In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 oktober 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde partij. Infomedics vordert betaling van € 162,00 voor logopedische behandelingen die zijn uitgevoerd op de zoon van de gedaagde. De gedaagde heeft aangevoerd dat zij de rekening al heeft betaald, maar de kantonrechter oordeelt dat niet voldoende is aangetoond dat de betaling betrekking had op de onderhavige factuur. De kantonrechter heeft ambtshalve de oneerlijkheid van het kostenbeding in de overeenkomst onderzocht, waarbij de Europese en Nederlandse consumentenwetgeving in acht is genomen. Het kostenbeding wordt als oneerlijk aangemerkt, omdat de consument niet voorafgaand aan de behandeling op de hoogte was van de tarieven, wat leidt tot een verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen. De kantonrechter is voornemens het kostenbeding te vernietigen, wat zou betekenen dat de overeenkomst vervalt. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze voorgenomen vernietiging. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen.