ECLI:NL:RBAMS:2024:6048

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
13-140185-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot detentieomstandigheden in Frankrijk

Op 3 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door Frankrijk. De zaak betreft de vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 14 december 2023 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zittingen op 4 juli en 28 augustus 2024 is de opgeëiste persoon gehoord via telehoren, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L.I.M. Entjes.

De rechtbank heeft in een tussenuitspraak op 18 juli 2024 het onderzoek heropend om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen vragen te stellen aan de Franse autoriteiten over de detentieomstandigheden. De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in de Franse instelling Mulhouse Lutterbach beoordeeld, waarbij de verdediging zorgen uitte over de bezettingsgraad en de toegang tot medische zorg voor de opgeëiste persoon, die lijdt aan artrose.

De rechtbank concludeert dat de detentieomstandigheden in Frankrijk niet leiden tot een individueel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank oordeelt dat de opgeëiste persoon voldoende persoonlijke ruimte heeft en dat de aangeboden activiteiten en medische zorg adequaat zijn. De rechtbank staat de overlevering toe, omdat er geen weigeringsgronden zijn op basis van de Overleveringswet (OLW). De uitspraak is gedaan door de rechters in het openbaar op 11 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-140185-24
Datum uitspraak: 11 september 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 7 mei 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 december 2023 door
the Directeur of Public Prosecutions of Judiciary Court of Colmar, Frankrijk (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1985,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [penitentiaire inrichting] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 4 juli 2024
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 4 juli 2024. in
aanwezigheid van mr. S.J. Wirken. officier van justitie. De opgeëiste persoon is via telehoren
gehoord en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L.I.M. Entjes, advocaat te Maastricht, en
door een tolk in de Roemeense taal.
Tussenuitspraak 18 juli 2024
Bij tussenuitspraak van 18 juli 2024 [2] is het onderzoek heropend en vervolgens voor onbepaalde tijd geschorst om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit over de detentieomstandigheden in Frankrijk voor te leggen.
Zitting 28 augustus 2024
De behandeling van het EAB is voortgezet op de zitting van 28 augustus 2024, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is via telehoren gehoord en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L.I.M. Entjes, advocaat te Maastricht en door een tolk in de Roemeense taal.
De rechtbank heeft de termijn die gelet op artikel 22, tweede lid, OLW op 3 juli 2024 aan is gevangen en waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [3]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Tussenuitspraak 18 juli 2024

De rechtbank verwijst naar haar tussenuitspraak van 18 juli 2024 waarin zij (onder 3) de grondslag en inhoud van het EAB, (onder 3.1) de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW, (onder 4) de strafbaarheid en (onder 5) de verderlevering van de opgeëiste persoon heeft beoordeeld. Deze overwegingen dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

4.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden

Naar aanleiding van de tussenuitspraak van 18 juli 2024 heeft de
Procureur de la Républiqueop 21 augustus 2024 de volgende aanvullende informatie verstrekt over de detentieomstandigheden in de detentie-instelling Mulhouse Lutterbach:
“ 1. Will the wanted person be detained in a ward for pre‐trial detainees or in a ward for convicted persons (execution of a sentence), and does the placement depend on the use of the right of retrial or appeal? (…)
The wanted person will indeed be detained in a ward for pre‐trial detainees.
2. What is the current occupancy rate of detainees in the wards for male pre‐trial detainees? (…)
The current occupancy rate is 175%, however, the there is never more than 2 inmates in the cells.
3. How much individual cell space (personal space) do the detainees in this department have at their disposal in a one person or more person cell? And does this include or exclude sanitary facilities, and are the sanitary facilities properly shielded? (…)
The average cell space is 9m2 and each detainee has is own bed (bunk beds), each and every cell includes sanitary facilities (toilet, shower, sink, work plan, and, available for rent, TV and fridge

4.4. (…)

a. How many hours per day do the detainees spend in their cell? (…)
The inmates practically able to spend most of the days outside their cells ; precisely, they are entitled to stay outside their cells from 7h30 to 11h30 and from 13h30 to 17h30
b. What options do detainees have for ventilation, work, sports, education and other activities outside their cell? (…)
The detainees are offered: walks, sports school and cultural activities at every level, the inmates are even entitled to work however, there is a waiting list due to the important number of demands
c. Are these options accessible to all detainees? (…)
Yes, theses activities are available for every detainee, however, the inmates placed in isolation ward (only temporarily and if their behavior is unfit to the detention : violences, menaces, using of drugs) are entitled less activities; however, the isolation ward is uncommon, used only if necessary
d. How many hours per day can detainees participate in these activities? (…)
Including the walks, the inmates are able to spend 8h max per day, but very few of the detainees are fully using theses opportunities
Does the penitentiary unit of Mulhouse Lutterbach generally have decent detention conditions and is the wanted person not subjected to other elements that are considered aggravating circumstances for poor detention conditions? (…)
The Mulhouse Lutterbach detention facility is new (put into service in 2021), it offers the best detention condition so far in France, there is no known subject of aggravating the detention condition
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de overlevering moet worden geweigerd, omdat de zorgen omtrent de bezettingsgraad en toegang tot medische voorzieningen niet zijn weggenomen met de aanvullende informatie van 21 augustus 2024. Daarbij heeft de raadsvrouw met name gewezen op de medische situatie van de opgeëiste persoon. De opgeëiste persoon heeft last van artrose en zal hiervoor binnenkort een operatie ondergaan.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan. Er is geen sprake van een algemeen reëel gevaar voor een onmenselijke of vernederende behandeling. Uit de door de Franse autoriteiten verstrekte informatie volgt dat gedetineerden tussen de 3 en 4 m² persoonlijke ruimte exclusief sanitair wordt geboden. Er zijn daarnaast voldoende compenserende factoren, nu de gedetineerden het grootste gedeelte van de dag buiten de cel kunnen verblijven.
Verder is niet gebleken dat de gezondheidsklachten van de opgeëiste persoon zodanig ernstig of specialistisch van aard zijn dat deze onvoldoende zouden kunnen worden behandeld in de gevangenis van Mulhouse Lutterbach.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat uit artikel 11 OLW en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat aan een overleveringsverzoek geen gevolg kan worden gegeven als sprake is van een individueel gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling. Voordat sprake kan zijn van een individueel gevaar, moet de uitvoerende justitiële autoriteit beschikken over gegevens waaruit volgt dat in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat personen die in de uitvaardigende lidstaat zijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld:
“Hiertoe dient de uitvoerende rechterlijke autoriteit zich allereerst te baseren op objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens over de detentieomstandigheden die heersen in de uitvaardigende lidstaat en die kunnen duiden op gebreken die hetzij structureel of fundamenteel zijn, hetzij bepaalde groepen van personen raken, hetzij bepaalde detentiecentra betreffen.” [4]
De raadsvrouw heeft geen objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens verstrekt waaruit volgt dat voor gedetineerden in Frankrijk gelet op de medische zorg, sprake is van een gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank beschikt ook ambtshalve niet over dergelijke gegevens. Van een algemeen gevaar van een schending van artikel 4 van het Handvest voor wat betreft medische zorg in Franse detentie-instellingen is dan ook geen sprake. Gelet daarop komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van het gestelde individuele gevaar voor de opgeëiste persoon. Het verweer wordt verworpen.
Verder stelt de rechtbank op basis van alle verstrekte informatie vast dat preventief gedetineerden in Mulhouse Lutterbach tussen de 3 en 4 m² persoonlijke ruimte hebben.
Gelet op de beschrijving van de materiële omstandigheden van de cellen en de in de informatie van de Franse autoriteiten beschreven tijd die gedetineerden buiten hun cel kunnen verblijven en de aangeboden activiteiten buiten de cel, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat er voor personen die in Mulhouse Lutterbach preventief gedetineerd worden, een algemeen reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest bestaat. Het verweer wordt verworpen.
Op basis van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de weigeringsgrond van artikel 11 OLW niet aan de overlevering van de opgeëiste persoon in de weg staat.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Directeur of Public Prosecutions of Judiciary Court of Colmar(Frankrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. J.G. Vegter en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M. Diender, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 11 september 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.EClI:NL:RBAMS:2024:4415.
3.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
4.Hof van Justitie van de Europese Unie, 5 april 2016, gevoegde zaken C404/15 en C659/15 PPU, ECLI:EU:C:2016:198, rechtsoverweging 89.