2.8.Unive heeft onder verwijzing naar een aantal schriftelijke verklaringen de aansprakelijkheid afgewezen. De verklaringen waarnaar Unive heeft verwezen, luiden voor zover relevant als volgt:
- op 31 maart 2020 heeft [getuige 1] het volgende schriftelijk verklaard:
“(...) Ik zag dat er een voertuig midden op de weg stil stond en erachter een man liggend op de grond. (...)
Wie is volgens u schuldig? En waarom?
Meneer die aan het lopen was, omdat het naar mijn ogen heel onlogisch was dat de auto voor hem bevond. Het leek dus alsof meneer bewust tegen de auto aan is gelopen.”
- op 3 april 2020 heeft [getuige 3] het volgende schriftelijk verklaard:
“(...) Ik zag een man die op het zebrapad lag. En een stilstaande auto voorbij het zebrapad. (...)
Wie is volgens u schuldig? En waarom?
De man die op het zebrapad lag, want als het de bestuurder zijn schuld was dan was meneer ook voor de auto beland in plaats van achter de auto. Volgens mij liep de man ook expres door.”
- op 8 april 2020 heeft [getuige 2] het volgende schriftelijk verklaard:
“(...) Heb alleen gezien dat een man op het zebrapad lag. En dat er een auto stil stond op de weg. (...)
Wie is volgens u schuldig? En waarom?
De man want de auto stond na het zebrapad en de man lag op het zebrapad dus het lijkt alsof de man express tegen de auto is aangelopen.”
- op 20 augustus 2020 heeft [betrokkene 4] het volgende schriftelijk verklaard:
“(...) Y(...) [betrokkene 5] en ik liepen richting osdorpplein. Wij zagen dat de auto reed en de zebrapad al grotendeels had verlaten. Toen kwam er opeens een man aanlopen die letterlijk tegen de deur van de auto aanliep en ging liggen. De man kwam vanuit de trambaan aanlopen. (...)
Wie is volgens u schuldig? En waarom?
Het is overduidelijk dat het de schuld is van de voetganger. Hij loopt letterlijk tegen die auto zijn deur aan en gaat liggen. Hij kan hier niet mee weg komen. Wij hebben ons gelijk gemeld als getuigen bij de auto.”
- op 18 januari 2021 heeft [betrokkene 4] in een tweede schriftelijke verklaring op aanvullende vragen van Unive verklaard:
“(...) Het is bijna onmogelijk dat de voetganger hem [de auto, toevoeging ktr
] niet zag. (...) De bestuurder van de auto reed erg langzaam, voetganger snelheid. (...) De voetganger liep op een normale tempo. (...) hij liep er expres tegen (...) de voetganger kon het makkelijk voorkomen door te stoppen met lopen want de auto was al bijna voorbij het zebrapad. Het leek alsof de voetganger met opzet tegen de auto liep. (...) De automobilist naderde het zebrapad en stopte voor de voetgangers. Daarna reed de automobilist verder nadat iedereen voorbij was. De voetganger kwam niet van het zebrapad, maar vanaf de Albert Heijn, langs de tramhalte naar het zebrapad. Hij liep daarna pas op het zebrapad. Vervolgens liep hij met opzet tegen de auto aan. De automobilist was al bijna voorbij het zebrapad.”
- op 29 augustus 2020 heeft [betrokkene 6] het volgende schriftelijk verklaard:
“(...) ik heb alles gezien dat de auto voor de zebrapad stond te wachten, toen hij iedereen voor had laten gaan en hij verder reed was hij al bijna helemaal van de zebrapad af toen ik een andere persoon expres tegen de deur van de auto zag lopen. (...) Ik stond tegenover de hema in mijn auto want mijn vriend ging geld pinnen bij de pinautomaat.
Wie is volgens u schuldig? En waarom?
De meneer die tegen de auto liep want hij zocht de auto expres op, de auto hield zich aan de regels maar die meneer liep gewoon tegen zijn deur aan en ging liggen als of hij super hard was geraakt.”
- op 18 januari 2021 heeft [betrokkene 6] in een tweede schriftelijke verklaring op aanvullende vragen van Unive verklaard:
“(...) Het zebrapad is zo groot en overzichtelijk dat het bijna onmogelijk was dat de voetganger de auto niet zag. De voetganger kwam aanlopen en had alle overzicht. Zijn zicht werd niet belemmerd en de auto stond eerst stil. (...) Ik schat de snelheid echt maximaal op 5 in. Er was namelijk ook geen klap. De voetganger liep echt tegen de deur aan en viel neer. (...) Voetganger liep op zijn gemak, maar verhoogde zijn tempo licht toen hij tegen de auto zag had ik het gevoel. (...) Hij keek naar de auto en liep daar expres tegenaan. (...) Meneer viel echt zo dramatisch. Ik zou begrijpen als iemand hem echt vol raakt, maar een auto die echt ree alsof mensen hem aan het duwen waren. Zo traag was het. De voetganger liep er gewoon express tegenaan en had het 100% kunnen voorkomen. (...) Voor het zebrapad stond de auto stil en liet de voetgangers voor. Toen de weg vrij was trok de auto op. De voetganger liep eerst op de trambaan voordat hij het zebrapad op kwam. Toen liep hij echt letterlijk tegen de zijspiegel van de auto aan.”