ECLI:NL:RBAMS:2024:6153

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/755099 / HA ZA 24-890
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Internationaal privaatrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale rechtsmacht en litispendentie in geschil tussen eenmanszaak en Litouwse bank

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vordert de eiser, een eenmanszaak onder de handelsnaam [handelsnaam], een verklaring voor recht dat de Litouwse bank Revolut tekort is geschoten in haar zorgplicht en onrechtmatig heeft gehandeld. De eiser heeft een zakelijke rekening geopend bij Revolut, maar na een grote transactie van de Belgische fiscus heeft Revolut het bedrag teruggeboekt en de rekening per 29 mei 2023 gesloten. De eiser vordert onder andere schadevergoeding van € 3.657.988,- en het voortzetten van de bancaire relatie.

Revolut heeft in het incident een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat er een exclusieve forumkeuze is voor de Litouwse rechter en dat er een procedure aanhangig is bij de Vilnius Regional Court die hetzelfde onderwerp betreft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Litouwse procedure eerder aanhangig was dan de Nederlandse procedure en dat de Nederlandse rechter zich niet mag uitspreken over de bevoegdheid voordat de Litouwse rechter dat heeft gedaan. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van de beslissing van de Litouwse rechter over diens bevoegdheid.

De rechtbank heeft de zaak naar de parkeerrol verwezen en verdere beslissingen aangehouden. Dit vonnis is gewezen op 9 oktober 2024 door rechter R.H.C. Jongeneel, bijgestaan door griffier C.E.P. Honing.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/755099 / HA ZA 24-890
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van
[eiser], h.o.d.n. [handelsnaam] ,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
advocaat: mr. D.Y.C.T. Gloudemans,
tegen
REVOLUT BANK UAB,
te Vilnius (Litouwen),
gedaagde partij,
hierna te noemen: Revolut,
advocaat: mr. D.A. Apperloo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 1 augustus 2024, met producties en
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] drijft een eenmanszaak. In december 2022 heeft [eiser] voor zijn eenmanszaak ‘ [handelsnaam] ’ een zakelijke rekening met rekeningnummer IBAN [rekeningnummer] geopend bij de Litouwse bank Revolut.
2.2.
Via de zakelijke rekening vonden verschillende transacties plaats. Op 2 april 2023 werd een bedrag van € 3.657.988,- bijgeschreven, afkomstig van de Belgische fiscus. Revolut heeft dit bedrag laten terugboeken.
2.3.
Op 19 mei 2023 heeft Revolut aan [eiser] laten weten dat de rekening van [handelsnaam] per 29 mei 2023 zal worden gesloten.

3.Het geschil in de hoofdzaak

3.1.
[handelsnaam] vordert, kort samengevat, een verklaring voor recht dat Revolut is tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplicht dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens [handelsnaam] waarbij Revolut de schade van [handelsnaam] moet vergoeden, nader op te maken bij staat. [handelsnaam] vordert daarnaast dat Revolut wordt veroordeeld tot betaling van € 3.657.988,-, te vermeerderen met rente, tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, tot het voortzetten van de bancaire relatie met [handelsnaam] en tot betaling van de proceskosten en nakosten.
3.2.
[handelsnaam] legt aan de vordering ten grondslag dat Revolut haar contractuele verplichtingen en de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden door terugboeking van het bedrag zonder toestemming van [handelsnaam] en door het opzeggen van de bancaire relatie. [handelsnaam] heeft hierdoor schade geleden.
3.3.
Revolut heeft geen conclusie van antwoord in de hoofdzaak ingediend.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Revolut vordert dat de rechtbank:
primair zich onbevoegd verklaart kennis te nemen van het geschil;
subsidiair de zaak aanhoudt tot de Vilnius Regional Court haar bevoegdheid heeft vastgesteld (of uitspraak heeft gedaan) en
[handelsnaam] veroordeelt in de proceskosten en nakosten in het incident en die veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaart.
4.2.
Revolut legt hieraan ten grondslag dat partijen een exclusieve forumkeuze zijn overeengekomen voor de Litouwse rechter. Daarnaast is tussen partijen een procedure aanhangig bij de Vilnius Regional Court die hetzelfde onderwerp betreft als in deze procedure en die op dezelfde oorzaak berust.
4.3.
[handelsnaam] heeft geen conclusie van antwoord in het incident ingediend.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Revolut heeft de algemene voorwaarden die volgens haar van toepassing zijn op de relatie tussen haar en [handelsnaam] in het geding gebracht. Daarin staat een exclusieve forumkeuze voor de Litouwse rechter. Daarnaast heeft Revolut stukken uit de Litouwse procedure met nummer e2-2224-866/2024 overgelegd. Dat zijn een dagvaarding met als datum 13 mei 2024 en een verweerschrift met als datum 30 juli 2024. Als partijen worden genoemd ‘ [handelsnaam] ’ en Revolut. Uit die stukken blijkt volgens Revolut dat [handelsnaam] eerder tegen Revolut een procedure in Litouwen is gestart.
De stukken zijn niet vertaald naar het Nederlands. De rechtbank gaat er bij de beoordeling evenwel vanuit dat bij de Litouwse rechter vorderingen aanhangig zijn tussen dezelfde partijen, die hetzelfde onderwerp betreffen als in deze procedure en op dezelfde oorzaak berusten. Ten eerste is dat niet betwist door [handelsnaam] . [handelsnaam] heeft geen conclusie van antwoord in het incident ingediend. Verder volgt dat voldoende uit de stukken uit de Litouwse procedure. Daarin worden als partijen de eenmanszaak van [eiser] , [handelsnaam] , met het correcte KvK-nummer en Revolut genoemd. In die procedure wordt verder exact hetzelfde bedrag als in deze procedure gevorderd en staat het rekeningnummer van de zakelijke rekening die [handelsnaam] bij Revolut hield, vermeld.
5.2.
De zaak heeft een internationaal karakter, omdat [handelsnaam] is gevestigd in Litouwen. De zaak valt onder het toepassingsbereik van de Brussel I-bis Vo [1] . Op grond van artikel 29 lid 1 Brussel I bis-Vo geldt als hoofdregel dat, wanneer voor de gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen aanhangig zijn die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, het gerecht waar de zaak het laatst aanhangig is gemaakt, zijn uitspraak aanhoudt totdat de bevoegdheid van het gerecht waar de zaak als eerste aanhangig is gemaakt, vaststaat. In artikel 32 lid 1 onder a van de Brussel I-bis Vo staat dat een gerechtelijke procedure aanhangig is vanaf het moment dat de dagvaarding bij de rechtbank is ingediend op (kort gezegd) de voorwaarde dat eiser de dagvaarding correct heeft betekend aan gedaagde. Uit de stukken uit de Litouwse procedure blijkt dat de dagvaarding van 13 mei 2024 is en het verweerschrift van 30 juli 2024. De dagvaarding in deze procedure dateert van 1 augustus 2024. De procedure in Litouwen was eerder aanhangig dan deze procedure. In de procedure in Litouwen is ook Revolut gedaagde. Uit haar verweerschrift blijkt dat zij bekend is met de procedure. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de dagvaarding correct aan haar is betekend.
5.3.
De Nederlandse rechter mag niet beslissen over de bevoegdheid om kennis te nemen van de vorderingen van [handelsnaam] , voordat de Litouwse rechter daarover heeft beslist. In afwachting van de beslissing van de Litouwse rechter houdt de rechtbank de beslissing over de bevoegdheid dan ook aan (artikel 29 lid 1 Brussel I-bis Vo). Als de Litouwse rechter zich bevoegd verklaart, zal de Nederlandse rechter zich onbevoegd verklaren om kennis te nemen van de vorderingen. Als de Litouwse rechter zich onbevoegd verklaart, zal de rechtbank alsnog moeten beoordelen of aan haar rechtsmacht toekomt. Overigens heeft [handelsnaam] in de dagvaarding niet uiteengezet waarom de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen.
5.4.
In afwachting van de beslissing van de Litouwse rechter over diens bevoegdheid, wordt de zaak aangehouden tot na te noemen roldatum.
5.5.
De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
houdt de behandeling van de zaak aan totdat in de procedure tussen partijen in Litouwen, nu aanhangig bij het Vilnius Regional Court, onherroepelijk zal zijn beslist over de bevoegdheid van de Litouwse rechter in de procedure die daar aanhangig is tussen [handelsnaam] en Revolut,
6.2.
verwijst de zaak naar de parkeerrol van
2 april 2025, opdat de meest gerede partij zich uitlaat over de vraag of de bevoegdheid van de Litouwse rechter vaststaat en
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking),