Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.1. De procedure
- het verzoekschrift van 22 augustus 2024;
- de zittingsaantekeningen van de zitting van de enkelvoudige kamer op 6 augustus 2024;
- de schriftelijke reactie van de rechter met bijlage.
Rechtbank Amsterdam
Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure tegen mr. T.L. Fernig-Rocour, bestuursrechter te Amsterdam. Het wrakingsverzoek was ingediend door Truck Care Amsterdam C.V. en een tweede verzoeker op 22 augustus 2024, maar werd niet ontvankelijk verklaard omdat het verzoek niet tijdig was ingediend. De wrakingsprocedure volgde op een eerdere zitting op 6 augustus 2024, waar verzoekers stukken hadden ingebracht die onder geheimhouding waren ingediend. De rechter had deze stukken ten onrechte doorgestuurd naar de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, zonder dat de rechtbank had beoordeeld of kennisname gerechtvaardigd was.
De gemachtigde van verzoekers stelde dat de rechter partijdig was door de gang van zaken tijdens de zitting en het doorzenden van de stukken. De rechter betwistte echter de beschuldigingen van partijdigheid en stelde dat het verzoek niet ontvankelijk was omdat het niet onverwijld was ingediend, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek, dat meer dan twee weken na de zitting was ingediend, niet tijdig was en verklaarde verzoekers niet ontvankelijk.
De rechtbank wees ook het verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat de wrakingsprocedure daarvoor geen wettelijke grondslag biedt. De beslissing werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open.