In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de eiser, een eenmanszaak die open source WordPress-thema's en plug-ins aanbiedt, en de gedaagden, Automattic Inc. en WooCommerce Inc., beide gevestigd in de Verenigde Staten. De eiser vorderde de opheffing van conservatoire beslagen die door de gedaagden waren gelegd op zijn bankrekening en onverdeeld aandeel in een woning. De gedaagden hadden eerder een ex-parte verbod aangevraagd, stellende dat de eiser inbreuk maakte op hun merkrechten en auteursrechten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanleiding was om het beslag op de bankrekening op te heffen, gezien het belang van de eiser bij toegang tot zijn middelen voor verzorging en betaling van verplichtingen. Het beslag op de woning bleef gehandhaafd, omdat dit geen directe hinder voor de eiser veroorzaakte. De voorzieningenrechter merkte op dat er aanwijzingen waren dat de gedaagden de voorzieningenrechter mogelijk onjuist hadden voorgelicht over de rechtsgrond van hun vordering. De gedaagden werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 2.271,37 werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in kort geding procedures, vooral in het kader van merkrechten en open source software.