ECLI:NL:RBAMS:2024:6204

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/705132 / HA ZA 21-687
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing in complexe civiele rechtszaken met meerdere eisers en gedaagden inzake dieselemissies

Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een rolbeslissing genomen in een complexe civiele procedure met meerdere eisers en gedaagden, waarbij de stichting STICHTING EMISSION CLAIM en andere stichtingen betrokken zijn. De eiseressen, vertegenwoordigd door advocaat mr. C. Jeloschek, hebben Stellantis N.V. en Stellantis Nederland B.V. als gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Knigge, aangeklaagd. Daarnaast zijn er meerdere andere gedaagden, waaronder buitenlandse rechtspersonen en autodealers, die ook in deze zaak betrokken zijn. De rechtbank heeft eerder op 3 juli 2024 bepaald dat de mondelinge behandeling op 11 februari 2025 zal plaatsvinden, waarbij de focus ligt op de aansprakelijkheid van de gedaagden in verband met de aanwezigheid van manipulatie-instrumenten in dieselvoertuigen.

De rechtbank heeft in deze rolbeslissing verduidelijkt dat de mondelinge behandeling zich zal beperken tot de essentiële vraag of de voertuigen die door Stellantis c.s. en de Autodealers op de Nederlandse markt zijn gebracht, manipulatie-instrumenten bevatten en of er een rechtvaardiging voor deze aanwezigheid bestaat. Tevens zal de geldigheid van de typegoedkeuringsbesluiten aan de orde komen, evenals de stelplicht en bewijslastverdeling. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de mondelinge behandeling een akte in te dienen over het 'Unierechtelijk kader', dat betrekking heeft op de bindende werking van de typegoedkeuringsbesluiten.

De zittingsagenda voor de mondelinge behandeling is vastgesteld, waarbij de rechtbank partijen heeft verzocht om hun spreektijd onderling te verdelen en uiterlijk 5 februari 2025 een opgave te doen van de aanwezige advocaten en vertegenwoordigers. De rechtbank heeft verder bepaald dat nadere stukken tot uiterlijk acht weken voor de mondelinge behandeling mogen worden ingediend. De rolbeslissing is openbaar uitgesproken door de rechters en griffier.

Uitspraak

rolbeslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Rolbeslissing van 18 september 2024
in de zaak C/13/705132 / HA ZA 21-687 van
de stichting
STICHTING EMISSION CLAIM,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. C. Jeloschek te Amsterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
STELLANTIS N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STELLANTIS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden 1 en 2,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
en
in de zaak C/13/712754 / HA ZA 22-71 van
de stichting
STICHTING CAR CLAIM,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. P. Haas te Rotterdam,
tegen de hiervoor onder 1 en 2 genoemde gedaagden en tegen
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
STELLANTIS AUTO S.A.S.,voorheen
PSA AUTOMOBILES S.A.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AUTOMOBILES PEUGEOT S.A.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AUTOMOBILES CITROËN S.A.S.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
7. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GM DEUTSCHLAND HOLDINGS GMBH,voorheen
ADAM OPEL GMBH,
gevestigd te Frankfurt am Main, Duitsland,
8. de rechtspersoon naar buitenlands recht
OPEL AUTOMOBILE GMBH,
gevestigd te Rüsselsheim am Main, Duitsland,
9. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GENERAL MOTORS HOLDINGS LLC,
gevestigd te Detroit (Michigan), Verenigde Staten van Amerika,
10. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GENERAL MOTORS COMPANY,
gevestigd te Detroit (Michigan), Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden 4 tot en met 10,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
en tegen
gedaagden 11 t/m 137,
de Autodealers, [1]
advocaat mr. M.J. van Joolingen te ’s-Hertogenbosch,
en
in de zaak C/13/712812 / HA ZA 22-72 van
de stichting
STICHTING DIESEL EMISSIONS JUSTICE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. J.D. Edixhoven te Amsterdam,
tegen de hiervoor onder 1, 2 en 4 tot en met 137 genoemde gedaagden.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk de Stichtingen worden genoemd. Gedaagden 1, 2 en 4 tot en met 10 zullen hierna gezamenlijk Stellantis c.s. worden genoemd. Gedaagden 11 t/m 137 zullen hierna gezamenlijk de Autodealers worden genoemd.

1.De procedures

in alle zaken

1.1.
Het verloop van de procedures in alle zaken blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 juli 2024,
  • de uitlating op de rol van 31 juli 2024 door mr. Edixhoven namens de Stichtingen,
  • de uitlating op de rol van 31 juli 2024 door mr. Knigge namens Stellantis c.s. en de Autodealers,
  • het bericht van mr. Knigge van 31 juli 2024 namens Stellantis c.s.,
  • het bericht van mr. Edixhoven van 31 juli 2024 namens de Stichtingen,
  • het bericht van de rechtbank van 13 augustus 2024, waarin is bepaald dat de mondelinge behandeling op 11 februari 2025 plaatsvindt.

2.De beoordeling

2.1.
In het vonnis van 3 juli 2024 is bepaald dat de mondelinge behandeling zich zal beperken tot, kort gezegd, de aansprakelijkheid. Op verzoek van partijen verduidelijkt de rechtbank dat die mondelinge behandeling zich toespitst op en zodoende beperkt is tot de voor die aansprakelijkheid essentiële vraag of zich in de voertuigen met dieselmotor die (de rechtsvoorgangers van) Stellantis c.s. en de Autodealers in de relevante periode op de Nederlandse markt hebben gebracht manipulatie-instrumenten bevinden en of voor die aanwezigheid een rechtvaardiging bestaat. In het kader van die vraag zal ook de geldigheid van de typegoedkeuringsbesluiten, alsmede de stelplicht en bewijslastverdeling en het verzoek van de Stichtingen op grond van artikel 22 Rv aan orde komen.
2.2.
In hetgeen partijen daarover naar voren hebben gebracht, ziet de rechtbank aanleiding hen in de gelegenheid te stellen voorafgaand aan de mondelinge behandeling een akte te nemen over wat door partijen is aangeduid als het ‘Unierechtelijk kader’, dat wil zeggen de vraag naar de al dan niet bindende werking van de typegoedkeuringsbesluiten en in hoeverre de (civiele) rechter een oordeel kan geven over doorwerking van die besluiten in de civielrechtelijke rechtsverhoudingen. De zaak zal daartoe naar de rol van 16 oktober 2024 worden verwezen voor het door de Stichtingen nemen van een akte over uitsluitend dit onderwerp, waarna Stellantis c.s. en de Autodealers vier weken daarna bij antwoordakte mogen reageren. Anders dan de Stichtingen hebben verzocht, is er geen reden voor een andere volgorde. De aktes mogen maximaal 12 pagina’s beslaan.
2.3.
De zittingsagenda voor de mondelinge behandeling op 11 februari 2025 wordt als volgt vastgesteld:
09.00 – 09.15
introductie
09.15 – 11.15
eerste termijn van de Stichtingen
11.15 – 11.30
korte pauze
11.30 – 12.30
eerste termijn gedaagden
12.30 – 13.15
lunchpauze
13.15 – 14.15
voortzetting eerste termijn gedaagden
14.15 – 14.30
korte pauze
14.30 – 15.30
vragen rechtbank en beantwoording daarvan
15.30 – 16.15
tweede termijn van de Stichtingen
16.15 – 17.00
tweede termijn gedaagden
2.4.
De Stichtingen dienen hun spreektijd in onderling overleg te verdelen. Datzelfde geldt voor Stellantis c.s. en de Autodealers. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat zij elk hun standpunten waar mogelijk op elkaar afstemmen om herhaling te voorkomen. In de eerste termijn van gedaagden is begrepen een reactie op de eerste termijn van de Stichtingen.
2.5.
De rechtbank ontvangt graag uiterlijk 5 februari 2025 een opgave van elk van partijen welke advocaten en vertegenwoordigers van partijen bij de mondelinge behandeling aanwezig zullen zijn. Die opgave kan per e-mail worden gestuurd aan de griffie (berichtenprocesvoeringdagv.rb-ams@rechtspraak.nl).
2.6.
Ten slotte brengt de rechtbank in herinnering dat in het vonnis van 3 juli 2024 is beslist dat nadere stukken tot uiterlijk acht weken voor de mondelinge behandeling mogen worden ingediend.

3.De beslissing

De rechtbank
in alle zaken
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
16 oktober 2024voor akte aan de zijde van de Stichtingen over het in 2.2 genoemde onderwerp, waarna Stellantis c.s. en de Autodealers vier weken daarna bij antwoordakte mogen reageren,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze rolbeslissing is gegeven door mr. J.T. Kruis, mr. N.C.H. Blankevoort en mr. M. Wouters, rechters, bijgestaan door mr. P. Palanciyan, griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2024.

Voetnoten

1.Voor de gegevens van gedaagden 11 t/m 137 wordt verwezen naar het vonnis van 16 augustus 2023.