3.4.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de rol van verdachte bij de overval op [winkel] groter is geweest dat hij wil doen geloven.
Verdachte heeft bekend dat hij ervan op de hoogte was waar en wanneer de overval zou plaatsvinden en dat hij heeft geprobeerd om mensen te vinden die deze overval feitelijk wilden uitvoeren. Ook heeft hij mensen gevraagd om een (nep)wapen. Daarnaast was het de bedoeling dat hij de weg te nemen brillen zou proberen te verkopen.
Ook heeft hij verklaard dat hij die ochtend in een Toyota naar Amstelveen is gereden en tijdens de overval in de buurt van de [winkel] heeft gewacht.
Uit deze verklaring blijkt reeds van een aanzienlijke betrokkenheid die verdachte bij de overval heeft gehad.
Op camerabeelden is te zien dat rond 10:42 uur – zeer kort na de overval - drie mannen op de Dr. Plesmansingel in Amstelveen lopen. Twee van de mannen zijn in het zwart gekleed, één draagt lichte kleding. De signalementen van de in het zwart geklede mannen komen overeen met die van de overvallers. Het signalement van de derde man komt overeen met die van verdachte.Verdachte heeft verklaard dat hij inderdaad deze derde persoon is.
De rechtbank constateert dat verdachte onmiddellijk na de overval in aanwezigheid was van de twee overvallers en met hen opliep.
De getuige [getuige 1] heeft kort na de overval twee jongens op straat zien rennen vanuit de Spaanse Aaklaan. De twee rennende jongens waren in het donker gekleed en hadden gezichtsbedekking. Eén van de jongens had een groot vuurwapen in zijn rechterhand terwijl hij rende. De andere jongen had een witte tas bij zich.
Op haperende beelden/afbeeldingen van een camera gericht op de Lindenhof is te zien dat op 14 maart 2024 om 10:45 uur een witte Toyota in een parkeervak parkeert. Deze auto rijdt om 10:47 uur weer weg.
Een verbalisant heeft gezien dat deze Toyota vanaf de parkeerplaatsen bij de Lindenhof kwam rijden, met daarin alleen de bestuurder. Het betrof een Toyota Yaris met kenteken [kenteken] . De auto is staande gehouden voor een controle. De bestuurder bleek medeverdachte [medeverdachte 3] te zijn. Omdat er niets belastends werd aangetroffen in de auto mocht [medeverdachte 3] weer doorrijden.
Nadat op één van de parkeerplaatsen van de Lindenhof het wapen was aangetroffen, is de Toyota in de ANPR geplaatst en op 14 maart 2024 te 12:30 uur aangetroffen op een parkeerplaats in Purmerend . In de auto zaten toen verdachte als passagier en [medeverdachte 3] als bestuurder.
Verdachte bleek drie Cartier brillen, met prijskaartjes, in zijn onderbroek te hebben verborgen. Verdachte en [medeverdachte 3] zijn vervolgens aangehouden.
De Cartier brillen zijn later door een medewerker van de [winkel] herkend als eigendom van deze onderneming.
In de achterbak van de Toyota lagen twee jassen. In de ene jas zat een OV-chipkaart op naam van [medeverdachte 1] en in de andere jas een OV-chipkaart en identiteitskaart op naam [medeverdachte 2] .
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij de Toyota Yaris met kenteken [kenteken] , die op naam staat van zijn moeder, op 12 maart 2014 heeft uitgeleend aan een zekere [naam 5] . [naam 5] zou de auto op 14 maart 2024 rond 12:30 uur weer terugbrengen.
Verdachte heeft verklaard dat hij bij de communicatie op zijn telefoon gebruik maakt van de naam [naam 5] .
De rechtbank stelt vast dat verdachte zeer kort na overval in het bezit was van een deel van de bij de overval buitgemaakte brillen. Het kan bovendien worden aangenomen dat de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] die dag eveneens in de door [verdachte] geleende Toyota hebben gezeten, omdat immers hun jassen met pasjes in deze auto waren achtergelaten. [medeverdachte 2] en [verdachte] zijn kennelijk die ochtend eveneens met de Toyota naar de plaats delict gereisd.
De Toyota Yaris met kenteken [kenteken] blijkt de nacht daarvoor in Purmerend staande te zijn gehouden en gecontroleerd. Aan de hand van de ANPR-camera's is te zien dat de Toyota Yaris op 14 maart 2024, vanaf 00.22:24 uur vanuit Amsterdam in de richting van Rotterdam is gereden en op 14 maart 2024, te 00.57:23 uur de ANPR-camera in Delft is gepasseerd. Vervolgens is de Toyota Yaris op 14 maart 2024, te 01.29:09 uur teruggereden in de richting van Purmerend . Op 14 maart 2024, te 02.05 uur is de Toyota Yaris gecontroleerd terwijl deze vanaf de A7 de afslag Purmerend Noord neemt. In de auto zaten verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 2] is woonachtig in [plaats] .
De rechtbank neemt daarom aan dat [verdachte] en [medeverdachte 3] de nacht voor de overval samen [medeverdachte 2] in de regio Rotterdam hebben opgehaald.
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte zijn conversaties op Snapchat en Signal aangetroffen.
Tussen [verdachte] ( [naam 5] ) en ‘ [bijnaam] ’ tussen 13 maart 2024 tussen 21:18 uur en 14 maart 05:45 uur:
[naam 5] : Niffo k heb morgen wat. Heb en fitte speler nodig.
(…)
[naam 5] : Op snelheid gwn. Alles is gefixt. Vw P alles
(…)
[naam 5] : Andere persoon is er ook al. Deze man moet alleen. Raam intikken, dingen pakken.
(…)
[naam 5] : Ben je buurt bro? Heb je geen ijzer daar of neppe. Voor morgen ochtend.
Tussen [verdachte] en ‘ [naam 6] ’ tussen 13 maart 2024 19:18 uur en 14 maart 2024 11:29 uur:
[naam 5] : Ey [naam 6] . Hoor dan. [medeverdachte 4] heft met net gezegd die plastice P heeft ie niet osso. We kunnen die ding van jou gebruiken je staat garant. Je krijgt pap ervoor als ie kwijt is of en andere
[naam 6] : Hij is niet van mij bro.
[naam 5] : Maakt niet uit. Is voor en uurtje. Je krijgt en brilletje voor mooi prijzzie. Haal die kogels eruit. Er moet alleen strak gedaan mee worden. Geen gekke dingen
(…)
[naam 6] : Jaa. Welke zijn er.
[naam 5] : Laat je zo zien. 7 b per stuk he. Geen onderhandelingen mogelijk ook. [naam 6] : stuur nou maar.
[naam 5] : stuurt een video (op de video zijn drie brillen te zien met daaraan nog de prijskaartjes, je hoort dat de auto rijdt)
Gesprek met [naam 7] op 14 maart 2024 tussen 11:28 uur en 11:46 uur:
[naam 5] : Hb er 15 neef. Je kan t kopen.
[naam 7] : Nee neef. Ik koop helemaal niks. Knaken zijn op.
Groepsgesprek tussen [naam 5] ( [naam 5] .07), [naam 8] en [naam 6] ( [naam 6] ) op 13 maart 2024 tussen 21:59 uur en 14 maart 2024 11:14 uur:
[naam 5] : Heb morgen een voor je [naam 6] . Ramen tikken. Amstelveel. Cartier brillen eruit halen. Stuk of 30. Je gaat met en neger van de [plaats] .
[naam 6] : Zit niemand in die auto.
[naam 5] : Winkel haha. Die neger houdt die winkel medewerker strak. Jij tikt ramen. En pakt die brillen.
[naam 6] : Is gewoon een overval hou je kop.
[naam 5] : Ja haha. Auto staat straat erachter. Zet je erin. Ga je weg. Wordt in de avond opgehaald.
[naam 6] : Doe zelf. 30 brillen.
[naam 5] : Ab so luut niet. Dankje. Je kan bril van me kopen bro. Nieuwe monturen.
[naam 6] : Isgoed.
[naam 5] : Helft van prijs.
(…)
[naam 6] : Maar ga geen overval doen sorry voor 10- 15 kop.
[naam 8] : Te heet.
(….)
[naam 6] : Ja ik had iemand anders geregeld. Maar wie gaan er allemaal haha.
[naam 5] : 2 gasten maar. Bro als je iemand hebt had je me noeten zeggen. Doe je ook niet.
[naam 6] : Jaa wie han. 2 gasten plus jij en [medeverdachte 3] .
[naam 5] : Ik en [medeverdachte 3] gaan niet bro. Telefoon. Mee kijken. hoe het gaat.
Gesprek op Signal tussen ‘ [naam 5] ’ en ‘ [naam 9] ’ op 14 maart 2024 tussen 08:41 uur en 09:33 uur:
[naam 5] : Yo neef. Waar jij
[naam 9] : 5 min ben ik daar buurt. Wa jy
[naam 5] : Stuurt locatie[de rechtbank constateert een locatie in de onmiddellijke omgeving van [winkel] te Amstelveen]
[naam 5] : Rij die straat in. Voor dat je langs die winkel rijdt. Eerste rechts. Bra fakka. K sta hier mensen kijken dit dat.
[naam 9] : drie inkomende voice calls
[naam 5] : Ey hoor dan. Zeg tegen ze als ze die steeg uit lopen. Stak daar meteen.
Uit deze gesprekken blijkt dat verdachte intensief bezig is geweest om uitvoerders van de overval te ronselen, waarbij hij ook op zoek was naar iemand met een wapen of nepwapen. Daarnaast blijkt dat verdachte na de overval vanuit de auto heeft geprobeerd om kopers te vinden voor enkele van de bij de overval buitgemaakte brillen. Verdachte geeft in één van de gesprekken aanwijzingen aan een persoon met de gebruikersnaam [naam 9] hoe deze moet rijden en stuurt een locatie in de buurt van de brillenwinkel.
Betrokkenheid aan een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook wanneer het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Verdachte heeft voorafgaande aan de overval geprobeerd om mensen te vinden die de overval feitelijk wilden uitvoeren, waarbij hij tevens iemand zocht met een wapen of nepwapen. De avond voor de overval is hij samen met [medeverdachte 3] richting Rotterdam gereden om [medeverdachte 2] , één van de uitvoerders van de overval, op te halen. De volgende dag is hij samen met de beide uitvoerders, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , in de door hem geleende Toyota naar de [winkel] gereden. Voorafgaande aan de overval heeft hij aan [naam 9] een locatie in de buurt van de [winkel] gestuurd en heeft hij hem aanwijzingen gegeven. Tijdens de overval heeft hij in de buurt gewacht. Kort na de overval heeft hij zich bij de beide uitvoerders gevoegd en is hij in het bezit gekomen van drie weggenomen Cartier brillen. Deze brillen heeft hij later die dag proberen te verkopen terwijl hij samen met [medeverdachte 3] in de Toyota reed.
Aldus heeft verdachte een zeer actieve rol gehad in de voorbereidings- en de uitvoeringsfase van de overval, terwijl hij na de overval een deel van de buit heeft proberen te verkopen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de andere deelnemers van de overval, en dat verdachte als medepleger van de overval moet worden aangemerkt.
Partieel vrijspraak met betrekking tot [naam 10]
heeft vanaf de straat de overval zien gebeuren en heeft, zoals ook op de camerabeelden is te zien, geprobeerd om de toegangsdeur tot de winkel met een stoel te blokkeren. Hij is uiteindelijk weggelopen omdat hij werd geconfronteerd met de verdachten en het wapen dat één van de overvallers bij zich had. De rechtbank acht het bewijs echter onvoldoende om bewezen te achten dat dit wapen opzettelijk op [naam 10] is gericht. Zij zal verdachte daarom van dit onderdeel tenlastelegging vrijspreken.