Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 april 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 6 september 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 december 2023 en de daarin genoemde stukken. Deze mondelinge behandeling is gehouden tegelijk met de zaak met nummer CV EXPL 23-5636 tussen [gedaagde] en [naam] als eisers en [eiser] als gedaagde.
2.De feiten
Opdrachtovereenkomst(…)
1. Gegevens opdrachtOpdrachtgever verleent per 1 november 2022 de opdracht aan opdrachtnemer op basis van een ZZP overeenkomst voor bepaalde tijd voor de functie van Chauffeur. Partijen gaan deze overeenkomst voor de duur van minimaal 6 maanden aan eindigend op 01 mei 2023. Na de periode van 6 maanden gaan partijen in overleg voor herziening van deze overeenkomst. Partijen kunnen op elk moment deze overeenkomst beëindigen met een besproken opzegtermijn van 1 maand. Na opzegging van de opdracht en de opzegtermijn van kracht is, heeft opdrachtnemer die maand nog recht op commissie.
2.Omschrijving van de werkzaamheden
3.Looptijd
4.Werktijden en plaats werkzaamheden
5.Vergoeding
7.Opzegging ZZP overeenkomst
2.2. Op 21 november 2022 heeft [eiser] aan [gedaagde] een factuur gestuurd voor chauffeursdiensten in de maand november voor een bedrag van € 2.725,-, inclusief btw.
3.Het geschil
4.De beoordeling
zero tolerancedrugsbeleid. [eiser] werk bestond uit het vervoeren van klanten en [gedaagde] wil niet het risico lopen dat [eiser] een auto ongeluk krijgt en dat er bij bloedonderzoek drugs wordt aangetroffen. Om die reden heeft [naam] [eiser] opgeroepen voor een gesprek op maandag 21 november 2022 en op dat moment de werkzaamheden beëindigd.
zero tolerancedrugsbeleid voerde of dat recreatief drugsgebruik voor [gedaagde] problematisch was. Er is ook niet gebleken dat [naam] dit tegen [eiser] heeft gezegd. Bovendien verrichtte [eiser] nog geen chauffeurswerkzaamheden voor [gedaagde] . In de gehele maand had [eiser] nog geen chauffeurswerk verricht en er waren ook geen ritten ingepland. De angst die [gedaagde] beschrijft was op dat moment dan ook ongefundeerd en zijn reactie om per direct de overeenkomst te beëindigen was voorbarig.