ECLI:NL:RBAMS:2024:6033
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van beide partijen met toekenning van vergoedingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen de commanditaire vennootschap G-STAR RAW CV en een werknemer, hierna te noemen [verweerster]. G-Star heeft op 17 juni 2024 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, welke sinds 1 april 2005 bestond. De werknemer was werkzaam in de functie van medewerker credit control en werkte 24 uur per week. G-Star had eerder toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst om bedrijfseconomische redenen op te zeggen, maar deze aanvraag werd op 19 april 2024 geweigerd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2024 hebben partijen hun standpunten toegelicht. G-Star en [verweerster] kwamen overeen dat de arbeidsovereenkomst op de i-grond zou worden ontbonden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk was, gezien het gedrag van G-Star ten opzichte van [verweerster] na de weigering van het UWV. De kantonrechter heeft vastgesteld dat G-Star ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de werknemer op een onzorgvuldige manier te behandelen, vooral gezien het lange dienstverband van bijna 20 jaar zonder eerdere klachten.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 december 2024 en heeft [verweerster] recht gegeven op een transitievergoeding van € 17.128,97, een cumulatievergoeding van € 8.564,49 en een billijke vergoeding van € 25.000,00. Daarnaast is G-Star veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over deze vergoedingen. De proceskosten van [verweerster] zijn begroot op € 881,50, die G-Star ook moet vergoeden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en G-Star heeft de mogelijkheid om het verzoek in te trekken tot 23 oktober 2024.