ECLI:NL:RBAMS:2024:6315

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/749475 / HA ZA 24-369
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling door Koninkrijk Marokko aan Publinc Academy voor niet-betaalde factuur na uitstel opening cultureel centrum

In deze zaak vordert Publinc Academy, een onderneming die trainingen en opleidingen aanbiedt, betaling van Koninkrijk Marokko voor werkzaamheden die zijn verricht in verband met de opening van een cultureel centrum in Amsterdam. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door PublincBV, een vennootschap die in 2018 is ontbonden. Koninkrijk Marokko had in 2015 een overeenkomst gesloten met PublincBV voor het organiseren van festiviteiten rondom de opening van het centrum, maar heeft de opening op het laatste moment uitgesteld. PublincBV heeft een factuur gestuurd voor de geleverde diensten, maar deze is nooit betaald. In 2018 heeft PublincBV haar vorderingen op Koninkrijk Marokko gecedeerd aan Publinc Academy. Koninkrijk Marokko betwist de betalingsverplichting en stelt dat er geen geldige overeenkomst tot stand is gekomen, en dat de vordering verjaard is.

De rechtbank oordeelt dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen tussen PublincBV en Koninkrijk Marokko, en dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. De rechtbank wijst de vordering van Publinc Academy toe en veroordeelt Koninkrijk Marokko tot betaling van het factuurbedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank overweegt dat de betalingsverplichting niet afhankelijk is van de opening van het cultureel centrum, dat nog steeds niet heeft plaatsgevonden. De proceskosten worden ook aan Koninkrijk Marokko opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/749475 / HA ZA 24-369
Vonnis van 16 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PUBLINC ACADEMY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. K.R. Stephan te Haarlem,
tegen
rechtspersoon naar buitenlands recht
KONINKRIJK MAROKKO,
gevestigd te Rabat, Marokko
gedaagde,
advocaat mr. R.M. Berendsen te Amsterdam-Duivendrecht.
Partijen zullen hierna Publinc Academy en Koninkrijk Marokko worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 januari 2024, met producties,
  • de conclusie van antwoord,
  • het tussenvonnis van 17 juli 2024 waarin een mondelinge behandeling is gelast,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 6 augustus 2024 en de daarin opgenomen processtukken en proceshandelingen,
  • de brief van 14 augustus 2024 van Koninkrijk Marokko met aanvullingen op het proces-verbaal,
  • de reactie van Publinc Academy op bovenstaande brief, binnengekomen bij de rechtbank op 19 augustus 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Publinc Academy is een onderneming die zich bezighoudt met het geven van training en opleiding aan beroepskrachten in de publieke sector. Publinc Academy behoort tot een groep vennootschappen waarvan de heer [naam] de enig aandeelhouder en bestuurder is. Een andere vennootschap daarin is Publinc B.V. (verder: PublincBV) die zich bezig heeft gehouden met het verrichten van organisatie- en advieswerkzaamheden. PublincBV is eind 2018 ontbonden.
2.2.
In 2015 heeft Koninkrijk Marokko het plan gehad om een cultureel centrum te openen in Amsterdam.
2.3.
Koninkrijk Marokko heeft PublincBV benaderd voor het organiseren van festiviteiten rondom de opening van het cultureel centrum op 11 en 12 december 2015.
2.4.
Op 13 november 2015 heeft Koninkrijk Marokko het programma van de openingsceremonie gezonden aan PublincBV. Bij e-mail van 17 november 2015 heeft PublincBV aan de hand van dit programma een begroting aan Koninkrijk Marokko gestuurd. Verder heeft PublincBV een lijst opgesteld van de artistieke omkleding van de opening (waaronder optredende artiesten) voor een begroot bedrag van € 71.525 en de geplande reis- verblijfkosten begroot op € 92.525.
2.5.
In november en december 2015 heeft PublincBV werkzaamheden uitgevoerd voor de opening van het cultureel centrum op 11 en 12 december 2015. Op het laatste moment is die opening door Koninkrijk Marokko uitgesteld tot een latere datum.
2.6.
PublincBV heeft op 22 december 2015 een schriftelijke overeenkomst aan Koninkrijk Marokko gezonden voor de festiviteiten rond de opening van dit cultureel centrum. In die offerte is opgenomen:
“(…)
This Project Services Agreement is entered into by:
- Publinc (…) (
Consultant) and
- Moroccan Embassy, (…) DEN HAAG (
Client) and execution of this Project Services Agreement is considered a retainer for stated Project services by Client for the period of 15 Octobre 2015 to 15 March 2016.
- Project Services will be initiated following the receipt of copy of this Project Services Agreement signed by the Client.
- E-mail confirmation authorizing the initiation of Project Services is acceptable until a signed copy of the Project Services Agreement is received by the Consultant.
(…)”
2.7.
Koninkrijk Marokko heeft bovenstaande overeenkomst niet ondertekend teruggezonden. Hij heeft ook geen bevestiging van de autorisatie van het project gestuurd aan PublincBV.
2.8.
Uiteindelijk is in maart 2016 de opening uitgesteld tot nader order door Koninkrijk Marokko.
2.9.
PublincBV heeft op 21 maart 2016 een factuur aan Koninkrijk Marokko gestuurd voor de uitgevoerde werkzaamheden in november en december 2015 en gemaakte kosten voor het project. Het factuurbedrag is € 68.779,54 inclusief btw. De uiterste betaaltermijn van deze factuur is 11 april 2016.
2.10.
In 2018 heeft PublincBV haar vorderingen op Koninkrijk Marokko gecedeerd aan Publinc Academy. PublincBV is op 31 december 2018 ontbonden.
2.11.
In 2019 heeft Koninkrijk Marokko aan Publinc Academy verzocht de factuur van 21 maart 2016 te herzien en de daarin opgenomen post aan btw te laten vervallen omdat Koninkrijk Marokko niet btw-plichtig is. In een e-mail van 2 april 2019 heeft Publinc Academy als bijlage een gereviseerde factuur van 21 maart 2016 gestuurd aan Koninkrijk Marokko voor een (aangepast) bedrag van € 56.833,59. Op deze revisie is vermeld een uiterste betaaldatum van 11 april 2016. In diezelfde e-mail heeft Publinc Academy gevraagd om betaling van die factuur.
2.12.
Namens Publinc Academy zijn verschillende aanmaningen en sommaties aan Koninkrijk Marokko gestuurd om betaling van de factuur van 21 maart 2016 te verkrijgen. Op 31 augustus 2019 heeft Publinc Academy gevraagd om betaling van de openstaande factuur, vervolgens heeft zij een incassobureau ingeschakeld. Die heeft in oktober 2021 Koninkrijk Marokko aangeschreven en gesommeerd de aangepaste factuur van 21 maart 2016 te voldoen aan Publinc Academy.
2.13.
De indirect bestuurder van Publinc Academy heeft via Whatsapp contact gehad met de ambassadeur van Koninkrijk Marokko in Nederland. Daaruit volgt de ambassadeur van Koninkrijk Marokko vanaf 2017 tot en met 2021 toezeggingen heeft gedaan aan Publinc Academy dat betaling van de factuur zal volgen maar dat het ministerie in Rabat, Marokko, daarvoor toestemming moet geven. Inmiddels is die ambassadeur niet langer werkzaam in Nederland.
2.14.
De factuur van 21 maart 2016 waarvan Publinc Academy betaling door Koninkrijk Marokko verlangd, is onbetaald gebleven.
2.15.
Het cultureel centrum te Amsterdam is nog steeds niet geopend.

3.Het geschil

3.1.
Publinc Academy vordert Koninkrijk Marokko te veroordelen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van € 58.176,92, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 11 april 2016 tot de dag van voldoening, en de proceskosten.
3.2.
Publinc Academy stelt daartoe – samengevat – dat PublincBV in 2015 werkzaamheden in opdracht van Koninkrijk Marokko heeft verricht en dat de factuur daarvoor niet is betaald ondanks toezeggingen van de ambassadeur en de consul-generaal in Nederland. Het gevorderde bedrag is het factuurbedrag is € 56.833,59, en € 1.343,3 aan buitengerechtelijke incassokosten die Publinc Academy en PublincBV hebben gemaakt.
In 2018 heeft PublincBV haar vordering op Koninkrijk Marokko gecedeerd aan Publinc Academy. Dat is voorafgaand aan de cessie gemeld aan Koninkrijk Marokko, aldus steeds Publinc Academy.
3.3.
Koninkrijk Marokko voert – kort gezegd – aan dat er geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen zoals in de tekst van de overeenkomst is opgenomen. Verder is de vordering van Publinc Academy, dan wel PublincBV, op Koninkrijk Marokko verjaard. Aan de beweerde cessie van die vordering van PublincBV aan Publinc Academy hangen onduidelijkheden want die akte is niet gedateerd. Die cessie is kennelijk verricht door een niet bestaande vennootschap. PublincBV is immers per 31 december 2018 ontbonden omdat er geen baten meer waren – dus ook geen vordering op Koninkrijk Marokko. Of de Whatsappcorrespondentie authentiek is, kan niet worden bevestigd of ontkend door Koninkrijk Marokko. De ambassadeur is niet langer in Nederland en was niet bereikbaar voor uitleg. Hij was in ieder geval niet bevoegd de factuur te betalen namens Koninkrijk Marokko. Dat mag alleen het ministerie en daarvoor is vereist dat een overeenkomst bestaat waaruit de betalingsverplichting van Koninkrijk Marokko volgt en dat de werkzaamheden succesvol zijn uitgevoerd, dat wil zeggen dat de tegenprestatie van die betalingsverplichting moet zijngeleverd. Dat is niet het geval want het cultureel centrum is niet geopend. Dan rust op Koninkrijk Marokko geen betalingsverplichting jegens PublincBV of Publinc Academy, aldus steeds Koninkrijk Marokko.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In geschil is de vraag of tussen PublincBV en Koninkrijk Marokko een overeenkomst tot stand is gekomen betreffende het organiseren van de opening van het cultureel centrum in Amsterdam op 11 en 12 december 2015.
4.2.
Uit de e-mail van 13 november 2015 volgt redelijkerwijs dat Koninkrijk Marokko aan PublincBV heeft gevraagd om die opening te organiseren. Vervolgens is PublincBV aan het werk gegaan. Publinc Academy heef ter zitting onweersproken betoogd dat PublincBV artiesten heeft benaderd, locaties voor festiviteiten heeft benaderd en die locaties ook met de consul-generaal van Koninkrijk Marokko in Amsterdam heeft bezocht en voorstellen heeft gedaan voor hotels waarin gasten konden overnachten. Dit alles is volgens Publinc Academy besproken met personeel van de ambassade te Den Haag en het consulaat te Amsterdam.
4.3.
Uit de e-mail van 17 november 2015 van PublincBV volgt dat zij de gevraagde werkzaamheden tegen betaling door Koninkrijk Marokko zal uitvoeren.
4.4.
Uit dit alles volgt dat PublincBV diensten heeft uitgevoerd in opdracht van en in overleg met Koninkrijk Marokko tegen betaling daarvan door Koninkrijk Marokko. Daarbij is niet van belang dat geen schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen of dat niet is voldaan aan de tekst van de conceptovereenkomst van 22 december 2015. Bovendien waren op dat moment de werkzaamheden al uitgevoerd door PublincBV zodat de tekst van dat concept in redelijkheid niet doorslaggevend is bij de beantwoording van de vraag of een overeenkomst tussen PublincBV en Koninkrijk Marokko tot stand is gekomen.
4.5.
De omvang van de werkzaamheden waarvoor een vergoeding wordt gevorderd en de kwaliteit van de prestatie door PublincBV zijn niet betwist door Koninkrijk Marokko.
4.6.
Onder deze omstandigheden rust er dan ook een betalingsverplichting op Koninkrijk Marokko om de factuur van 21 maart 2016, aangepast in 2019 tot een bedrag van € 56.833, 59 te betalen aan Publinc Academy.
4.7.
Ter zitting heeft de UBO van Publinc Academy onweersproken betoogd dat de cessie van de vorderingen van PublincBV op Koninkrijk Marokko aan Publinc Academy heeft plaatsgevonden in 2018 en met medeweten van Koninkrijk Marokko. Het verder niet onderbouwde verweer van Koninkrijk Marokko dat die cessie te laat zou hebben plaatsgevonden houdt daarom geen stand.
4.8.
Dit geldt ook voor het verweer van Koninkrijk Marokko dat de vordering van Publinc Academy is verjaard. De vordering van PublincBV op Koninkrijk Marokko is ontstaan in 2015 en daartoe is voor het eerst in maart 2016 een factuur opgesteld en verzonden, vervolgens is die factuur in 2019 op verzoek van Koninkrijk Marokko aangepast en wederom verzonden, en tot slot zijn in 2021 aanmaningen en sommaties tot betaling van die factuur verzonden aan Koninkrijk Marokko. Verder blijkt uit het procesdossier dat Publinc Academy ook op informele wijze herhaaldelijk heeft gevraagd om betaling van de factuur en dat Koninkrijk Marokko toezeggingen heeft gedaan over te gaan tot betalen, dan wel uit te zoeken waarom betaling achterwege is gebleven. Uit dit alles volgt redelijkerwijs dat Publinc Academy aanspraak is blijven maken op betaling van de factuur door Koninkrijk Marokko. Van verjaring van de vordering op Koninkrijk Marokko is dan ook geen sprake.
4.9.
Uit het verder verweer van Koninkrijk Marokko wordt begrepen dat de betalingsverplichting pas kan worden voldaan indien alle werkzaamheden van het project zijn afgerond. Dit verweer houdt geen stand. Tussen partijen is in 2015 kennelijk overeengekomen dat alle werkzaamheden van PublincBV in een keer zouden worden gefactureerd. Dit is echter niet mogelijk omdat Koninkrijk Marokko heeft besloten de opening van het cultureel centrum in Amsterdam uit te stellen, eerst tijdelijk en daarna voor onbepaalde tijd. Uit niets is gebleken dat de prestaties van Publinc Academy (of PublincBV) van enige invloed is geweest op die beslissing van Koninkrijk Marokko. PublincBV heeft de factuur voor de uitgevoerde en niet betwiste werkzaamheden verstuurd nadat Koninkrijk Marokko de opening voor onbepaalde tijd heeft uitgesteld. Onder deze omstandigheden kan Koninkrijk Marokko redelijkerwijs niet verwachten dat haar betalingsverplichting jegens PublincBV (inmiddels Publinc Academy) voor de uitgevoerde en niet betwiste werkzaamheden eveneens voor onbepaalde tijd is uitgesteld.
4.10.
De slotsom is dat de vordering van Publinc Academy wordt toegewezen. De overeenkomst tussen partijen is een handelsovereenkomst als bepaald in artikel 6:119a BW zodat die rente zal worden toegepast over de toe te wijzen hoofdsom. Publinc Academy heeft vermeerdering met die rente gevorderd vanaf 11 april 2016. Uit het procesdossier volgt dat de eerste factuur met die uiterste betaaldatum aanzienlijk is aangepast in 2019. Daarom wordt voor de ingangsdatum van de wettelijke rente over de hoofdsom aangesloten bij de brief van 31 augustus 2019 van Publinc Academy en het op de factuur vermelde verzoek
“(…) that you pay this invoice within 14 days (…)”. De vermeerdering met wettelijke rente zal dus worden toegewezen vanaf 15 september 2019.
4.11.
Publinc Academy heeft ook vergoeding gevorderd van buitengerechtelijke incassokosten voor een bedrag van € 1.343,33. Dit bedrag komt overeen met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en wordt eveneens toegewezen. Omdat deze betalingsverplichting volgt uit de wet, wordt de gevorderde vermeerdering met wettelijke handelsrente afgewezen. De wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW wordt toegepast, vanaf de dag dat Koninkrijk Marokko niet heeft voldaan aan de laatste sommatie die namens Publinc Academy is gestuurd (dat is drie dagen na 19 januari 2022) en waarin aanspraak is gemaakt op een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het door Publinc Academy ingeschakelde incassobureau heeft Koninkrijk Marokko voor het eerst bij brief van 5 oktober 2019 gesommeerd om binnen vijf dagen onder meer de hoofdsom en de incassokosten te voldoen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom vanaf 10 oktober 2021 toegewezen.
4.12.
Koninkrijk Marokko wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, aan de zijde van Publinc Academy tot op heden begroot op:
- explootkosten
112,37
- griffierecht
2.889,00
- salaris advocaat
2.228,00
- nakosten
173,00
(plus verhoging als vermeld in de beslissing)
Totaal
5.402,37

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Koninkrijk Marokko tot betaling aan Publinc Academy van € 56.833,59 (zegge: zesenvijftigduizend achthonderddrieëndertig euro en negenenvijftig cent ), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 15 september 2019 tot de dag van voldoening,
5.2.
veroordeelt Koninkrijk Marokko tot betaling aan Publinc Academy van € 1.343,33, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 10 oktober 2021 tot de dag van voldoening,
5.3.
veroordeelt Koninkrijk Marokko in de proceskosten, aan de zijde van Publinc Academy tot op heden begroot op € 5.402,37, te vermeerderen met € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten indien Koninkrijk Marokko niet binnen 14 dagen na aanschrijving van dit vonnis voldoet aan dit vonnis en dit vonnis wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen, rechter, bijgestaan door mr. R.E.R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024 door mr. M. Wouters, rechter.