Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres] ,
[eiser],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
wordtniettot opzegging(lees hier: ontzetting)
overgegaandan nadathet lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen” (zie 2.3). Een dergelijke brief heeft het bestuur niet voorafgaande aan het besluit van 6 juni 2023 aan [eisers] verzonden. Op grond van de statuten, de eigen regels van [gedaagde] , bestond er op 6 juni 2023 dus nog niet de bevoegdheid om [eisers] als leden te ontzetten. Omstandigheden op grond waarvan het gerechtvaardigd was om hier van de eigen regels af te wijken, zijn niet gesteld noch gebleken. Het laatste bericht van [eiser] op Facebook waardoor het bestuur van [gedaagde] stelt in diskrediet te zijn gebracht was van 23 februari 2023, dus ruim drie maanden vóór het besluit van 6 juni 2023. Een reden waarom in die tussenliggende periode niet de procedurevoorschriften in de statuten konden worden gevolgd, heeft de [gedaagde] niet gegeven. Het besluit van 6 juni 2023 is dus sowieso in strijd met de statuten genomen.
functionele e-mailadres van [gedaagde] moeten worden gestuurd en (c) dat op verzoeken van het bestuur om met de negatieve berichtgeving te stoppen niet is ingegaan.
6 juni 2023 overgenomen. Aan het besluit tot ontzetting van [eisers] als lid van de vereniging zijn in die vergadering geen nieuwe gronden toegevoegd.
enhet verschil op de uitslag van de stemming van invloed kan zijn (zie 2.4). De enkele omstandigheid dat er meer stemmen zijn uitgebracht dan stemgerechtigde leden is dus nog niet voldoende om een stemming ongeldig te laten zijn. Het verschil moet ook van invloed op de uitslag van de stemming kunnen zijn. Dat is hier niet het geval. Zowel [eiser] als [eiseres] zijn met een ruime meerderheid van stemmen in de algemene vergadering als leden van [gedaagde] geroyeerd (zie 2.15). Ook indien er vanuit moet worden gegaan dat er ten onrechte drie personen hebben meegestemd en dit van het aantal stemmen wordt afgetrokken dat vóór het royement hebben gestemd, dan blijft er nog steeds een ruime meerderheid van stemmen vóór royement over. Het gestelde mee stemmen van personen die geen lid (meer) waren van de vereniging, is hier dus niet invloed op de uitslag van de stemming. Daarmee is de stemming op 16 maart 2024 geldig geweest. Ook de omstandigheid dat tijdens de stemming onduidelijk was of [naam 2] , die voorafgaand aan de stemming het bestuursbesluit heeft toegelicht, nog wel bestuurslid van de vereniging was, maakt dit niet anders. Op grond van artikel 39, eerste lid, van de statuten is immers ieder lid stemgerechtigd en op grond van het vierde lid van dat artikel mag ieder lid in de vergadering het woord voeren (zie 2.3). Ook [naam 2] dus. Of zij op dat moment nu wel of geen geldig lid van het bestuur was maakt dus niet uit voor de geldigheid van de stemming.
1.228,00(2 punten × tarief € 614,00)
5.De beslissing
BESLUITEN TOT ROYEMENT VAN DE [eisers] NIETIG”
mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2024. [1]