ECLI:NL:RBAMS:2024:6264
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- R.A. Dudok van Heel
- E. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de voorzieningenrechter bij herziening van ex-parte verbod op basis van artikel 1019e Rv
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft eiser, handelend onder de naam [handelsnaam], een kort geding aangespannen tegen Automattic Inc. en WooCommerce Inc. De eiser vorderde onder andere de opheffing van conservatoire beslagen die door Automattic waren gelegd, alsook de herziening van een eerder door de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam opgelegd ex-parte verbod. Dit verbod was gericht tegen het maken van inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van Automattic. Tijdens de zitting op 2 oktober 2024 heeft eiser zijn vorderingen toegelicht, terwijl Automattic verweer voerde en een exceptie van onbevoegdheid opwierp. Automattic stelde dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam niet bevoegd was om de herzieningsvordering te behandelen, aangezien het verbod was opgelegd door de voorzieningenrechter in Rotterdam. Eiser betwistte dit en voerde aan dat de herzieningsprocedure vergelijkbaar was met een opheffingskortgeding, en dat de samenhang tussen beide vorderingen een gezamenlijke behandeling rechtvaardigde.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de wetgever heeft bedoeld dat alleen de voorzieningenrechter die het ex-parte verbod heeft opgelegd, bevoegd is om kennis te nemen van de herzieningsvordering. Dit is vastgelegd in artikel 1019e Rv, dat bepaalt dat de voorzieningenrechter die het bevel heeft gegeven, ook de bevoegdheid heeft om het te herzien. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich daarom onbevoegd verklaard en de procedure voor de herziening van het ex-parte verbod doorverwezen naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De beslissing om de procedure te verwijzen is genomen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de standpunten van beide partijen. Voor het overige zal het vonnis op 22 oktober 2024 worden gewezen.