In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vordert de eiser, een eenmanszaak onder de handelsnaam [handelsnaam], een verklaring voor recht dat de Litouwse bank Revolut tekort is geschoten in haar zorgplicht en onrechtmatig heeft gehandeld. De eiser heeft een zakelijke rekening geopend bij Revolut, maar na een grote transactie van de Belgische fiscus heeft Revolut het bedrag teruggeboekt en de rekening per 29 mei 2023 gesloten. De eiser vordert onder andere schadevergoeding van € 3.657.988,- en het voortzetten van de bancaire relatie.
Revolut heeft in het incident een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat er een exclusieve forumkeuze is voor de Litouwse rechter en dat er een procedure aanhangig is bij de Vilnius Regional Court die hetzelfde onderwerp betreft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Litouwse procedure eerder aanhangig was dan de Nederlandse procedure en dat de Nederlandse rechter zich niet mag uitspreken over de bevoegdheid voordat de Litouwse rechter dat heeft gedaan. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van de beslissing van de Litouwse rechter over diens bevoegdheid.
De rechtbank heeft de zaak naar de parkeerrol verwezen en verdere beslissingen aangehouden. Dit vonnis is gewezen op 9 oktober 2024 door rechter R.H.C. Jongeneel, bijgestaan door griffier C.E.P. Honing.