Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure waarbij het verzoek tot wraking van mr. P. Vrugt, rechter te Amsterdam, door de wrakingskamer is afgewezen. Het verzoek was ingediend door een gedaagde in een civiele procedure, waarbij Zimmerman & Partners B.V. als eisende partij optreedt. De wrakingsgrond was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechter, die volgens verzoeker een voorlopig oordeel had gegeven tijdens de mondelinge behandeling en niet voldoende ruimte had geboden voor getuigenbewijs. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de gronden voor wraking pas meer dan tien dagen na de zitting waren aangevoerd. Bovendien werd opgemerkt dat het ontbreken van het voorlopig oordeel in het proces-verbaal geen geldige grond voor wraking kon zijn, omdat een proces-verbaal een samenvatting is en niet letterlijk alle uitspraken bevat. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond en heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De procedure onder zaaknummer C/13/747223 / HA ZA 24-214 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.