AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Herbeoordeling van Wob-verzoek inzake overheidsdocumenten over Youssef T. door de staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2024, in de zaak tussen Algemeen Dagblad B.V. en de staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid, wordt de gedeeltelijke afwijzing van een Wob-verzoek door de staatssecretaris beoordeeld. Het verzoek, ingediend op 10 november 2021, betreft informatie over het onderzoek naar Youssef T. en zijn toegang tot zijn cliënt Ridouan T. in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. De staatssecretaris had het verzoek gedeeltelijk afgewezen met een inventarislijst van 71 documenten, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft aangetoond dat de zoekslag naar documenten volledig is geweest. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris niet voldoende inzicht heeft gegeven in de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en dat er mogelijk meer documenten zijn die relevant zijn voor het verzoek. De rechtbank draagt de staatssecretaris op om een nieuwe zoekslag te verrichten en deze gemotiveerd inzichtelijk te maken. Daarnaast heeft de rechtbank geconstateerd dat de geheimhouding van bepaalde documenten niet goed is onderbouwd en dat de staatssecretaris de weigeringsgronden opnieuw moet beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en geeft de staatssecretaris zes weken de tijd om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet de staatssecretaris het griffierecht vergoeden aan eiseres.
Voetnoten
1.Het bestreden besluit is genomen door de minister voor Rechtsbescherming. Deze functie is opgeheven met de start van het kabinet-Schoof. De rechtbank merkt de staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid aan als verweerder nu onder meer het gevangeniswezen aan deze staatssecretaris is toebedeeld.
2.Een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
3.Verweerder heeft dit besluit genomen op grond van de Wet open overheid (Woo). Dit is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 4 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1743. 6.De rechtbank wijst bijvoorbeeld op de e-mail van 6 februari 2020 om 20.19 uur (behorende bij document 2) en de e-mail van 8 december 2020 om 10.37 uur (behorende bij document 9).
7.De rechtbank wijst als voorbeeld op document 11 uit de inventarislijst.
8.Namelijk artikelen 3.1, 3.3, 4.1, 5.1, eerste, tweede en vijfde lid en 5.2 van de Woo.
9.Zie artikel 1, sub d en i, van de Wjsg.
10.De rechtbank wijst hierbij onder meer op de e-mail van 3 december 2020 om 12.57 uur en de e-mail van 7 december 2020 om 16.55 uur.
11.Zie bijvoorbeeld documenten 12 en 13.
12.Bijvoorbeeld document 11.
14.De rechtbank wijst in dit geval bijvoorbeeld op de e-mail van 6 februari 2020 om 20.19 uur (documentnummer 2)
16.De rechtbank wijst daarbij onder meer op de e-mail van 7 december 2020 van 16.55 uur.
17.Zie bijvoorbeeld de e-mails van 14 oktober 2021 van 11.00 en 11.54 uur.
18.Zie bijvoorbeeld de e-mail van 14 oktober 2021 om 12.31 uur.
19.Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die niet is aan te merken als een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht.