ECLI:NL:RBAMS:2024:6018

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/756000 / KG ZA 24-746
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van goederen door executeur-testamentair in kort geding na overlijden van erflaatster

In deze zaak heeft de executeur-testamentair van de nalatenschap van haar moeder, die op 6 augustus 2024 is overleden, een kort geding aangespannen tegen haar onterfde ex-echtgenoot. De executeur vordert de afgifte van diverse goederen, waaronder een auto, bankafschriften en persoonlijke bezittingen van de erflaatster. De ex-echtgenoot heeft verweer gevoerd en stelt dat hij bereid is om mee te werken, maar dat er geen spoedeisend belang is voor de vorderingen. De voorzieningenrechter heeft op 3 oktober 2024 geoordeeld dat de vordering tot afgifte van de bankafschriften toewijsbaar is, omdat de executeur deze nodig heeft om de waarde van de nalatenschap te bepalen. De andere vorderingen, zoals de afgifte van de auto en persoonlijke bezittingen, zijn afgewezen omdat de executeur niet voldoende heeft onderbouwd waarom deze vorderingen spoedeisend zijn. De voorzieningenrechter heeft de ex-echtgenoot veroordeeld om binnen 30 dagen de gevorderde bankafschriften te verstrekken, met een dwangsom van € 250 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 10.000. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familiezaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/756000 / KG ZA 24-746 IHJK/MAH
Vonnis in kort geding van 3 oktober 2024
in de zaak van
[executeur-testamentair]
in haar hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van haar moeder [eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 2 september 2024,
advocaat mr. P.M. de Vries te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A. Bouwmeester te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [executeur-testamentair] qq en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 19 september 2024 heeft [executeur-testamentair] qq de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde] ook een pleitnota.
1.2.
Bij de zitting waren aanwezig:
- aan de kant van [executeur-testamentair] qq: [executeur-testamentair] , [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , met mr. De Vries;
- Aan de kant van [gedaagde] : [naam 4] (zoon van gedaagde), met mr. Bouwmeester en mr. D.H.A. Mourits, advocaat te Amsterdam.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[executeur-testamentair] , [naam 1] , [naam 2] (de dochters) en [naam 3] zijn de volwassen kinderen van [eiseres] (hierna: moeder), die op 6 augustus 2024 op 74-jarige leeftijd na een periode van ziekte in het ziekenhuis is overleden. [gedaagde] is niet de vader van de dochters maar wel van [naam 3] . [gedaagde] heeft uit een eerdere relatie drie zonen, waaronder [naam 4] (ter zitting aanwezig) en [naam 5] .
2.2.
Moeder was sinds 1998 getrouwd met [gedaagde] (75 jaar oud) en heeft op 9 juli 2024 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend bij deze rechtbank.
2.3.
Bij testament van 13 juli 2024 heeft moeder [gedaagde] onterfd en haar vier kinderen tot enige erfgenamen benoemd. [executeur-testamentair] is in het testament tot executeur-testamentair benoemd.
2.4.
Bij beschikking van 21 augustus 2024 heeft deze rechtbank het echtscheidingsverzoek afgewezen, omdat het huwelijk was ontbonden door het overlijden van moeder.

3.Het geschil

3.1.
[executeur-testamentair] qq vordert – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – te bepalen:
1. dat [gedaagde] aan [executeur-testamentair] qq als executeur binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de auto Citroen Picasso met de twee sleutels, het kentekenbewijs, de tenaamstellingscode deel I en deel II, de gouden ring en het Tommy Hilfiger horloge van erflaatster zal verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag;
2. dat [gedaagde] binnen 1 maand na betekening van dit vonnis bankafschriften van al zijn Nederlandse en Surinaamse betaal- en spaarrekeningen zal verstrekken van 1 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024 en een taxatierapport zal overleggen waaruit de waarde blijkt op 6 augustus 2024 van de grond en de woning die hij en erflaatster in eigendom hebben te Paramaribo, Suriname, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag en per onderdeel.
3.2.
Zij stelt daartoe het volgende.
3.2.1.
Moeder en [gedaagde] waren gehuwd in gemeenschap van goederen. De nalatenschap bestaat uit de onverdeelde helft van de huwelijkse gemeenschap.
3.2.2.
Moeder had een Citroen Picasso (hierna te noemen: de auto), de wegenbelasting en verzekeringspremie werden en worden elke maand van haar rekening afgeschreven.
3.2.3.
[gedaagde] heeft met de € 80.000,00 die moeder in het verre verleden kreeg als schadevergoeding vanwege een ongeval, een perceel grond gekocht met daarop een woning in Paramaribo in Suriname. De executeur zal in een bodemprocedure verzoeken om de ontbonden gemeenschap van goederen tussen [gedaagde] en erflaatster te verdelen waarbij de grond met de woning aan [gedaagde] kan worden toegedeeld onder betaling van de helft van de waarde minus de (eventuele) hypotheeklening en ontslag van de erfgenamen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
3.2.4.
In een brief van 29 augustus 2024 aan [gedaagde] heeft de executeur afgifte van de auto, de sleutels, het kentekenbewijs en de tenaamstellingscode deel I en II gevorderd, teneinde de auto te kunnen verkopen en de kosten te beperken. Tevens dient [gedaagde] bankafschriften te overleggen van zijn betaal- en spaarrekeningen in Nederland en Suriname, omdat de helft van de saldi van erflaatster is. Verder vordert de executeur de gouden ring en het Tommy Hilfiger horloge van moeder die bij hem in huis in [woonplaats] ( [adres] ) zijn. Zij wenst tenslotte dat [gedaagde] een taxatierapport overlegt van de grond met de woning in Paramaribo. [gedaagde] heeft niet voldaan aan de sommatie. Hij heeft aangekondigd terug naar Suriname te willen gaan om daar te wonen. De executeur kan derhalve niet wachten of [gedaagde] vrijwillig zal meewerken.
3.3.
[gedaagde] voert het volgende verweer.
3.3.1.
Er is geen spoedeisend belang. [gedaagde] is ten volle bereid mee te werken aan het in kaart brengen van de huwelijksgoederengemeenschap ten behoeve van de verdeling en er is geen reden waarom [executeur-testamentair] qq niet op zijn terugkeer naar Nederland kan wachten. [gedaagde] verblijft momenteel in Suriname om een ritueel bij te wonen ter herdenking van zijn broer [naam 6] die op 18 juni 2024 is overleden. Doordat [gedaagde] Nederland niet wilde verlaten tijdens het ziekbed van [eiseres] kon hij niet bij de uitvaart van zijn broer zijn. [gedaagde] heeft een retourticket gekocht en keert op 3 december 2024 terug naar Nederland. Hij heeft [executeur-testamentair] zowel in persoon als telefonisch aangegeven dat hij voor drie maanden naar Suriname gaat en dat hij na zijn terugkomst in december kan kijken wat hij voor haar kan doen. Het is juist dat [gedaagde] de wens heeft om op termijn naar Suriname te remigreren, maar hij zal de komende tijd in Nederland wonen en beschikbaar zijn voor [executeur-testamentair] . Dat weet zij.
3.3.2.
Daarnaast heeft [executeur-testamentair] qq niet voldaan aan de verplichting om te specificeren en te onderbouwen welke goederen zij nu precies opvordert.
Met de auto wordt waarschijnlijk bedoeld de auto die [eiseres] en [gedaagde] in 2005 voor ongeveer € 900,00 hebben gekocht. Die is nu vermoedelijk minder waard dan de jaarlijkse wegenbelasting en verzekeringskosten. [gedaagde] is bereid om zo snel mogelijk na zijn terugkeer in Nederland de auto en toebehoren over te dragen aan [executeur-testamentair] qq. [gedaagde] vermoedt dat met de ring de gouden trouwring van [eiseres] bedoeld wordt. Die heeft zij altijd gedragen en - voor zover [gedaagde] bekend - is zij ermee begraven. [gedaagde] heeft geen kennis van een horloge van het merk Tommy Hilfiger. Kortom: hij beschikt niet over ring of horloge en kan deze dan ook niet overdragen.
3.3.3.
[gedaagde] is ook bereid de gevraagde bankafschriften te verstrekken, hij heeft alleen wat tijd nodig. Hij heeft in Nederland een betaalrekening bij ING en in Suriname een betaalrekening waarop hij zijn pensioen aldaar ontvangt. Hij heeft geen spaarrekeningen.
3.3.4.
Tot slot is er geen grond om een taxatierapport te vorderen. [gedaagde] bezit geen vastgoed, niet in Nederland en niet in Suriname. Twee van zijn vier zonen wonen in Suriname, waardoor [gedaagde] gemiddeld 12 weken per jaar in Suriname verblijft. Hij verblijft dan bij familie of huurt tijdelijk een woning van bekenden. Als hij op termijn naar Suriname remigreert, zal hij intrekken in een huis dat eigendom is van zijn zoon [naam 5] , gebouwd op een perceel dat eveneens eigendom is van [naam 5] .
3.3.5.
[gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [executeur-testamentair] qq in de proceskosten (wegens onrechtmatig procederen).
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vorderingen met betrekking tot de bankafschriften in dit kort geding toewijsbaar zijn en de andere vorderingen niet. Dat wordt hierna toegelicht.
Auto
4.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat ter zitting namens [gedaagde] is toegezegd dat hij bereid is om de auto (die in Nederland staat) met toebehoren zo snel mogelijk na zijn terugkeer in Nederland over te dragen aan [executeur-testamentair] qq. De voorzieningenrechter vertrouwt erop dat [gedaagde] deze belofte nakomt. Duidelijk is dat de nalatenschap moet worden gewaardeerd en verdeeld, maar [executeur-testamentair] qq heeft niet duidelijk gemaakt waarom daarvoor afgifte van de auto nodig is, laat staan waarom dat op dit moment spoedeisend is. [gedaagde] zit in Suriname en kan de auto dus niet aan de boedel onttrekken mochten de erfgenamen dat vrezen. Overigens hebben zij niet tegengesproken dat de auto waarschijnlijk (bijna) niets waard is.
Ring en horloge
4.3.
Wat betreft de ring en het horloge heeft [gedaagde] uitgelegd dat hij deze, voor zover al duidelijk is om welke voorwerpen het gaat, niet in zijn bezit heeft. Daar tegenover heeft [executeur-testamentair] qq niet onderbouwd dat [gedaagde] deze wèl heeft.
Taxatie grond en woning Paramaribo
4.4.
[executeur-testamentair] qq heeft niet gespecificeerd op welk stuk grond en/of welke woning in Paramaribo zij met haar vordering doelt. [gedaagde] ontkent dat hij daar grond of een huis bezit. Bij deze stand van zaken kan [gedaagde] niet worden veroordeeld om een taxatierapport over te leggen, alleen al niet omdat onduidelijk is waarop die taxatie betrekking zou moeten hebben.
Bankafschriften
4.5.
Met betrekking tot de gevorderde bankafschriften ligt het anders. De executeur heeft de taak om de waarde van de nalatenschap (de helft van de huwelijksgoederengemeenschap) te bepalen en moet daarom de saldi op de overlijdensdatum van de bankrekeningen kennen. Zij kan deze zelf niet achterhalen aangezien de rekeningen op naam staan van [gedaagde] . Er is geen reden waarom zij drie maanden (tot de terugkeer van [gedaagde] in Nederland) zou moeten wachten op die informatie. Voor [gedaagde] moet daar ook vanuit Suriname snel en eenvoudig aan te komen zijn, zoals ook blijkt uit het feit dat hij inmiddels (een dag voor de zitting) een afschrift van zijn ING-rekening heeft overgelegd. Aan dat overgelegde stuk ontbreken overigens de pagina’s 2 tot en met 4; en het saldo op de sterfdatum 6 augustus 2024 is er niet uit op te maken. Van de Surinaamse rekening heeft [gedaagde] nog niets overgelegd.
4.6.
[gedaagde] heeft gelijk dat [executeur-testamentair] qq dit kort geding wel erg snel gestart is: moeder is op 6 augustus 2024 overleden, de sommatie dateert van 29 augustus 2024 en de dagvaarding is van vier dagen (twee werkdagen) na de sommatie.. Anderzijds is ter zitting wel gebleken dat de verhoudingen tussen [gedaagde] en de erfgenamen bijzonder slecht zijn. Dit, gevoegd bij het vertrek van [gedaagde] naar Suriname en zijn bij de erfgenamen bekende wens om definitief te remigreren, maken begrijpelijk dat de erfgenamen vrezen dat [gedaagde] onvoldoende opening van zaken zal geven.
4.7.
Een en ander betekent dat [executeur-testamentair] qq voldoende (spoedeisend) belang heeft bij verstrekking door [gedaagde] van de gevorderde bankafschriften, zodat hij daartoe zal worden veroordeeld. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals vermeld in de beslissing. Voor het overige worden de vorderingen afgewezen.
proceskosten
4.8.
Nu [executeur-testamentair] qq op een (weliswaar klein) punt in het gelijk is gesteld, is er geen aanleiding om haar in de proceskosten wegens onrechtmatig procederen te veroordelen. De kosten zullen zoals gebruikelijk in dit soort familiezaken worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 30 (dertig) dagen na betekening van dit vonnis de bankafschriften over de periode 1 juli 2024 tot en met 10 augustus 2024 van al zijn Nederlandse en Surinaamse betaal- en spaarrekeningen te verstrekken aan [executeur-testamentair] qq;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [executeur-testamentair] qq een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de in 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MAH