Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Internationale rechtshulpkamer
Parketnummer: 13-128106-24
[opgeëiste persoon],
Procedure
uitstel van de feitelijke overlevering), omdat de feitelijke overlevering door de openstaande strafzaken niet binnen de termijn van tien dagen na de uitspraak van de rechtbank kan plaatshebben op grond van artikel 34, tweede lid, aanhef en onder b, van de Overleveringswet (OLW). Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat als de rechtbank beslist dat de feitelijke overlevering wordt uitgesteld, zij tevens op grond van artikel 34, eerste lid, aanhef en onder b, OLW de vrijheidsbeneming met 30 dagen moet verlengen.
Beoordeling
Beslissing
Wijst afde vordering tot uitstel van de feitelijke overlevering;
Wijst afde vordering tot verlenging van de vrijheidsbeneming ex artikel 34, eerste lid, aanhef en onder b, OLW.
Wijst afde vordering tot gevangenneming ex art. 63 OLW jo art. 66a, eerste lid, Sv.
Bepaaltdat de vordering tot het stellen van vrijheidsbeperkende maatregelen ex artikel 35, vierde lid, OLW zo spoedig mogelijk in raadkamer zal worden behandeld.
Beveeltde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.
Beveeltde oproeping van een tolk in de Poolse taal tegen een nader te bepalen datum en tijdstip.