ECLI:NL:RBAMS:2024:5996

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
28 september 2024
Zaaknummer
10981121 \ CV EXPL 24-2615
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto met teruggedraaide kilometerstand en eerdere schade

In deze zaak heeft de koper van een tweedehands auto, aangeschaft van W. Hofman Auto's B.V., een beroep gedaan op non-conformiteit, bedrog en dwaling. De koper stelde dat de auto non-conform was omdat de motor zeven maanden na de koop vastliep, de kilometerstand was teruggedraaid en de auto eerder als total loss was gerapporteerd. De kantonrechter oordeelde dat het beroep op non-conformiteit niet opging. De rechter stelde vast dat de koper, na de aankoop, zelf meer dan 16.000 kilometer had gereden met vervuilde motorolie, wat leidde tot het vastlopen van de motor. De koper had ervoor gekozen om geen onderhoud te laten uitvoeren door de verkoper, wat betekende dat hij op de hoogte was van de staat van de motorolie. De rechter concludeerde dat de koper niet mocht verwachten dat de auto bij aflevering aan de overeenkomst voldeed, gezien de omstandigheden van de verkoop en het onderhoud. De vorderingen van de koper werden afgewezen, evenals de beroepen op bedrog en dwaling, omdat de verkoper niet op de hoogte was van de teruggedraaide kilometerstand en de eerdere schade. De koper werd veroordeeld in de proceskosten van de verkoper.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10981121 \ CV EXPL 24-2615
Vonnis van 27 september 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. S. Yadegari, die zich op 24 september 2024 heeft onttrokken,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
W. HOFMAN AUTO'S B.V.,
gevestigd te Bergschenhoek,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.J.A. Arts.
Partijen worden hierna [eiser] en Hofman genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 5 maart 2024, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 30 mei 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de op 8 augustus 2024 binnengekomen akte overleggen producties van [eiser] ,
- de op 12 augustus 2024 binnengekomen brief van Hofman,
- de op 16 augustus 2024 gehouden mondelinge behandeling, waarvan de zittingsaantekeningen zich in het dossier bevinden.
1.2.
Daarna is het vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 21 februari 2023 hebben partijen een overeenkomst gesloten waarbij Hofman aan [eiser] een tweedehands auto van het merk MINI met kenteken [kenteken] uit 2008 heeft verkocht voor een bedrag van € 6.637,01. De auto was eerder bij Hofman ingeruild door een klant die een auto bij haar kocht.
2.2.
Op 20 september 2023 heeft [eiser] Hofman gemaild dat de motor van de auto kapot was en dat hij Hofman in de gelegenheid stelde de motor kosteloos te herstellen.
2.3.
Bij brief van 17 oktober 2023 heeft de gemachtigde van [eiser] onder meer het volgende aan Hofman geschreven:
“De gebreken aan de door u aan cliënt verkochte auto zijn hierna omschreven.
Motor defect. Verkoper heeft nooit garantie aangeboden. Integendeel, Verkoper heeft louter verzocht om te tekenen voor ‘geen garantie’. Een keuze was dit dus niet voor Koper en zeker geen ‘overleg’. Dit is verkeerd vermeld door Verkoper. Auto geleverd met een afgelezen km.stand van 149.000 km. Dat de motor in een paar maanden tijd stuk is, voldoet niet aan de verwachting. Motor moet zelfs vervangen worden!
Deze gebreken tasten volgens cliënt de verkeersveiligheid aan. Cliënt stelt dat hij deze gebreken niet behoorde te verwachten.
U dient binnen zeven dagen na dagtekening van dit schrijven:
-
Indien cliënt de auto nog onder zich heeft, deze op te halen. (…)
-
Vervangend vervoer bij cliënt achterlaten zodat deze beschikt over een gelijkwaardig vervoersmiddel.
-
Het gebrek herstellen (nakoming door u van de overeenkomst).
-
Geen kosten in rekening brengen bij cliënt.
(…)
Als u niet, niet tijdig of niet volledig voldoet aan deze ingebrekestelling wordt deze koop als ontbonden beschouwd vanwege non-conformiteit en dient u de koopsom ad€ 6.637aan cliënt te voldoen en aan hem een vrijwaringsbewijs van deze auto te overleggen.”
2.4.
In reactie daarop heeft de gemachtigde van Hofman bij brief van 2 november 2023 aan [eiser] geschreven dat zij bereid is de auto te laten ophalen en te onderzoeken.
2.5.
Hofman heeft de auto op 8 november 2023 opgehaald en vervoerd naar haar bedrijf. Daarna heeft zij de auto onderzocht. Vervolgens hebben partijen met elkaar overlegd om er uit te komen, maar dat heeft tot niets geleid.
2.6.
In een e-mail van 29 december 2023 heeft de gemachtigde van Hofman aan de gemachtigde van [eiser] geschreven dat zij betwistte dat de auto nonconform is en dat zij van plan was de auto door een onafhankelijke derde te laten onderzoeken.
2.7.
Op 4 en 9 januari 2024 heeft DEKRA Automotive de auto in opdracht van Hofman onderzocht. In een rapport van 1 februari 2024 van DEKRA staat onder meer het volgende:
4.INSPECTIE / SCHADE
(…)
4.2
Schade omschrijving
Nadat de drijfstanglagers van de motor door de monteur waren gedemonteerd, in ons bijzijn, hebben wij deze aan een inspectie onderworpen. Wij hebben de onderstaande schade aan de lagers en krukas waargenomen.
Het drijfstanglager van de eerste cilinder bleek volledig te zijn uitgelopen. De restanten van het uitgelopen lager van de eerste cilinder bleken te zijn vast gelast aan de lagerkap/drijfstang en kruktap van de krukas. De kruktap van de eerste cilinder was verkleurd als gevolg van het uitlopen van het lager.
(…)
De overige drijfstanglagers (en kruktappen van de krukas) vertoonden sporen van een overmatige slijtage en krassen in de bedding als gevolg van het rondpompen van met metaal vervuilde motorolie. (…)
In het carter van de motor van het voertuig hebben wij overmatige sporen van een vervuiling waargenomen. Het carter was aan de binnenzijde vervuild als gevolg van vervuilde/verouderde motorolie. Aan de binnenzijde van het motorblok troffen wij gelijke sporen van een vervuiling aan.
(…)
4.4
Olieanalyse
(…)
Op 12 januari 2024 ontvingen wij van DEKRA Rail de uitslag van de analyse (…). Samengevat is de conclusie van het laboratoriumonderzoek het volgende:
-
In de motorolie zijn slijtagedelen, IJzer (77 ppm), Aluminium (86 ppm) en silicium (13 ppm) aangetroffen. Tevens blijkt de motorolie vervuild met (condens) water.
-
De slijtagecoëfficiënt van de motorolie (TAN) is zeer laag. (0.4 mg KOH/g)
(…)

6.OORZAAK / CONCLUSIE

(….)
“Aan het schadebeeld van de beschadigde delen van de motor, evenals aan de vervuiling van het carter en onderzijde van het motorblok, hebben wij vastgesteld dat er in het verleden werd gereden met verouderde motorolie als gevolg van uitgesteld onderhoud.
Uit analyse van de motorolie is gebleken dat deze wel recent werd bijgevuld. (…)
Tijdens ons onderzoek constateerden wij geen technische gebreken aan het smeersysteem van de motor. Het smeergebrek is het gevolg van een kwaliteitsafname en veroudering van de motorolie. Door het niet tijdig verversen van de motorolie zijn de smerende eigenschappen dermate afgenomen dat de smerende werking ontoereikend is geweest.”
2.8.
Bij e-mail van 8 februari 2024 heeft de gemachtigde van Hofman het rapport van DEKRA aan de gemachtigde van [eiser] gezonden.
2.9.
In reactie daarop heeft de gemachtigde van [eiser] op diezelfde dag onder meer het volgende aan de gemachtigde van Hofman gemaild:
“DEKRA meldt twee zaken waar u overheen kijkt. Ik doe dat niet.
-
Onderhoud was pas na 10.350 km aangewezen, niet eerder. De auto is eerder dan het intervalmoment gestrand.
-
de km.stand is fors teruggedraaid.
(….)
De auto is total loss. Voorkant heeft helemaal in elkaar gezeten. Dragende delen zijn kapot gegaan. Hartstikke onveilig om hier nog mee te rijden(!). In Duitsland gebeurd. Drie maanden voordat deze werd ingevoerd in Nederland. (…)
De kilometerstand was in januari 2017 een aardige 195.500 km. En is vervolgens teruggedraaid in oktober 2018 naar 120.496 km (…)
€ 6.637,01 koopsom + € 2.000,00 kosten = € 8.367,01. Dit bedrag binnen zeven dagen na heden overmaken of de dagvaarding volgt.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
  • de overeenkomst ontbindt, althans de bij dagvaarding gedane ontbindingsverklaring bekrachtigt,
  • Hofman veroordeelt tot betaling van € 6.637,00, althans een evenredig deel daarvan indien de overeenkomst gedeeltelijk wordt ontbonden,
subsidiair:
  • bepaalt dat [eiser] heeft gedwaald en dat Hofman met opzet blijkens diens wetenschap (bedrog), dan wel zonder wetenschap (dwaling) heeft gehandeld ten gevolge waarvan [eiser] heeft gedwaald,
  • de overeenkomst vernietigt, althans de bij dagvaarding gedane vernietigingsverklaring bekrachtigt,
  • Hofman veroordeelt tot betaling van € 6.637,00,
primair en subsidiair:
  • Hofman gebiedt de auto op te halen, op straffe van een dwangsom,
  • Hofman gebiedt aan [eiser] een deugdelijk vrijwaringsbewijs te verschaffen en daarmee [eiser] bevrijdt van zijn kentekenhouderverplichtingen (MRB en WA), een en ander op straffe van een dwangsom,
  • Hofman veroordeelt om aan [eiser] de volgende bedragen aan te betalen:
o € 336,36 aan motorrijtuigenbelasting, te vermeerderen met pro memorie posten,
o € 352,32 aan verzekeringspremies, te vermeerderen met pro memorie posten,
o € 95,00 aan extra kosten,
o € 855,29 aan buitengerechtelijke incassokosten,
  • Hofman veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom en de nevenvorderingen, berekend vanaf 21 februari 2023 tot de dag van volledige betaling,
  • Hofman veroordeelt in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Hofman voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.

4.De beoordeling

Non-conformiteit?
4.1.
Partijen zijn het erover eens dat de aankoop van de auto door [eiser] een consumentenkoop is in de zin van artikel 7:5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Zij twisten met name over de vraag of de auto die Hofman aan [eiser] heeft verkocht bij aflevering aan de overeenkomst beantwoordde. Volgens [eiser] is dat niet het geval en kleven er verschillende gebreken aan de auto. Hij heeft er in dit verband op gewezen dat
i) zeven maanden na de koop de motor van de auto is vastgelopen ii) de kilometerstand is teruggedraaid en iii) de auto eerder in Duitsland als
total lossis gerapporteerd. Hofman heeft betwist dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde.
4.2.
Artikel 7:17 lid 1 BW bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Volgens het tweede lid van dat artikel beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst als deze niet de eigenschappen bezit die de koper, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, op grond van de overeenkomst mag verwachten. Wat de koper mag verwachten hangt ook af van het antwoord op de vragen of en in hoeverre de verkoper een mededelingsplicht heeft geschonden en of de koper onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Dit alles gelet op alle omstandigheden van het geval. De overeenkomst is gesloten tussen een particulier ( [eiser] ) als koper en een professionele autohandelaar (Hofman) als verkoper;
geen gelijkwaardige partijen dus.
De motor
4.3.
Volgens [eiser] beantwoordde de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst, omdat de motor zeven maanden na de koop is vastgelopen.
4.4.
Volgens Hofman is de omstandigheid dat de motor van de auto is vastgelopen te wijten aan het feit dat [eiser] na aflevering ruim 16.000 kilometer verder heeft gereden met vervuilde motorolie, in plaats van die motorolie te verversen of de auto adequaat te (laten) onderhouden. Hofman heeft hiervoor verwezen naar het rapport van DEKRA.
4.5.
DEKRA is de enige die de motor heeft onderzocht. Dat gebeurde weliswaar in opdracht van Hofman, maar dat is geen aanleiding om aan te nemen dat haar bevindingen niet kloppen. [eiser] heeft die bevindingen ook niet inhoudelijk betwist, zodat wordt uitgegaan van de juistheid daarvan. Het komt erop neer dat de motor is vastgelopen, omdat is gereden met vervuilde motorolie. Het gebrek waar het hier om gaat is dus niet zozeer het vastlopen van de motor binnen zeven maanden na de koop, maar de aanwezigheid van verouderde en vervuilde motorolie daarin. De vraag is nu wat [eiser] op dit punt mocht verwachten.
4.6.
Partijen zijn het erover eens dat [eiser] voorafgaand aan de levering heeft kunnen kiezen om ofwel onderhoud aan de auto te laten uitvoeren door Hofman, ofwel om van dat onderhoud af te zien en zodoende een korting van € 1.250,00 op de koopprijs te krijgen. Dat het verversen van de motorolie onderdeel is van dit onderhoud is onbetwist. [eiser] heeft tijdens de zitting toegelicht dat hij ervoor heeft gekozen af te zien van onderhoud van de auto en daarmee heeft gekozen voor een korting van € 1.250,00 op de koopprijs. [eiser] is dus weggereden met een auto waarvan hij wist dat de motorolie niet door Hofman was ververst. Hij wist ook niet wanneer die motorolie voor het laatst ververst was. Zoals hij tijdens de zitting verklaarde bleek dit niet uit het onderhoudsboekje dat hij bij de aflevering van de auto van Hofman kreeg. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de auto – met daarin oude en vervuilde motorolie – bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde.
4.7.
[eiser] heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de motorolie na aflevering van de auto niet heeft ververst, maar alleen regelmatig heeft bijgevuld, ofschoon hij na aflevering nog ruim 16.000 kilometer met de auto heeft gereden. Het vastlopen van de motor is dan ook te wijten aan het feit dat hij sinds de koop ruim 16.000 kilometer is doorgereden met motorolie van voor hem onbekende datum zonder deze te (laten) verversen.
4.8.
De zaak draaide eerst alleen om de vastgelopen motor. Pas na ontvangst van het DEKRA rapport, waaruit bleek dat de motor was vastgelopen omdat hij niet tijdig olie had ververst, begon [eiser] over het terugdraaien van de kilometerstand en een oude schade.
Hij beriep zich daarbij op een RDW-Voertuigrapport, een rapport van CarVertical, een rapport van Carfax en een rapport van AutoDNA, allemaal van 8 februari 2024.
Kilometerstand
4.9.
De auto zou bij aflevering ook niet aan de overeenkomst beantwoorden, omdat de kilometerstand was teruggedraaid. [eiser] heeft in dit verband gewezen op het voertuigrapport van de RDW, waaruit blijkt dat de kilometerstand op 25 februari 2023 149.863 kilometer was en op het rapport van CarVertical waaruit blijkt dat de kilometerstand reeds in januari 2017 195.500 kilometer was.
4.10.
Dat de kilometerstand van de auto is teruggedraaid, staat uiteindelijk niet ter discussie. Het gaat erom wat [eiser] op dit punt heeft mogen verwachten. Hij stelt in dit verband kennelijk dat Hofman wist, althans had moeten weten dat de kilometerstand was teruggedraaid en heeft nagelaten dit voorafgaand aan of bij de koop van de auto aan hem mee te delen.
4.11.
Hofman heeft onweersproken aangevoerd dat zij niet wist dat de kilometerstand was teruggedraaid. Zij voert verder aan dat zij dat ook niet eenvoudig kon vaststellen.
4.12.
In het RDW-rapport staat een reeks kilometerstanden vanaf 9 maart 2017, toen de auto in Nederland werd geïmporteerd (105.122 km), tot aan februari 2023, toen [eiser] de auto geleverd kreeg (149.863 km). De RDW heeft over deze reeks tellerstanden geen oordeel gegeven. Uit de door Hofman aangehaalde toelichting blijkt dat dit onder meer het geval is als een auto is geïmporteerd. Dit laatste was aan [eiser] meegedeeld, zoals Hofman onweersproken heeft gesteld. Gesteld noch gebleken is dat de afgelezen kilometerstand van 149.000 km voor deze vijftien jaar oude auto zo laag was dat dit bij Hofman twijfel had moeten oproepen over de juistheid daarvan. Zij hoefde dan ook geen nader onderzoek te doen naar de geschiedenis van deze inruilauto in de periode voordat die zeven jaar eerder door anderen in Nederland werd geïmporteerd. Als [eiser] daar meer over had willen weten, had hij daarnaar moeten informeren, of zelf een onderzoek instellen, zoals hij uiteindelijk heeft gedaan. De slotsom is dat [eiser] op het punt van de kilometerstand geen beroep op non-conformiteit toekomt.
Oude schade
4.13.
Uit de rapporten van Carfax en AutoDNA blijkt dat de auto in 2017 in Duitsland is beschadigd en als
total lossis gerapporteerd. Ook in dit opzicht beantwoordde de auto volgens [eiser] bij aflevering niet aan de overeenkomst.
4.14.
Het begrip
total lossis geen juridisch, maar een economisch begrip, dat betekent dat de kosten van herstel hoger liggen dan de waarde van de auto. Dit neemt niet weg dat na een
total loss-rapportage van een auto toch kan worden besloten tot herstel. Dat is hier ook gebeurd. Verder heeft Hofman in dit verband onweersproken naar voren gebracht dat de auto bij import en (APK-)keuringen steeds is goedgekeurd. [eiser] stelt nog dat de auto vanwege dit schadeverleden onveilig is, maar die stelling heeft in het geheel geen handen en voeten gekregen. Het had op zijn weg gelegen duidelijk te maken welke mankementen de auto aan deze lang geleden herstelde schade zou hebben overgehouden. Bij deze stand van zaken valt dan ook niet in te zien dat de eerdere
total loss-rapportage maakt dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde.
Non-conformiteit: conclusie
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep van [eiser] op nonconformiteit niet opgaat en dat zijn vorderingen dus niet op die grond kunnen worden toegewezen.
Bedrog?
4.16.
Voor zover [eiser] stelt dat de overeenkomst vernietigbaar is, omdat Hofman hem heeft bedrogen door niet aan hem mede te delen dat de kilometerstand was teruggedraaid en dat de auto beschadigd is geweest, geldt dat Hofman onweersproken heeft aangevoerd dat zij van een en ander niet op de hoogte was. Van opzettelijk verzwijgen kan dus geen sprake zijn geweest. De overeenkomst is dan ook niet vernietigbaar op grond van bedrog.
Dwaling?
4.17.
[eiser] stelt verder dat de overeenkomst vernietigbaar is op grond van dwaling. Ook hier verwijt hij Hofman dat zij wist of had moeten weten dat de kilometerstand van de auto was teruggedraaid en de auto eerder
total losswas geweest en zodoende onveilig, maar hem dit vóór of ten tijde van de koop van de auto niet heeft meegedeeld.
4.18.
Op grond van artikel 6:228 lid 1 BW is een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten vernietigbaar indien:
de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten, of
de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten, of
de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste voorstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.
4.19.
Zoals hiervoor overwogen, wist Hofman niet van het terugdraaien van de kilometerstand en hoefde zij dat in de gegeven omstandigheden ook niet te weten. Hetzelfde geldt voor de total loss – rapportage, nog daargelaten dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken op dit punt niet anders zou zijn gesloten. Voor zover [eiser] bedoelt zich te beroepen op het bepaalde in artikel 6:228 lid 1 onder b BW, gaat dat beroep dan ook niet op.
4.20.
Voor zover de gemachtigde van [eiser] met zijn opmerking tijdens de zitting dat sprake is van wederzijdse dwaling, als Hofman niet wist van de teruggedraaide kilometerstand, nog een beroep heeft willen doen op het bepaalde in artikel 6:228 lid 1 onder c BW, wordt daaraan voorbijgegaan wegens gebrek aan een concrete toelichting over de gevolgen die hij daaraan wil verbinden.
4.21.
Dit alles betekent dat de overeenkomst ook niet vernietigbaar is op grond van dwaling.
Conclusie
4.22.
De conclusie is dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen.
Kosten
4.23.
[eiser] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten van Hofman betalen.
De proceskosten van Hofman tot op heden worden vastgesteld op € 678,00 (2,0 punten x tarief: € 339,00) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Hofman tot op heden vastgesteld op € 678,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, kantonrechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2024.