Op 23 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Kantongerecht Maagdenburg in Duitsland. De zaak werd behandeld in het kader van de Overleveringswet (OLW) en betreft een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat op 5 juni 2024 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië en gedetineerd in Nederland, was aanwezig op de zitting, waar hij werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt een vonnis van het Kantongerecht Maagdenburg van 5 juli 2023, waarin een vrijheidsstraf van zeven maanden is opgelegd. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er geen weigeringsgronden van toepassing zijn, zoals bedoeld in artikel 12 OLW, en dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij de eerste aanleg.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de opgeëiste persoon wordt overgeleverd aan de Duitse autoriteiten voor de uitvoering van de opgelegde straf. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29 OLW.