Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Lublinin Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
;
the District Court Lublin-Wschód in Lublin,met kenmerk II Ko 921/16, is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen vanwege de veroordeling voor nieuwe strafbare feiten (zogenaamde “triggering facts”) bij vonnis II.
the Regional Court in Lublinvan 16 maart 2016 met kenmerk V Ka 190/16 is vonnis II in stand gebleven.
4.Artikel 12 OLW
vonnis I, met kenmerk II K 188/13 en vonnis II, met kenmerk II K 728/14)in persoon is verschenen bij de processen die tot de beslissingen hebben geleid. Uit de aanvullende informatie van 12 augustus 2024 volgt dat de opgeëiste persoon ook in persoon is verschenen in de procedure in hoger beroep tegen het vonnis II. Dit betekent dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW op geen van deze procedures van toepassing is.
5.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
negatiefgeregistreerd inkomen had en met betrekking tot 2023 en 2024 waren in het geheel geen stukken overgelegd.
7.Heropening
- of de opgeëiste persoon op basis van de thans aangeleverde stukken voor gelijkstelling in aanmerking komt en, zo ja,
- of de (facultatieve) weigeringsgrond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW zich ten aanzien van (één van) de vonnissen voordoet en, zo ja,
- hoe daarmee moet worden omgegaan.
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd met het hiervoor onder 7. beschreven doel.