ECLI:NL:RBAMS:2024:6119

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
10685508 \ CV EXPL 23-12077
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden van Basic-Fit en verklaring voor recht betreffende oneerlijke handelspraktijk

In deze zaak vorderde de eiser, een consument, de vernietiging van enkele bedingen in de algemene voorwaarden van Basic-Fit, alsook een verklaring voor recht dat de reclame-uiting 'Sporten vanaf € 19,99 per vier weken' kwalificeert als een oneerlijke handelspraktijk. De eiser stelde dat de bedingen in de algemene voorwaarden, waaronder het forumkeuzebeding, exoneratiebeding, beëindigingsbeding en prijsverhogingsbeding, oneerlijk waren in de zin van de Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De kantonrechter oordeelde dat de bedingen inderdaad oneerlijk waren, omdat zij het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoorden ten nadele van de consument. De rechter vernietigde de bedingen en verklaarde de reclame-uiting van Basic-Fit als onrechtmatig. De eiser werd in het gelijk gesteld en Basic-Fit werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10685508 \ CV EXPL 23-12077
Vonnis van 10 oktober 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BASIC FIT NEDERLAND BV,
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Basic-Fit,
vertegenwoordigd door: mr. J.H.E. de Beer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties,
- de conclusie van antwoord, met een productie,
- het instructievonnis van 23 november 2023,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte verzoek mondelinge behandeling van Basic-Fit,
- de reactie op dit verzoek van [eiser] ,
- de rolmededeling van 16 mei 2024, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling,
- de aanvullende producties ten behoeve van de mondelinge behandeling van Basic-Fit.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 juli 2024. [eiser] is verschenen bij zijn gemachtigde. Basic-Fit is verschenen bij mr. J.H.E. de Beer, vergezeld door twee collega’s. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De gemachtigde van [eiser] heeft daarbij gebruik gemaakt van spreekaantekeningen en heeft de eis ter zitting schriftelijk gewijzigd. Vervolgens is de zaak aangehouden om een minnelijke regeling te beproeven.
1.3.
Bij akte van 5 september 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] namens beide partijen bericht dat geen zij geen minnelijke regeling hebben getroffen, waarna een datum voor vonnis is bepaald.

2.De feiten

2.1.
Basic-Fit adverteert op haar website met de volgende uiting:
“Sporten vanaf € 19,99 per vier weken”.
2.2.
[eiser] heeft op 27 juli 2023 een overeenkomst gesloten met Basic-Fit, voor de (minimum)duur van een jaar, op grond waarvan hij bij Basic-Fit kon sporten.
2.3.
De overeengekomen kosten bedragen € 24,99 per periode van vier weken, behoudens de eerste periode, die kost € 19,99.
2.4.
Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Basic-Fit, versie 3 mei 2023, van toepassing verklaard. Hierin staan, voor zover hier van belang, de volgende bedingen:
ARTIKEL 5: TARIEVEN EN BETALING
(…)
h. Een keer per jaar, per 1 januari, mogen wij onze tarieven verhogen met maximaal 5%. Indien wij daarvan gebruik maken, geeft dat geen recht de overeenkomst te beëindigen, tenzij de tariefsverhoging binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst plaatsvindt, of hoger is dan 5%. Dit geldt ook voor het lidmaatschap van Founding Members. Tariefsaanpassingen vanwege overheidsmaatregelen kunnen onmiddellijk worden doorgevoerd ongeacht de hoogte en geven geen recht op ontbinding.
Dit beding wordt hierna aangeduid als: het
prijsverhogingsbeding
ARTIKEL 10: BEËINDIGEN LIDMAATSCHAP
(…)
d. Wij streven ernaar in de clubs een omgeving te creëren waarin iedereen elkaar respecteert en de regels worden nageleefd. Indien je je niet houdt aan de afspraken van de overeenkomst, of indien je je niet houdt aan de huisregels of onaanvaardbaar gedrag vertoont, dan kan Basic-Fit je de toegang tot de clubs ontzeggen en de overeenkomst (per direct) beëindigen. De beoordeling van de situatie is exclusief voorbehouden aan Basic-Fit. Je opnieuw inschrijven na een dergelijke ontzegging is een gegronde reden om het nieuwe lidmaatschap per direct te beëindigen.
Dit beding wordt hierna aangeduid als: het
beëindigingsbeding
ARTIKEL 11: RISICO EN AANSPRAKELIJKHEID
(…)
b. Basic-Fit en onze medewerkers zijn niet aansprakelijk voor materiële of immateriële schade als gevolg van een ongeval of letsel die je oploopt in onze clubs, en/of bij het gebruik van onze apparatuur en onze massagestoelen, met als uitzondering letselschade veroorzaakt door doen of nalaten van Basic-Fit.
c. We adviseren je geen waardevolle spullen mee te nemen naar de Clubs. Basic-Fit stelt altijd lockers ter beschikking maar gebruik daarvan is voor eigen risico. De ervaring leert dat geen enkele locker veilig is voor ervaren dieven. Basic-Fit aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, verlies of diefstal van je eigendommen.
Dit beding wordt hierna aangeduid als: het
exoneratiebeding
ARTIKEL 15: TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLEN
(…)
b. Alle geschillen die ontstaan naar aanleiding van de overeenkomst tussen het lid en Basic-Fit zullen worden beoordeeld door de bevoegde rechter in het arrondissement waar de thuisclub is gevestigd.
Dit beding wordt hierna aangeduid als: het
forumkeuzebeding.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. vernietiging van het forumkeuzebeding;
II. vernietiging van het exoneratiebeding;
III. vernietiging van het beëindigingsbeding, althans, indien het beding splitsbaar is, vernietiging van de in dat artikel opgenomen zin
“De beoordeling van de situatie is exclusief voorbehouden aan Basic-Fit”;
IV. vernietiging van het prijsverhogingsbeding;
V. een verklaring voor recht dat de uiting
“Sporten vanaf € 19,99 per vier weken”kwalificeert als een oneerlijke handelspraktijk en Basic-Fit mitsdien onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld;
VI. veroordeling van Basic-Fit in de kosten van het beding.
3.2.
[eiser] stelt dat de bedingen in de algemene voorwaarden die hij in deze procedure centraal stelt, geciteerd in overweging 2.3, oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Het forumkeuzebeding staat op de zwarte lijst (artikel 6:236 onder n van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)). Op grond van dit beding is de rechter in Amsterdam, waar deze zaak nu voorligt bevoegd, maar de bevoegde rechter volgens de wet is de rechter in Noord-Holland, gelet op de vestigingsplaats van Basic-Fit. Als [eiser] dat zou willen, kan hij zich op grond van het forumkeuzebeding dus niet wenden tot de wettelijk bevoegde rechter. Het exoneratiebeding is oneerlijk, behoudens tegenbewijs, vanwege de plaatsing op de grijze lijst (artikel 6:237 onder f BW). Het beëindigingsbeding staat op de zwarte lijst (artikel 6:236 onder k BW) en is daarom oneerlijk. Het prijsverhogingsbeding is oneerlijk omdat er geen reden voor wijziging in het beding staat, een opzegverbod inhoudt en er niet in voorziet dat [eiser] tijdig op de hoogte wordt gebracht van wijzigingen. Tot slot is de uiting als verwoord in overweging 3.1 onder V. bedrieglijk, misleidend en oneerlijk, althans onvolledig, omdat het feitelijk niet mogelijk is om zonder meer bij Basic-Fit te sporten voor € 19,99 per vier weken.
3.3.
Basic-Fit voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vordering. Tussen partijen bestaat geen juridisch debat over de vier voorwaarden die [eiser] ter discussie stelt. Basic-Fit heeft haar belang bij de bedingen uitgebreid toegelicht en wil(de) graag met [eiser] tot een oplossing komen. De bedingen zijn volgens Basic-Fit niet oneerlijk.
3.4.
De (overige) standpunten van partijen komen, zo nodig, bij de beoordeling nader aan de orde.

4.De beoordeling

4.1.
Het meest verstrekkende verweer van Basic-Fit komt erop neer dat [eiser] geen belang heeft bij zijn vorderingen, omdat feitelijk geen juridisch geschil speelt over de uitvoering van de overeenkomst en/of de toepasselijke algemene voorwaarden. Er bestaat volgens Basic-Fit geen debat over de bevoegdheid van de kantonrechter, aansprakelijkheid, voortijdige beëindiging van de overeenkomst of over een prijsverhoging.
4.2.
Het Europese Hof van Justitie heeft in het Provident Polska-arrest [1] beslist, kort gezegd en voor zover hier van belang, dat artikel 7 lid 1 van de richtlijn, gelezen in het licht van het doeltreffendheidsbeginsel, zich verzet tegen een nationale regeling die bepaalt dat een vordering van een consument om een beding oneerlijk te verklaren alleen kan worden toegewezen wanneer de consument een procesbelang heeft, als dat procesbelang wordt geacht niet te bestaan wanneer deze consument een vordering tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde kan instellen of wanneer hij tegen een vordering, die door de verkoper is ingesteld, kan aanvoeren dat het beding waarop de vordering is gebaseerd oneerlijk is. Volgens het Europese Hof van Justitie verleent de richtlijn een consument het recht zich tot een rechter te wenden om te laten vaststellen dat een beding in een door de verkoper met hem gesloten overeenkomst oneerlijk is en dit beding buiten toepassing te laten verklaren. De consument heeft recht op een effectieve rechterlijke bescherming. Het is in strijd met het doeltreffendheidsbeginsel als de uitoefening van de door de richtlijn aan consumenten verleende rechten uiterst moeilijk wordt gemaakt. Dit leidt tot de conclusie dat [eiser] de bedingen ter discussie in deze kan stellen en hij dus ontvankelijk is in zijn vorderingen.
4.3.
De bedingen waarvan [eiser] vernietiging wil, zijn geen bedingen die zien op het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst. Het zijn bedingen bedoeld om in meerdere overeenkomsten te worden gebruikt, waarvan niet is gebleken dat partijen hierover afzonderlijk hebben onderhandeld.
4.4.
Een beding wordt als oneerlijk beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort (artikel 3 lid 1 van de richtlijn).
4.5.
Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding moeten alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst worden meegewogen en alle andere bedingen van de overeenkomst, rekening houdend met de aard van de goederen of diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, in aanmerking worden genomen. Daarbij moet worden uitgegaan van de datum waarop de overeenkomst is gesloten. Irrelevant voor deze toets is daarom de feitelijke toepassing en uitvoering van de bedingen, of een achteraf gegeven uitleg. Verder moet rekening worden gehouden met de toepasselijke regels van het nationale recht wanneer partijen geen regeling zouden hebben getroffen. Het gaat dus om de vraag of de bedingen het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk kunnen verstoren, ook al zou de verstoring alleen onder bepaalde omstandigheden tot uiting kunnen komen of zouden de bedingen in andere omstandigheden zelfs ten goede kunnen komen aan de consument.
4.6.
De kantonrechter zal bij de beoordeling van de bedingen de door [eiser] gekozen volgorde aanhouden.
Het forumkeuzebeding
4.7.
Het forumkeuzebeding maakt het volgens [eiser] mogelijk een andere relatief bevoegde rechter aan te wijzen dan de bevoegde rechter op grond van de wet. Basic-Fit heeft aangevoerd dat zij het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden heeft opgenomen om het voor een lid mogelijk te maken om eventuele geschillen voor te leggen aan de rechter van het arrondissement van de thuisclub van het lid. Dat gegeven impliceert volgens Basic-Fit al dat de bepaling niet oneerlijk is. Doorgaans zal toepassing van het beding leiden tot de bevoegdheid van de rechter van de woonplaats van het lid, aldus Basic-Fit.
4.8.
In artikel 6:236 onder n BW is bepaald dat een beding in de algemene voorwaarden tussen een handelaar en een consument als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt als dat beding voorziet in de beslechting van een geschil door een ander dan de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn, tenzij het beding de wederpartij een termijn gunt van tenminste een maand nadat de gebruiker zich schriftelijk jegens haar op het beding heeft beroepen, om voor beslechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter te kiezen. Vastgesteld wordt dat het forumkeuzebeding in bepaalde gevallen kan voorzien in beslechting van het geschil door een andere rechter dan de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn, namelijk als het lid niet woont in het arrondissement van de thuisclub. De uitzondering, dus wat achter ‘tenzij’ in de wetsbepaling staat, wordt in het forumkeuzebeding niet genoemd. Gevolg hiervan is dat het beding voldoet aan de beschrijving op de zwarte lijst. Daardoor is het beding onredelijk bezwarend en daarmee ook oneerlijk, ongeacht wat Basic-Fit hierover heeft aangevoerd.
4.9.
De vordering van [eiser] tot vernietiging van het forumkeuzebeding wordt daarom toegewezen.
Het exoneratiebeding
4.10.
Een exoneratiebeding wordt ingevolge artikel 6:237 onder f BW vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Deze wetsbepaling is ruim geformuleerd en betreft ieder beding dat ten nadele van consumenten afwijkt van de wettelijke bepalingen over de verplichting tot schadevergoeding. Het is steeds aan de gebruiker van het beding om aan te tonen dat het beding gerechtvaardigd is. Daarin kan de gebruiker bijvoorbeeld slagen door aan te tonen dat het uitgesloten risico redelijkerwijs niet verzekerbaar is. Ook de aard van de uitgesloten schade-oorzaak en schadesoort kan hierbij een rol spelen.
4.11.
Vastgesteld wordt dat het beding ten nadele van consumenten afwijkt van de wettelijke bepalingen over de verplichting tot schadevergoeding. Het beding sluit immers de aansprakelijkheid van Basic-Fit voor allerlei soorten schadegevallen uit, behoudens letselschade veroorzaakt door toedoen of nalaten van Basic-Fit. Gelet op het hiervoor uiteengezette beoordelingskader is het dan ook aan Basic-Fit om concreet aan te tonen dat het exoneratiebeding gerechtvaardigd is. Het enkel geven van een toelichting over het belang bij het exoneratiebeding is niet voldoende. Basic-Fit heeft in dit verband uitsluitend toegelicht waarom zij de bepaling in haar algemene voorwaarden heeft opgenomen, maar heeft niet aangetoond dat het exoneratiebeding gerechtvaardigd is. Hiervan is door Basic-Fit geen (begin van) bewijs aangedragen. Nu het vermoeden dat het exoneratiebeding onredelijk bezwarend is niet is weerlegd, wordt het als onredelijk bezwarend aangemerkt.
4.12.
De vordering van [eiser] tot vernietiging van het exoneratiebeding wordt daarom toegewezen.
Het beëindigingsbeding
4.13.
Op grond van het beëindigingsbeding kan Basic-Fit haar leden de toegang tot de clubs ontzeggen en de overeenkomst beëindigen. Omdat de beoordeling exclusief is voorbehouden aan Basic-Fit, komt het beding, althans dat gedeelte van het beding, volgens [eiser] voor op de zwarte lijst (artikel 6:236 onder k BW). Basic-Fit bestrijdt dit. Basic-Fit heeft aangevoerd dat zij een groot belang heeft bij dit beding en het noodzakelijk is om onaanvaardbaar gedrag en onveilige situaties voor de overige leden te voorkomen. Doel en strekking is de veiligheid en het welzijn van haar leden en collega’s, aldus Basic-Fit.
4.14.
Het beding geeft Basic-Fit de exclusieve bevoegdheid situaties te beoordelen waarin de regels niet worden nageleefd, overeengekomen afspraken niet worden nagekomen, het lid zich niet houdt aan de huisregels of onaanvaardbaar gedrag vertoont. Vervolgens kan Basic-Fit zonder verder overleg of wederhoor beslissen om een lid de toegang tot clubs te ontzeggen en de (huidige en toekomstige) overeenkomst per direct te beëindigen. Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter het belang van het beding voor Basic-Fit om snel te kunnen ingrijpen als sprake is van ongewenst gedrag begrijpt. Het algemene belang ten behoeve van de leden van Basic-Fit weegt mee bij de beoordeling van de oneerlijkheid van het beding. Daar staat echter tegenover dat in het beding niet is opgenomen dat het lid in genoemde gevallen wordt gehoord of bewijs mag leveren. Bovendien is het beding heel ruim geformuleerd. Niet duidelijk is bijvoorbeeld wat onder onaanvaardbaar gedrag wordt verstaan. Verder levert – in tegenstelling tot de wettelijke regeling – iedere tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst voor Basic-Fit de bevoegdheid op de overeenkomst per direct te beëindigen. Het levert zelfs voor Basic-Fit zelfs een grond op om toekomstige overeenkomsten per direct te beëindigen. Gelet op de wederzijdse belangen, weegt het algemene belang dat met het beding gediend wordt niet op tegen de onduidelijkheid, de bewijsperikelen en de (vergaande gevolgen van de) exclusieve bevoegdheden van Basic-Fit bij iedere tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Geoordeeld wordt dat sprake is van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht, ten nadele van de consument. Het beding is dan ook oneerlijk. Dat volgens Basic-Fit in de praktijk een bepaalde invulling aan het beding wordt gegeven, waarbij er volgens haar juist wel de gelegenheid is om een zienswijze te geven of bewijs te leveren, doet aan het oneerlijke karakter van het beding niet af, gelet op het beoordelingskader in overweging 4.5.
4.15.
De vordering van [eiser] tot vernietiging van het beëindigingsbeding wordt daarom toegewezen.
Het prijsverhogingsbeding
4.16.
Het prijsverhogingsbeding maakt het voor Basic-Fit mogelijk om de prijs jaarlijks eenzijdig te verhogen. De wet biedt zo’n mogelijkheid niet. Partijen zijn een bepaalde prijs overeengekomen en dat geldt dus als uitgangspunt. Uitsluitend met instemming van [eiser] of onder zeer bijzondere omstandigheden met een beroep op onvoorziene omstandigheden of de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid is het wettelijk gezien mogelijk de prijs te wijzigen. Het beding wijkt daar volgens [eiser] ten nadele van de consument van af. Basic-Fit heeft toegelicht dat zij dit beding in haar algemene voorwaarden heeft opgenomen om de prijzen te kunnen aanpassen aan de inflatie. Volgens Basic-Fit bedraagt de verhoging maximaal 5% en dat levert, gelet op de lage prijzen bij Basic-Fit, slechts een beperkte verhoging op. Basic-Fit vindt het beding daarom niet oneerlijk.
4.17.
Gelet op het beoordelingskader in overweging 4.5, is de achteraf door Basic-Fit gegeven uitleg over de reden dat zij het beding in de algemene voorwaarden heeft opgenomen niet van belang. Evenmin is van belang de uitvoering van het beding, gelet op het moment waarop het beding moet worden beoordeeld.
4.18.
Volgens de jurisprudentie van het het Europese Hof van Justitie gelden er strenge eisen voor eerlijke prijswijzigingsbedingen die niet indexeringsbedingen zijn (verwezen wordt naar het RWE- en Invitel-arrest, ECLI:EU:C:2013:180 en ECLI:EU:C:2012:242). Zo moet in het beding de gronden voor de wijziging zijn opgenomen. Daarnaast moet zijn opgenomen dat de consument tijdig in kennis wordt gesteld van de aanstaande prijswijziging en moet de consument de bevoegdheid en reële mogelijkheid hebben de overeenkomst op te zeggen.
4.19.
In het prijsverhogingsbeding zijn geen gronden voor prijsverhogingen opgenomen. Alleen al om deze reden is het prijsverhogingsbeding oneerlijk, gelet op de hiervoor aangehaalde jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Aan alle in de overige overweging genoemde eisen moet zijn voldaan. Zo niet, dan is dat een belangrijke indicator van oneerlijkheid. Die oneerlijkheid wordt gesterkt door het navolgende. Het beding verwijst voor verhogingen niet naar een objectieve consumentenprijsindex, noch wordt er enig maximum aan verbonden. Dat betekent dat toepassing van het beding kan leiden tot een grotere prijsstijging dan op grond van de consumentenprijsindex redelijk is. De consument kan de economische gevolgen van het beding dan ook niet inschatten en is volledig aan de willekeur van Basic-Fit overgeleverd. Bovendien heeft de consument slechts beperkt de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen, namelijk alleen wanneer de prijzen worden verhoogd met meer dan 5%. Dat een prijsverhoging maximaal 5% zou zijn, zoals Basic-Fit aanvoert, volgt niet uit het beding. In het beding staat expliciet dat de prijs ook met meer dan 5% kan stijgen. Tot slot schrijft het beding niet voor dat de consument tijdig op de hoogte moet worden gesteld van een aanstaande prijsverhoging.
4.20.
Nu Basic-Fit de bevoegdheid heeft om de tussen partijen overeengekomen prijs eenzijdig te verhogen, zonder grond, aankondiging of maximum en ook zonder een (onvoorwaardelijke) opzegmogelijkheid te bieden, wordt het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoord ten nadele van de consument. Het prijswijzigingsbeding is daarom oneerlijk en dat maakt de vordering tot vernietiging ervan toewijsbaar.
Levert de uiting “Sporten vanaf € 19,99 per vier weken” een oneerlijke handelspraktijk op?
4.21.
Het in overweging 4.2. genoemde arrest van het Europese Hof van Justitie ziet op oneerlijke bedingen. Vooralsnog is niet uitgemaakt of de overwegingen van dat arrest ook gelden voor oneerlijke handelspraktijken. Daarom moet worden beoordeeld of [eiser] belang heeft bij deze vordering. Basic-Fit heeft in dat verband als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat [eiser] niet heeft aangetoond dat hij schade heeft geleden en dat de vordering om die reden moet worden afgewezen. [eiser] stelt dat voor de beoordeling of sprake is van een oneerlijke handelspraktijk niet van belang is dat schade is geleden.
4.22.
Geoordeeld wordt dat [eiser] belang heeft bij deze vordering, omdat hij onweersproken heeft gesteld dat hij zich vanwege genoemde reclame-uiting heeft gewend tot een Basic-Fit filiaal om aldaar een overeenkomst te sluiten, in de veronderstelling dat hij een abonnement kon afsluiten waarmee hij een jaar lang voor € 19,99 per vier weken zou kunnen sporten. Dat bleek echter alleen mogelijk te zijn voor € 24,99 per vier weken, op de eerste vier weken van het abonnement na. Mocht dus worden vastgesteld dat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, dan kan ook worden aangenomen dat [eiser] schade heeft geleden, ook al wordt die schade in deze procedure niet gevorderd.
4.23.
Tussen partijen is niet in geschil dat het alleen mogelijk is om de eerste vier weken voor € 19,99 te sporten bij het afsluiten van een niet tussentijds opzegbaar jaarcontract. Van dat gegeven maakt de advertentie op de website geen melding.
4.24.
Volgens [eiser] wordt de gemiddelde consument bij het lezen van de advertentie op het verkeerde been gezet, doordat sporten voor € 19,99 enkel mogelijk is gedurende de eerste vier weken bij een niet tussentijds opzegbaar jaarcontract, terwijl daarna (voor de resterende 48 weken) een prijs van tenminste € 24,99 per vier weken moet worden betaald.
4.25.
Basic-Fit voert aan dat de uiting niet onjuist of misleidend is, omdat de eerste vier weken kan worden gesport voor € 19,99. Vandaar dat het woord “vanaf” is gebruikt. Dat wordt ook duidelijk uitgelegd op de website van Basic-Fit en blijkt uit de overeenkomst, waar [eiser] mee akkoord is gegaan. [eiser] heeft geen schade geleden, aldus Basic-Fit.
4.26.
De kantonrechter stelt vast dat de uiting in de advertentie niet duidelijk maakt dat de prijs van € 19,99 uitsluitend ziet op de eerste vier weken, maar doet vermoeden dat voor die prijs per vier weken een abonnement kan worden afgesloten om bij Basic-Fit te sporten.
4.27.
In artikel 6:193b lid 1 BW staat dat een handelaar onrechtmatig jegens een consument handelt als hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is. Een handelspraktijk is ingevolge het tweede lid van die bepaling onder meer oneerlijk als de handelaar een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in artikel 6:193c tot en met 6:193g BW. In artikel 6:193c lid 1 onder d BW staat dat een handelspraktijk misleidend is als informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van informatie, zoals ten aanzien van de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. In artikel 6:193d lid 1 BW is bepaald dat een handelspraktijk bovendien misleidend is als er sprake is van een misleidende omissie. In het tweede lid van die bepaling staat dat een misleidende omissie iedere handelspraktijk is waarbij essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen wordt weggelaten, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. Bij de beoordeling of essentiële informatie is weggelaten of verborgen is gehouden worden de feitelijke context, of de beperkingen van het communicatiemedium alsook de maatregelen die zijn genomen om de informatie langs andere wegen ter beschikking van de consument te stellen, in aanmerking genomen.
4.28.
Informatie over de prijs en het (niet) bestaan van een bepaald prijsvoordeel is essentiële informatie. Mede gelet op wat hiervoor is overwogen, heeft Basic-Fit geadverteerd met onjuiste, althans onvolledige informatie over de prijs, waardoor de gemiddelde consument een besluit over de overeenkomst nam of kon nemen dat hij anders niet had genomen. Met de uiting “Sporten vanaf € 19,99 per vier weken” wordt de gemiddelde consument misleid of kan hij worden misleid, omdat genoemde prijs slechts ziet op een specifiek prijsvoordeel dat uitsluitend geldt voor de eerste vier weken bij een niet tussentijds opzegbaar jaarabonnement. De daadwerkelijke prijs (voor ná die vier weken) wordt verborgen gehouden. Het is bij Basic-Fit niet mogelijk om voor € 19,99 per vier weken gedurende het gehele abonnement te sporten. In zoverre is de informatie onjuist. Juiste informatie zou zijn dat sporten voor € 19,99 (uitsluitend) mogelijk is voor de eerste vier weken en dus niet
pervier weken. Gelet op de schermafdruk van de website waarop de reclame wordt gemaakt, was het voor Basic-Fit eenvoudig mogelijk om de verborgen informatie – al dan niet in kleinere letters – bij de uiting te zetten. Dat heeft Basic-Fit niet gedaan blijkens de overgelegde schermafdruk. Niet is dan ook gebleken van beperkingen van het communicatiemedium, terwijl geen maatregelen zijn genomen om de informatie langs andere wegen ter beschikking te stellen, anders dan bij het sluiten van de overeenkomst.
4.29.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de onjuiste c.q. onvolledige informatie ten aanzien van de prijs een oneerlijke handelspraktijk oplevert. Als sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, staat vast dat onrechtmatig is gehandeld. De gevorderde verklaring voor recht is dan ook toewijsbaar.
4.30.
Basic-Fit is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
131,85
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
612,00
(3 punten × € 204,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
897,35
4.31.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt het forumkeuzebeding (artikel 15 onder b van de algemene voorwaarden), het exoneratiebeding (artikel 11 onder b en c van de algemene voorwaarden), het beëindigingsbeding (artikel 10 onder d van de algemene voorwaarden) en het prijsverhogingsbeding (artikel 5 onder h van de algemene voorwaarden),
5.2.
verklaart voor recht dat de uiting
“Sporten vanaf € 19,99 per vier weken”kwalificeert als een oneerlijke handelspraktijk en Basic-Fit mitsdien onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld,
5.3.
veroordeelt Basic Fit in de proceskosten van € 897,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Basic Fit niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt Basic Fit tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.J. Ros en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2024.
991

Voetnoten

1.HvJ EU 23 november 2023, C-321/22, overwegingen 65 t/m 75, ECLI:EU:C:2023:911.