Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de akte van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van 23 mei 2024, met productie,
- de akte van [eiser] van 26 juni 2024, met productie,
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
- bepaalt dat [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] in de gelegenheid worden gesteld om het aandeel van [eiser] in het appartement over te nemen voor een bedrag van CHF 163.000 minus de onder 2.6 vastgestelde posten/bedragen, binnen drie maanden na betekening van dit vonnis,
- indien [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] er niet in slagen om binnen drie maanden na betekening van dit vonnis het aandeel van [eiser] in het appartement over te nemen, dan moet de woning worden verkocht aan een derde, waarbij een eventueel voorkeursrecht van de VVE van het appartement in acht moet worden genomen. De verkoop van het appartement dienen partijen te laten uitvoeren door Imhof Marco of een andere door hem, dan wel door partijen gezamenlijk aan te wijzen makelaar. Partijen dienen daarbij medewerking te verlenen aan het vaststellen van de vraagprijs en de verkoop van het appartement. De kosten van verkoop en levering van het appartement moeten door partijen gezamenlijk worden gedragen, ieder voor één derde deel. Na verkoop moet de netto-verkoopopbrengst tussen partijen gelijkelijk worden verdeeld, ieder één derde deel, waarbij op het aandeel van [eiser] de hiervoor onder 2.6 opgenomen posten in mindering dienen te worden gebracht.