ECLI:NL:RBAMS:2024:6340

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
10931915 \ CV EXPL 24-1591
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake oneerlijk kostenbeding in medische behandelovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 oktober 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde partij. Infomedics vordert betaling van € 162,00 voor logopedische behandelingen die zijn uitgevoerd op de zoon van de gedaagde. De gedaagde heeft aangevoerd dat zij de rekening al heeft betaald, maar de kantonrechter oordeelt dat niet voldoende is aangetoond dat de betaling betrekking had op de onderhavige factuur. De kantonrechter heeft ambtshalve de oneerlijkheid van het kostenbeding in de overeenkomst onderzocht, waarbij de Europese en Nederlandse consumentenwetgeving in acht is genomen. Het kostenbeding wordt als oneerlijk aangemerkt, omdat de consument niet voorafgaand aan de behandeling op de hoogte was van de tarieven, wat leidt tot een verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen. De kantonrechter is voornemens het kostenbeding te vernietigen, wat zou betekenen dat de overeenkomst vervalt. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze voorgenomen vernietiging. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10931915 \ CV EXPL 24-1591
Vonnis van 8 oktober 2024
in de zaak van
INFOMEDICS B.V.,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 februari 2024, met producties
- de conclusie van antwoord, met producties
- het vonnis van 5 maart 2024, waarbij Infomedics in de gelegenheid is gesteld zich uit te laten over de oneerlijkheid van de algemene voorwaarden
- de conclusie van repliek met een vermindering van eis, tevens akte uitlating ambtshalve toetsing algemene voorwaarden
- de conclusie van dupliek, met producties
- de akte uitlating producties van Infomedics
- de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam] is de zoon van [gedaagde] . Hij heeft van 9 tot en met 30 maart 2023 behandelingen ondergaan bij logopedistische zorgverlener [zorgverlener] (hierna: de logopedist). Ten tijde van die behandelingen was de zoon minderjarig.
2.2.
De logopedist heeft de vordering inzake de kosten van de behandelingen overgedragen (gecedeerd) aan Infomedics.
2.3.
Infomedics heeft voor de behandelingen op 22 april 2023 een factuur gestuurd aan [gedaagde] voor een bedrag van € 162,00.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert, na eisvermindering, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 162,00, en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Infomedics legt hieraan ten grondslag dat de zoon van [gedaagde] de behandelingen heeft ondergaan en dat [gedaagde] als wettelijk vertegenwoordiger van haar zoon de rekening van de behandelingen moet betalen.
3.3.
[gedaagde] voert aan dat zij de rekening al heeft betaald.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Beoordeeld moet worden of [gedaagde] de factuur van Infomedics moet betalen. [gedaagde] voert aan dat zij de rekening al heeft betaald: op 16 april 2023 heeft zij een bedrag van € 526,50 overgemaakt aan Infomedics, met als omschrijving ‘ [naam] ’. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Infomedics dat met die betaling, welke geen specifiek factuurnummer vermeldt, niet de onderhavige factuur is betaald maar dat deze is afgeboekt op een andere, langer lopende rekening, is onvoldoende vast komen te staan dat de rekening inderdaad al betaald is. Weliswaar voert [gedaagde] aan dat die andere rekening ook al betaald was, maar deze langer lopende rekening is geen onderdeel van deze zaak en de omvang ervan valt aan de hand van de stukken niet vast te stellen. Daarmee valt niet uit te sluiten dat er nog een bedrag openstond waarop Infomedics terecht de betaling van 16 april 2023 eerst in mindering heeft gebracht.
4.2.
Het verweer van [gedaagde] slaagt daarom niet.
Ambtshalve toetsing
4.3.
De medische behandelovereenkomst die aan de gecedeerde vordering ten grondslag ligt is gesloten tussen een zorgverlener en [gedaagde] als consument. In dat geval moet ambtshalve, dus ook als dat niet door partijen wordt gevraagd, worden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht.
4.4.
Toetsing van de informatieplichten is hier niet aan de orde, omdat een medische behandelovereenkomst op grond van artikel 6:230h lid 2 sub d BW is uitgezonderd van de betreffende afdeling uit het Burgerlijk Wetboek.
4.5.
De kantonrechter moet wel ambtshalve onderzoeken of de voorwaarden in de overeenkomst en in de algemene voorwaarden oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
4.6.
Bepalingen over de kosten van een behandeling zijn zogenoemde kernbedingen. Kernbedingen worden niet getoetst op oneerlijkheid, behalve als ze niet duidelijk en begrijpelijk (niet transparant) zijn geformuleerd (artikel 4 lid 2 van de richtlijn).
4.7.
Infomedics stelt in haar akte dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ambtshalve de tarieven en prestatiebeschrijvingen vaststelt op grond van artikel 57 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Een patiënt kan dus voorafgaand aan het maken van de afspraak met de logopedist deze tarieven raadplegen, die door de overheid zijn vastgesteld. Het kernbeding in deze zaak is volgens Infomedics dan ook transparant, omdat de logopedist de tariefcodes heeft gebruikt die worden vastgesteld door de NZa en omdat deze voor iedereen bekend en toegankelijk zijn vóórdat wordt gekozen voor de behandeling. De hoogte van de tarieven mogen algemeen bekend worden verondersteld. Daarmee zijn de economische gevolgen van een behandeling vooraf in te schatten door de patiënt, aldus steeds Infomedics.
4.8.
De kantonrechter maakt hieruit op dat Infomedics stelt dat er een prijsbeding overeengekomen is en dat de inhoud daarvan overeenkomt met de vaste tarieven die zijn vastgesteld door de NZa. Welke tarieven dat precies zijn heeft Infomedics niet uitgelegd. Ook heeft zij niet toegelicht waaruit blijkt dat ook voor logopedisten vaste tarieven gelden. Uit artikel 7 van de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor logopedie volgt namelijk dat de tarieven voor de prestaties zoals vastgelegd in die beleidsregel vrij zijn. Van dat laatste wordt in deze zaak dan ook uit gegaan.
4.9.
Omdat de tarieven vrij zijn, moet de consument voorafgaand aan de behandeling kennis kunnen nemen van deze tarieven. Is dat niet zo, dan kan de consument de economische gevolgen van het sluiten van de overeenkomst niet (goed) inschatten. In dit verband wordt ook verwezen naar de uitspraken van het Europese Hof van 12 januari 2023 (ECLI:EU:C:2023:14) en van 20 april 2023 (ECLI:EU:C:2023:311, Ocidental). Dat de logopedist in deze zaak hieraan heeft voldaan, is niet gesteld door Infomedics.
4.10.
De kantonrechter oordeelt dan ook dat het kostenbeding niet transparant is. Dat een beding niet transparant is, maakt nog niet dat het ook oneerlijk is, maar speelt daarbij wel een grote rol. Op grond van artikel 3 lid 1 van de richtlijn moet worden nagegaan of het beding, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort of kan verstoren (zie de uitspraak van het Europese Hof van 3 oktober 2019, ECLI:EU:C:2019:820, rov. 49 e.v. en de daar aangehaalde rechtspraak). Dat sprake is van vrije tarieven maakt dat de logopedist – als de prijzen niet van tevoren aan de consument bekend zijn gemaakt – na de behandeling een tarief naar eigen keuze in rekening kan brengen aan de consument. Daarmee kan een consument dus, anders dan Infomedics stelt, niet eenvoudig de economische gevolgen van een behandeling op voorhand inschatten. Daarmee valt bovendien niet uit te sluiten dat de consument geconfronteerd wordt met een tarief waarmee zij niet akkoord was gegaan als zij daarvan vooraf op de hoogte was geweest en daarover had kunnen onderhandelen. Daarmee is sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen ten nadele van [gedaagde] . Verder weegt daarbij mee dat in artikel 38 van de Wmg staat dat een zorgaanbieder, zoals in dit geval de logopedist, de consument tijdig en zorgvuldig moet informeren over de tarieven die zij in rekening brengt voor de behandelingen. In de Regeling paramedische zorg is verder uitgewerkt dat de zorgaanbieder een standaardprijslijst bekend moet maken, en dat de consument vóór de behandeling op een makkelijke manier kennis moet kunnen nemen van deze prijslijst.
4.11.
Het kostenbeding wordt daarom als oneerlijk aangemerkt en de kantonrechter is voornemens dit beding te vernietigen. Vernietiging zal tot gevolg hebben dat het kostenbeding geacht wordt nooit te hebben bestaan. Omdat een overeenkomst van opdracht met een opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf op grond van het bepaalde in artikel 7:405 BW niet kan bestaan zonder loon, betekent dit dat de hele overeenkomst vervalt.
4.12.
Omdat het niet voortbestaan van de overeenkomst geen uiterst nadelige gevolgen lijkt te hebben voor [gedaagde] , bestaat (op basis van overweging 68 van het arrest van het Europese Hof van 12 januari 2023) geen noodzaak tot het verhelpen van de vernietiging van het beding door het te vervangen voor een bepaling van aanvullend recht of een bepaling waarover partijen het eens zijn dat het moet worden toegepast. Uitgangspunt is dat [gedaagde] bevrijd is haar betalingsverplichting omdat het beding waarop de vordering is gegrond vermoed wordt oneerlijk te zijn en daarom geacht wordt nooit te hebben bestaan.
4.13.
Voordat hiertoe wordt overgegaan, worden partijen in de gelegenheid gesteld zich over de voorgenomen vernietiging van het kostenbeding uit te laten.
4.14.
De zaak wordt daartoe verwezen naar de rol. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 5 november 2024voor het nemen van een akte door Infomedics zoals beschreven onder 4.11.,
5.2.
bepaalt dat [gedaagde] op de akte van Infomedics mag reageren op de rol van vier weken daarna,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Brokkaar en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024 in tegenwoordigheid van de griffier, mr. D.C. Vink.