichting
STICHTING REINIER DE GRAAF GROEP,
gevestigd te Delft,
eiseressen,
advocaten mr. S.R. Effting en mr. J. Lubbers te Arnhem,
tegen
[gedaagde 1]
in hoedanigheid van CURATOR van PHARMAFILTER B.V. en PHARMAFILTER NEDERLAND B.V.,
kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, vrijwillig verschenen,
advocaat mr. Z. Zoetmulder te Amsterdam,
en
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
tussengekomen en gevoegde partij,
advocaten mr. E.J. Bijleveld en mr. F.N. Jansen te Utrecht.
Eiseressen worden hierna gezamenlijk de ziekenhuizen genoemd en afzonderlijk Erasmus MC, SMK, ZorgSaam en RdGG. Gedaagde en de tussengekomen/gevoegde partij zullen hierna worden aangeduid als respectievelijk de curator en [gedaagde 2] .

1.De procedure

1.1.
Op 8 oktober 2024 heeft [gedaagde 2] een incidentele conclusie tot tussenkomst, alsmede voeging aan de zijde van de curator, ingediend. Op de zitting van 11 oktober 2024 is [gedaagde 2] toegestaan om tussen te komen en zich te voegen, nu de vordering aan de daaraan te stellen eisen voldoet en de ziekenhuizen en de curator daartegen geen bezwaar hadden.
1.2.
Op de zitting hebben de ziekenhuizen de vorderingen zoals omschreven in de concept-dagvaarding toegelicht. De curator heeft verweer gevoerd. [gedaagde 2] heeft eveneens verweer gevoerd en eigen vorderingen tegen de curator geformuleerd, zoals hierna vermeld. De ziekenhuizen en de curator hebben producties ingediend en alle partijen een pleitnota. Vonnis is bepaald op vandaag.
1.3.
Ter zitting waren, voor zover van belang, aanwezig:
aan de kant van de ziekenhuizen: [naam 1] (afdelingsmanager RdGG) met mr. Effting en mr. Lubbers;
aan de kant van de curator: de curator (via een videoverbinding) met mr. Zoetmulder:
aan de kant van [gedaagde 2] : mr. Bijleveld en mr. Jansen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 2] is per 1 januari 2022 aangetreden als (middellijk) bestuurder van Pharmafilter B.V. en Pharmafilter Nederland B.V. (hierna gezamenlijk: Pharmafilter).
2.2.
De (individuele) ziekenhuizen enerzijds en Pharmafilter anderzijds hebben de afgelopen jaren overeenkomsten gesloten voor de aankoop, het beheer en het onderhoud van het door Pharmafilter ontwikkelde Pharmafiltersysteem (hierna: het Systeem). Het Systeem is bedoeld om (medisch) afval te vermalen en afvalwater (voor hergebruik) te zuiveren. Pharmafilter heeft voor elk individueel Systeem besturingssoftware (firmware) ontwikkeld. Verder wordt het Systeem beheerd/aangestuurd door software die op een centrale server van Pharmafilter draait. De hardware en software vergen regelmatig onderhoud. De software dient door Pharmafilter voortdurend beschikbaar te worden gesteld en gehouden (
hosting).
2.3.
Bij het aangaan van de overeenkomsten was Pharmafilter de houder van de intellectuele eigendomsrechten (bestaande uit diverse octrooien) op het Systeem en de bijbehorende software.
2.4.
In de diverse overeenkomsten staan onder andere de volgende artikelen:
de overeenkomst Pharmafilter - Erasmus MC
de overeenkomst met Pharmafilter - ZorgSaam
de overeenkomst Pharmafilter - SMK
de overeenkomst Pharmafilter - RdGG
Daarnaast zijn in diverse escrow-overeenkomsten de genoemde continuïteitsverplichtingen uitgewerkt.
2.5.
Op enig moment heeft Pharmafilter haar IE-rechten op het Systeem overgedragen aan de op 31 december 2021 opgerichte Stichting IP & Know How Pharmafilter (hierna de Stichting IP).
2.6.
In het voorjaar/de zomer van 2023 hebben Pharmafilter en de ziekenhuizen gesproken over aanpassing van de overeengekomen prijzen, omdat de vergoedingen voor het Systeem volgens Pharmafilter niet kostendekkend waren.
2.7.
Erasmus MC heeft op 16 oktober 2023 aan Pharmafilter een addendum voorgesteld op de door haar met Pharmafilter gesloten overeenkomst voor het Systeem, omdat deze overeenkomst niet voorzag in een bestendige licentie. Pharmafilter heeft op dezelfde dag aan Erasmus MC geschreven dat dit onmogelijk was omdat de IE-rechten waren overgedragen aan Stichting IP. Bij e-mail van 18 oktober 2023 heeft [naam 2] , voorzitter van Stichting IP, aan Pharmafilter en Erasmus MC voor zover van belang het volgende geschreven:
“(…) Dank voor toezending van een ontwerp-addendum. Ik ben bang dat dit addendum niet het gewenste resultaat zal sorteren. Immers, bij de overdracht van de IP etc. aan de Stichting is bepaald dat in geval van faillissement van Pharmafilter, de bij die overdracht verleende licentie komt te vervallen. (…)”
2.8.
Eind oktober 2023 heeft Pharmafilter aangekondigd dat zij haar faillissement had aangevraagd. Op 31 oktober 2023 en 2 november 2023 is het faillissement uitgesproken van respectievelijk Pharmafilter B.V. en Pharmafilter Nederland B.V., met benoeming van de curator als zodanig.
2.9.
De ziekenhuizen hebben vervolgens de curator verzocht om de onder 2.2 vermelde overeenkomsten gestand te blijven doen. Bij e-mail van 10 november 2023 is namens de curator aan de advocaat van de ziekenhuizen – samengevat – meegedeeld dat het ernaar uitziet dat het Systeem van Pharmafilter is overgedragen aan een stichting. Verder staat in de e-mail voor zover van belang het volgende:
“(…)Aangezien de curator dit nog in onderzoek heeft, zal genoemde stichting betrokken dienen te worden ten aanzien van het beheer en onderhoud aan de installaties ná de periode van 4 weken. Met andere woorden, afspraken over onderhoud en service over de periode na het staken van de voornoemde activiteiten kunnen derhalve (nog) niet worden gemaakt. (…)”
2.10.
Mede door de inspanningen van de curator is het reguliere beheer en onderhoud van het Systeem in de ziekenhuizen tot en met 10 december 2023 voortgezet.
2.11.
Intussen zijn de ziekenhuizen in gesprek gegaan met een vertegenwoordiger van de Ierse vennootschap Pharmafilter Group Holding Ltd. (hierna PFGH), die zich op 2 november 2023 bij de ziekenhuizen heeft gemeld. Deze licentienemer van de IE-rechten voor het Systeem in het Verenigd Koninkrijk en Ierland kondigde aan dat zij het onderhoud en het beheer van het Systeem van Pharmafilter in Nederland zou kunnen overnemen.
2.12.
Stichting IP heeft na onderhandelingen (tussen alle partijen) en een bespreking op 7 december 2023 toegezegd dat de curator tot 31 maart 2024 gebruik mocht maken van de IE-rechten op het Systeem, om het reguliere beheer en onderhoud tegen betaling van een vergoeding door de ziekenhuizen te kunnen laten uitvoeren.
2.13.
Tijdens een bespreking op 7 december 2023 en nogmaals bij brief van 25 januari 2024 hebben de ziekenhuizen Pharmafilter en Stichting IP verzocht de continuïteitsverplichtingen na te komen. Bij e-mail van 29 januari 2024 heeft Stichting IP hierop, voor zover van belang, het volgende geantwoord:
“(…) De Stichting is niet verantwoordelijk voor overeenkomsten die Pharmafilter is aangegaan, eventuele daaruit voortvloeiende 'continuïteitsverplichtingen' en de 'vervolmaking' of nakoming daarvan. (…)”
Verder heeft Stichting IP verwezen naar PFGH die de activiteiten kan voortzetten.
2.14.
De ziekenhuizen hebben geen overeenkomst met PFGH gesloten. Na 31 maart 2024 hebben de ziekenhuizen het Systeem stilgelegd.
2.15.
Bij brief van 13 februari 2024 hebben de ziekenhuizen [gedaagde 2] aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijden doordat Pharmafilter haar verplichtingen niet nakomt vanwege haar faillissement en de overdracht van haar IE-rechten aan Stichting IP. Bij brief van 13 maart 2024 aan de ziekenhuizen heeft [gedaagde 2] aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.16.
Bij brief van 28 mei 2024 hebben de ziekenhuizen de curator verzocht om op de voet van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) afschrift te verstrekken van bescheiden, die de aansprakelijkheid van Pharmafilter/ [gedaagde 2] zouden kunnen onderbouwen. De curator heeft (na overleg met [gedaagde 2] ) bij e-mail van 25 juni 2024 meegedeeld dat verstrekking van bescheiden hem slechts is toegestaan als een rechterlijk oordeel hem daartoe verplicht.

3.Het geschil

3.1.
De ziekenhuizen vorderen – samengevat – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de curator te veroordelen:
primair
A. aan de ziekenhuizen afschrift van bescheiden te verschaffen door het, vrij van versleuteling en per e-mail aan de advocaten van de ziekenhuizen verzenden van de volgende bescheiden:
- de akte waarmee de IE-rechten op het Systeem zijn overgedragen en
geleverd aan Stichting IP (inclusief alle daarbij behorende bijlagen,
alsmede concepten of eerdere versies van de akte die tussen de betrokken
partijen zijn uitgewisseld) en voor zover de overdracht via een of meerdere derden is
uitgevoerd, tevens afschrift van alle overdrachtsaktes en concepten van die aktes die met deze derde(n) zijn overeengekomen;
- alle correspondentie die is gevoerd tussen (vertegenwoordigers en/of de
bestuurder van) Pharmafilter enerzijds, en (vertegenwoordigers en/of de
bestuurder van) Stichting IP en eventueel andere bij de overdracht
betrokken derden anderzijds, die betrekking heeft op de overdracht van de
IE-rechten op het Systeem, direct of indirect via derden, aan Stichting IP,
zoals – maar niet beperkt tot – correspondentie van [gedaagde 2] en eerdere
bestuurder(s) van Pharmafilter, en de heer [naam 3] ;
- het taxatierapport waarmee de IE-rechten zijn gewaardeerd ten behoeve
van de overdracht c.q. verkoop van de IE-rechten aan Stichting IP, dat
Pharmafilter en/of Stichting IP heeft opgesteld of door een derde heeft
laten opstellen;
met dien verstande dat daaronder zijn begrepen bescheiden ongeacht of deze in digitale of in papieren vorm aanwezig zijn, en ongeacht in welke software of op welk medium de bescheiden zijn opgeslagen, waarbij het dus zowel bescheiden betreft die op een digitale gegevensdrager zijn opgeslagen (zoals maar niet beperkt tot harde schijven, usb-sticks, smartphones), in cloudopslag (DropBox, Microsoft Office 365, Google Drive, e.d.), of als papieren bescheiden;
subsidiair
B. aan de ziekenhuizen afschrift van bescheiden te verschaffen door het, vrij van versleuteling en per e-mail aan de advocaten van de ziekenhuizen verzenden van de onder A. genoemde bescheiden, uitsluitend voor zover in die bescheiden één of meer van de navolgende trefwoorden (in enkelvoud of meervoud, afkortingen daarvan en/of verschrijvingen) voorkomen:
intellectueel eigendom, IE, intellectual property, IP, Stichting IP & Know How Pharmafilter, verkoop, overdracht, taxatie, assignment, transfer, akte, overeenkomst, contract, deed, auteursrecht, copyright, sale, purchase, licentie, license, software, escrow, continuïteit, continuity, faillissement, bankruptcy, insolventie, insolvency, octrooi, patent, (de octrooiregistratienummers:) [octrooinummers 1] en [octrooinummers 2] en/of
' [octrooinummers 3] ', althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden
trefwoorden.
3.2.
De ziekenhuizen leggen, kort gezegd, aan hun vorderingen ten grondslag dat zij rechtmatig belang hebben bij afgifte van de bescheiden, omdat Pharmafilter en [gedaagde 2] , als bestuurder van Pharmafilter, onrechtmatig hebben gehandeld en Pharmafilter toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de continuïteitsverplichtingen. De ziekenhuizen hebben de bescheiden nodig om hun stellingen te staven in een eventuele gerechtelijke procedure.
3.3.
De curator voert, kort gezegd, aan dat hij het verzoek niet buiten rechte heeft kunnen inwilligen, omdat sprake is van tegenstrijdige belangen. Hierom is terughoudendheid aan de kant van de curator geboden en dient een rechterlijk oordeel te worden afgewacht. De curator betwijfelt voorts of aan de vereisten van artikel 843a Rv is voldaan.
3.4.
[gedaagde 2] voert eveneens verweer. Hij voert aan dat de vorderingen van de ziekenhuizen moeten worden afgewezen, of in ieder geval slechts onder voorwaarden mogen worden toegewezen en dat een eventuele veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad dient te worden verklaard.
3.5.
[gedaagde 2] vordert jegens de curator om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
1. de curator te verbieden om de gevorderde bescheiden, of andere bescheiden die niet publiekelijk toegankelijk zijn en waar (een van) de ziekenhuizen om verzoekt/en (in verband met de vermeende onrechtmatige daad van [gedaagde 2] jegens de ziekenhuizen, dan wel vermeende onrechtmatige daad en wanprestatie van Pharmafilter) aan (een van) de ziekenhuizen ter beschikking te stellen, tenzij en voor zover de rechter hem anders gebiedt en dat gebod in kracht van gewijsde is gegaan;
voorwaardelijk(in geval aan de ziekenhuizen bescheiden afgegeven moeten worden):
2. de curator te gebieden om onderdelen van de over te leggen correspondentie die een privékarakter hebben en/of vertrouwelijk zijn, dan wel geen verband houden met de overdracht van de IE-rechten, weg te lakken of zwart te maken voordat die worden verstrekt;
3. de curator te gebieden om 1) zich te houden aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en 2) alle in de over te leggen correspondentie voorkomende persoonsgegevens weg te lakken of zwart te maken voordat die wordt verstrekt;
4. de ziekenhuizen te gebieden de afgegeven bescheiden geheim te houden en niet te delen met derden, waaronder een ziekenhuis dat geen recht heeft op afgifte van de betreffende bescheiden,
een en ander op straffe van dwangsommen.
[gedaagde 2] vordert daarnaast de ziekenhuizen hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Als uitgangspunt geldt dat een vordering op grond van artikel 843a Rv kan worden toegewezen indien aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan: (i) de eiser dient een rechtmatig belang te hebben bij afgifte van de bescheiden, (ii) het moet gaan om bepaalde bescheiden (iii) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij zijn en (iv) de wederpartij moet over de bescheiden beschikken.
4.2.
In deze zaak geldt dat het rechtmatig belang van de ziekenhuizen bij afgifte van de bescheiden voldoende is komen vast te staan. Met behulp van de bescheiden kunnen de ziekenhuizen immers hun rechtspositie bepalen en eventueel een vordering op grond van onrechtmatige daad en/of wanprestatie jegens Pharmafilter en/of [gedaagde 2] instellen. Zonder kennis van de gevorderde gegevens zijn zij daartoe niet of moeilijker in staat. Anders dan [gedaagde 2] heeft betoogd, kan op voorhand niet worden geoordeeld dat de stellingen van de ziekenhuizen kansloos zouden zijn. De ziekenhuizen hebben voldoende onderbouwd dat de mogelijkheid bestaat dat de (wijze van) overdracht van de IE-rechten jegens hen onrechtmatig kan zijn geweest en dat zij uit dien hoofde mogelijk een vordering hebben op Pharmafilter en/of haar bestuurder. Er is geen sprake van een (verboden) fishing expedition. De opgevraagde bescheiden zijn voldoende specifiek bepaalbaar en de curator heeft deze bescheiden zeer waarschijnlijk voorhanden.
4.3.
Het gaat voorts om bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij de ziekenhuizen en Pharmafilter en [gedaagde 2] partij zijn. Die rechtsbetrekking betreft de gestelde niet-nakoming van tussen de ziekenhuizen en Pharmafilter gesloten overeenkomsten en verbintenissen uit de wet (onrechtmatige daad). Zoals hiervoor is geoordeeld, zijn deze rechtsbetrekkingen op voorhand niet uit de lucht gegrepen.
4.4.
De vordering tot afgifte van bescheiden zou alsnog moeten worden afgewezen als daartoe gewichtige redenen bestaan als bedoeld in artikel 843a lid 4 Rv. Het feit dat er mogelijk privacygevoelige informatie in de bescheiden voorkomt, is echter niet een zodanige gewichtige reden. De ziekenhuizen hebben onweersproken gesteld dat de AVG niet in de weg staat aan de afgifte. In dit geval weegt het belang van de ziekenhuizen bij afgifte van de bescheiden zwaarder dan het privacybelang van personen van wie mogelijk privacygevoelige informatie in die bescheiden is opgenomen. Nu het gaat om bescheiden die betrekking hebben op zakelijke transacties, mag aangenomen worden dat de privacygevoeligheid van de informatie klein zal zijn. De ziekenhuizen hebben er bovendien, gelet op hun stellingen, juist belang bij om te kunnen onderzoeken welke personen welke mededelingen/ uitlatingen hebben gedaan. Met de privacybelangen kan voorts rekening worden gehouden door te bepalen dat de ziekenhuizen de bescheiden alleen mogen gebruiken met het oog op een eventuele gerechtelijke procedure, en ze buiten dat doel niet aan derden zullen verstrekken. Voor het geval in de bescheiden geheimhoudersinformatie voorkomt, kan bepaald worden dat deze niet hoeft te worden verstrekt.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat voldoende aannemelijk is dat aan de criteria van artikel 843a Rv is voldaan, zodat de primaire vordering van de ziekenhuizen zal worden toegewezen. De ziekenhuizen hebben daarbij voldoende spoedeisend belang, omdat zij zo snel mogelijk in de gelegenheid moeten zijn hun rechtspositie te kunnen beoordelen. De omstandigheid dat de faillissementen nog niet zijn afgerond, doet hier niet aan af.
4.6.
In deze zaak doet zich de bijzonderheid voor dat niet Pharmafilter, maar de curator veroordeeld wordt om de bescheiden te verstrekken. Daar zijn uiteraard kosten mee gemoeid, die niet voor rekening behoren te komen van de gezamenlijke schuldeisers van Pharmafilter. De ziekenhuizen hebben dit ook onderkend, en toegezegd dat zij de kosten zullen vergoeden, waartoe zij in elk geval een voorschot van € 1.000,= zullen voldoen. De curator heeft voorts kosten gemaakt in het kader van de onderhavige procedure, waarvan hij ook vergoeding wenst alvorens de bescheiden te verstrekken. De ziekenhuizen hebben strikt genomen gelijk dat deze kosten niet direct zijn gemaakt ten behoeve van het verstrekken van de bescheiden (die zijn immers nog niet verstrekt). Ze zijn echter wel als zodanig te beschouwen, nu de curator gelet op de tegenstrijdige belangen waarmee hij zich geconfronteerd zag, wel gehouden was om verweer te voeren. Daarom zullen de ziekenhuizen ook de tot nu toe door de curator gemaakte kosten, ad € 8.883,79 (exclusief BTW voor zover verschuldigd) moeten vergoeden alvorens zij de bescheiden ontvangen. De ziekenhuizen hebben verder toegezegd dat zij de curator conform diens verzoek zullen vrijwaren van claims van derden in verband met de verstrekking van de bescheiden, en dat zij geheimhouding zullen betrachten en de bescheiden alleen zullen gebruiken in het kader van een (eventuele) gerechtelijke procedure. Ook deze voorwaarden zullen worden opgenomen in het dictum.
4.7.
Voor de vorderingen van [gedaagde 2] betekent dit alles het volgende. Zijn vordering onder 1 wordt afgewezen, omdat de curator juist wordt veroordeeld tot afgifte van de bescheiden. De voorwaardelijke vorderingen onder 2 en 3 (zwartlakken) worden ook afgewezen. Ten aanzien van de vordering onder 4 geldt dat hiervoor al is beslist dat de ziekenhuizen een geheimhoudingsverplichting krijgen opgelegd. Voor een verder strekkende verplichting tot geheimhouding bestaat geen aanleiding. In het bijzonder is er geen aanleiding om de ziekenhuizen onderling tot geheimhouding te verplichten, nu zij samen optrekken en dezelfde advocaat hebben.
4.8.
In de procedure tussen de ziekenhuizen en de curator zullen, zoals de ziekenhuizen hebben gevraagd, de proceskosten worden gecompenseerd, met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.9.
[gedaagde 2] zal als de gevoegde en grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de ziekenhuizen worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op:
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat
1.107,00
Totaal € 1.795,00,
te vermeerderen met rente en nakosten.
4.10.
Er is geen aanleiding om [gedaagde 2] ook als tussenkomende partij te veroordelen in de proceskosten, alleen al nu niet gebleken is dat de curator meer kosten heeft gemaakt als gevolg van de tussenkomst.
4.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, nu dat inherent is aan een kortgedingvonnis. De ziekenhuizen hebben bovendien een spoedeisend belang bij directe uitvoerbaarheid, dat zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde 2] om de onomkeerbaarheid van het verschaffen van de bescheiden te voorkomen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de curator om binnen één week na datum van dit vonnis aan de ziekenhuizen afschrift van bescheiden te verschaffen door het, vrij van versleuteling en per e-mail aan de advocaten van de ziekenhuizen ( [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] ), verzenden van de volgende bescheiden:
- de akte waarmee de IE-rechten op het Systeem zijn overgedragen en
geleverd aan Stichting IP (inclusief alle daarbij behorende bijlagen,
alsmede concepten of eerdere versies van de akte die tussen de betrokken
partijen zijn uitgewisseld) en voor zover de overdracht via een of meerdere derden is
uitgevoerd, tevens afschrift van alle overdrachtsaktes en concepten van die aktes die met deze derde(n) zijn overeengekomen;
- alle correspondentie die is gevoerd tussen (vertegenwoordigers en/of de
bestuurder van) Pharmafilter enerzijds, en (vertegenwoordigers en/of de
bestuurder van) Stichting IP en eventueel andere bij de overdracht
betrokken derden anderzijds, die betrekking heeft op de overdracht van de
IE-rechten op het systeem, direct of indirect via derden, aan Stichting IP,
zoals – maar niet beperkt tot – correspondentie van [gedaagde 2] en eerdere
bestuurder(s) van Pharmafilter, en de heer [naam 3] ;
- het taxatierapport waarmee de IE-rechten zijn gewaardeerd ten behoeve
van de overdracht c.q. verkoop van de IE-rechten aan Stichting IP, dat
Pharmafilter en/of Stichting IP heeft opgesteld of door een derde heeft
laten opstellen;
met dien verstande dat uitgezonderd is de correspondentie die gericht is aan en/of afkomstig is van beroepsgeheimhouders;
en
met dien verstande dat onder deze bescheiden zijn begrepen bescheiden ongeacht of deze in digitale of in papieren vorm aanwezig zijn, en ongeacht in welke software of op welk medium de bescheiden zijn opgeslagen, waarbij het dus zowel bescheiden betreft die op een digitale gegevensdrager zijn opgeslagen (zoals maar niet beperkt tot harde schijven, usb-sticks, smartphones), in cloudopslag (DropBox, Microsoft Office 365, Google Drive, e.d.), of als papieren bescheiden;
en onder de volgende voorwaarden:
- de ziekenhuizen betalen hoofdelijk de kosten voor verschaffing van de bescheiden, daaronder begrepen de kosten die de curator tot op heden in heeft moeten maken, begroot op € 8.883,79 (exclusief BTW voor zover verschuldigd);
- de ziekenhuizen betalen hoofdelijk voorafgaand aan het verschaffen van de bescheiden een voorschot van ten minste € 1.000,00 (exclusief BTW voor zover verschuldigd);
- de ziekenhuizen zullen elk de curator voorafgaand aan het verschaffen van de bescheiden schriftelijk vrijwaren, welke vrijwaring onvoorwaardelijk en onbeperkt in bedrag en tijd is, alsmede de curator vrijwaart tegen (alle kosten om zich te verweren tegen) claims van derden, voor zover deze claims op directe of indirecte wijze samenhangen met de verstrekking van de bescheiden aan de ziekenhuizen;
- de ziekenhuizen zullen elk de curator voorafgaand aan het verschaffen van de bescheiden schriftelijk volledige geheimhouding garanderen met betrekking tot de af te geven bescheiden, met dien verstande dat zij de afgegeven bescheiden wel mogen gebruiken met het oog op een (eventuele) gerechtelijke procedure;
5.2.
veroordeelt [gedaagde 2] in de proceskosten van de ziekenhuizen, tot op heden begroot op € 1.795,00, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
5.3.
veroordeelt [gedaagde 2] in de na dit vonnis ontstane kosten van de ziekenhuizen, begroot op € 178,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten tussen de ziekenhuizen en de curator aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2024. [1]

Voetnoten

1.type: GHF