Beoordeling door de rechtbank
1. De rechtbank beoordeelt of het college eiseres in redelijkheid geen energietoeslag heeft toegekend. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
2. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat aan deze procedure voorafging
3. Eiseres woont op het adres [adres] te Amsterdam. Zij huurt daar van stichting ADM Leeft een perceel, te gebruiken als locatie voor het installeren van woon- en/of werkruimten. Eiseres woonde eerst in een tiny house, maar inmiddels in een joert. De huurprijs is € 100,- per maand. Dat is inclusief water, elektriciteit en internet en exclusief gas en kabeltelevisie.
4. Op 17 november 2022 heeft eiseres bij het college energietoeslag aangevraagd.
5. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 20 februari 2023 afgewezen, omdat eiseres niet tot de doelgroep behoort. Zij woont volgens het college namelijk in een instelling. De instelling voorziet in de energiekosten. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
6. Met het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Het college wijzigt zijn motivering van de afwijzing en wijst de aanvraag af omdat een perceel met elektriciteit geen woning met een huurcontract inclusief energielevering is. Dat is wel noodzakelijk, omdat de aanvrager moet aantonen dat hij een energiecontract op naam heeft, of een huurcontract voor een woning waarbij de energiecomponent inbegrepen is.
7. Eiseres vindt dat zij recht heeft op energietoeslag. Zij voldoet namelijk aan de voorwaarden die het college daarvoor gesteld heeft in de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 (de Beleidsregels). Daarin staat niet dat een huurcontract voor een woning vereist is. Eiseres stookt met hout en (ook) daarvoor zijn de prijzen explosief gestegen. Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat zij energietoeslag aangevraagd heeft op basis van artikel 5 van de Beleidsregels. Artikel 4 van de Beleidsregels kan haar daarom niet worden tegengeworpen. Tot slot voert eiseres aan dat de gang van zaken rondom de hoorzitting hoogst onzorgvuldig is geweest.
8. Op grond van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet (Pw) kan recht bestaan op bijzondere bijstand.
9. Om categoriale verstrekking van de energietoeslag mogelijk te maken is artikel 35 van de Pw gewijzigd.Op grond van het vierde lid kan, in afwijking van het eerste lid, tot en met 30 juni 2023 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had. De achtergrond en bedoeling van de wetgever bij deze wetswijziging is te vinden in de memorie van toelichting bij de Pw.Op grond van het zesde lid van artikel 35, van de Pw kan de in het vierde lid bedoelde toeslag in afwijking van artikel 43, eerste lid, van de Pw ambtshalve worden vastgesteld.
10. Wanneer een betrokkene recht heeft op energietoeslag, heeft het college uitgewerkt in de Beleidsregels. De voor deze uitspraak relevante artikelen van de Beleidsregels heeft de rechtbank opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
11. Het toekennen van energietoeslag is een discretionaire bevoegdheid van het college. Uit artikel 35, vierde en vijfde lid, van de Pw volgt dat het college bij de uitoefening van deze bevoegdheid beleidsruimte heeft om te bepalen welke doelgroepen daarvoor in aanmerking komen. Dit brengt mee dat de rechtbank het bestreden besluit terughoudend dient te toetsen.
Beoordeling door de rechtbank
12. Partijen zijn het erover eens dat eiseres geen energierekening op haar naam heeft staan. Wel heeft zij een huurcontract op haar naam staan. In geschil is of uit de Beleidsregels volgt dat sprake moet zijn van een huurcontract voor een woning.
13. De doelgroep van de eenmalige energietoeslag bestaat uit huishoudens met een laag inkomen, dat wil zeggen een inkomen op of net boven het sociaal minimum.Met de energietoeslag worden mensen met lage inkomens dus tegemoetgekomen. Hierbij wordt verondersteld dat sprake is van stijgende energielasten. Vooralsnog valt niet in te zien waarom eiseres niet tot deze doelgroep behoort. Eiseres stookt op gas, verwarmt en kookt met hout en gebruikt elektriciteit.
14. Het college heeft aangegeven dat eiseres weliswaar een aanvraag heeft ingediend op grond van artikel 5 van de Beleidsregels, maar dat het beoordelingskader hiervoor neergelegd is in (onder meer) artikel 4 van de Beleidsregels. De rechtbank gaat hierin mee. In artikel 4, tweede lid, van de Beleidsregels staat: ‘Op adressen waar de eerste betaling meerdere keren is uitgekeerd, wordt de tweede en derde betaling uitsluitend verstrekt aan personen (of paren) die een energierekening of huurcontract inclusief energielasten op hun naam hebben staan.’
15. De rechtbank volgt het standpunt van eiseres dat uit bovengenoemd artikel niet blijkt dat sprake moet zijn van een huurcontract voor een woning. In de Beleidsregels staat immers alleen ‘huurcontract inclusief energielasten’. Hier beschikt eiseres over. In haar huurprijs zitten namelijk kosten voor elektriciteit verwerkt. Eiseres voldoet dus aan de in de Beleidsregels opgenomen norm. Dit heeft het college ten onrechte niet onderkend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college de aanvraag van eiseres om energietoeslag dus in redelijkheid niet kunnen afwijzen om de reden dat zij niet beschikt over een huurcontract voor een woning.
16. Het college heeft op de zitting erkend dat de gang van zaken rondom de hoorzitting anders had gemoeten. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiseres aangegeven dat hier, anders dan een proceskostenveroordeling, geen consequenties aan verbonden hoeven te worden. Nu de rechtbank het beroep gegrond zal verklaren, zal zij ook een proceskostenveroordeling uitspreken.