ECLI:NL:RBAMS:2024:5991

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
81-333785-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van explosieve stoffen en professioneel vuurwerk

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van explosieve stoffen en professioneel vuurwerk. De verdachte, geboren in 1999, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een tennisbal en een koker gevuld met explosieve stoffen, alsook van professioneel vuurwerk, waaronder een Cobra 6 en een rookgenerator. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 22 december 2022 in zijn woning in [plaats] deze voorwerpen in bezit had. Tijdens een doorzoeking trof de politie verschillende explosieve stoffen en apparatuur aan die gebruikt kunnen worden voor het vervaardigen van explosieven. De officier van justitie heeft de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten bepleit, terwijl de verdediging vrijspraak heeft gevraagd op basis van de stelling dat de aangetroffen stoffen niet als explosieven kunnen worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de aangetroffen voorwerpen, waaronder de tennisbal en de koker, als wapens kunnen worden aangemerkt onder de Wet Wapens en Munitie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer en zijn er straffen opgelegd voor de bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 81-333785-22
Datum uitspraak: 26 september 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
wonende op het adres [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 september 2024. Verdachte was bij de inhoudelijke behandeling aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.J.J. Schutte en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. N.C. Reehuis naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd en na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
feit 1 primair:het voorhanden hebben van voorwerpen (koker en tennisbal gevuld met een explosief mengsel en een viscolont) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing op 22 december 2022;
subsidiair:het (opzettelijk) vervaardigen/bewerken van vuurwerk buiten een daartoe bestemde inrichting in de periode van 1 t/m 22 december 2022;
feit 2:het (opzettelijk) opslaan/voorhanden hebben van professioneel vuurwerk (Cobra 6, rookgenerator en viscolont) op 22 december 2022;
feit 3:is na wijziging van de tenlastelegging vervallen;
feit 4:het (opzettelijk) opslaan/vervaardigen/gebruiken van explosieven (buskruit) in de periode van 1 t/m 22 december 2022;
feit 5:het voorhanden hebben van drie voorwerpen die sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens op 22 december 2022.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Inleiding
Naar aanleiding van onderzoek bij een online-verkoper van viscolont is verdachte aangemerkt als een van de kopers. Mede op basis daarvan is een verdenking ontstaan van het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. Op 22 december 2022 is de politie naar de woning van verdachte in [plaats] gegaan. In de woning van verdachte troffen de verbalisanten grondstoffen en apparatuur aan waarmee explosieve stoffen samengesteld kunnen worden. Ook troffen zij een dikke kartonnen koker met lont, een dichtgetapete tennisbal met lont en een doorzichtige zak met zwart poeder aan. Verder zijn in de woning airsoftwapens aangetroffen.
3.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen. Hiertoe is het volgende aangevoerd. Uit een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) is gebleken dat het zwarte poeder dat in de zak bij verdachte in huis is aangetroffen zwart buskruit (een explosieve stof) betreft. Verder blijkt uit een NFI-rapport dat de grondmonsters van de koker en de tennisbal aanwijzingen bevatten dat deze ook zwart buskruit bevatten. Verdachte heeft ook verklaard dat het zwarte poeder, waarvan is vastgesteld dat het zwart buskruit is, hetzelfde zwarte poeder is dat in die twee voorwerpen zat. Voorwerpen met een dergelijk grote hoeveelheid explosieve stof, in combinatie met de eenvoud waarmee deze voorwerpen tegen een gebouw kunnen worden vastgepakt of naar een persoon kunnen worden gegooid, maken deze voorwerpen naar hun aard geschikt voor het treffen van personen of goederen door middel van ontploffing. De tennisbal en de koker zijn daarmee wapens van de categorie II onder 7 van de Wet Wapens en Munitie (hierna: WWM). Feit 1 primair kan dus bewezen worden. Verder is er een magnetische roermachine aangetroffen, ‘tumbler’, die wordt gebruikt om chemische stoffen te mengen. Gelet hierop en gelet op het aantreffen van het zwarte buskruit, kan ook feit 4 bewezen worden. Uit het dossier blijkt verder dat de Cobra 6, rookgenerator en viscolont als professioneel vuurwerk kunnen worden aangemerkt. Feit 2 kan hiermee ook bewezen worden. Tot slot blijkt uit het dossier dat de aangetroffen airsoftwapens gelijkenis vertonen met een bestaand wapen. Feit 5 kan dus eveneens bewezen worden.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 4 ten laste gelegde, omdat niet kan worden vastgesteld dat het om explosieven ging. Er is geen onderzoek gedaan naar de mengverhouding van de in de kartonnen koker, de dichtgetapete tennisbal en de zak met poeder gevonden stoffen. Alleen in een bepaalde mengverhouding kan worden gesproken over explosieven in de zin van de wet. Daarbij wordt opgemerkt dat uit het onderzoek van het NFI volgt dat bij de geteste stof
een rustige zichzelf onderhoudende verbranding met oranje vlam en oranje vonkenoptrad
.Indien het een explosieve samenstelling had gehad had de verbranding razendsnel moeten zijn gegaan. Indien de rechtbank een andere conclusie aan het NFI-rapport verbindt, doet de raadsvrouw een voorwaardelijk verzoek om de NFI-deskundige als getuige te horen over zijn onderzoeksbevindingen.
Subsidiair meent de raadsvrouw dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 primair, omdat de aangetroffen dikke kartonnen koker met lont en de dichtgetapete tennisbal met lont niet bestemd waren voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing. Verdachte heeft deze voorwerpen vervaardigd als onderdeel van een door hem te bouwen modelraket. Nergens uit het dossier volgen andere intenties.
De raadsvrouw refereert zich voor wat betreft feit 2 en feit 5 aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1 en 4(explosief materiaal)
In de woning van verdachte zijn grondstoffen en apparatuur aangetroffen waarmee explosieve stoffen samengesteld kunnen worden, alsook een doorzichtige zak met zwart poeder, een kartonnen koker met lont en een dichtgetapete tennisbal met lont.
Ten aanzien van feit 4
Verdachte heeft over de zak met zwart poeder verklaard dat hij grondstoffen had gekocht om brandstof te vervaardigen voor zijn te bouwen modelraket, waar hij al enkele maanden mee bezig was. Door middel van het mengen van chemische stoffen in daarvoor bestemde apparatuur, een zelfgemaakte tumbler, heeft verdachte het in de doorzichtige zak aangetroffen zwarte poeder vervaardigd.
Een monster van de stof in de doorzichtige zak is door het NFI geanalyseerd. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het zwart buskruit betreft en dat dit een explosieve stof is. Dat de samenstelling van de stoffen dusdanig licht was dat niet gesproken kan worden van een explosieve stof, zoals verdachte heeft verklaard, kan niet worden afgeleid uit het NFI-rapport. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de conclusie van het NFI-rapport.
De rechtbank komt op basis van de verklaring van verdachte en het NFI-rapport tot een bewezenverklaring van het opslaan, vervaardigen en gebruiken van buskruit (feit 4).
Ten aanzien van feit 1 primair
Vervolgens is de vraag of de tennisbal en de koker die gevuld zijn met een explosief materiaal als wapens in de zin van de WWM kunnen worden aangemerkt. Om te kwalificeren als een wapen uit categorie II van de WMM dienen de voorwerpen bestemd te zijn voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, waarbij de intentie van verdachte niet van belang is. Bij de beoordeling zijn de objectieve kenmerken bepalend.
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) heeft de dichtgetapete tennisbal en de kartonnen koker afgevoerd en tot ontploffing gebracht. Na de ontploffing zijn de door de EODD genomen monsters door het NFI geanalyseerd. Uit de analyse van het NFI volgt dat de monsters sporen bevatten die wijzen op een pyrotechnisch mengsel op basis van in ieder geval kaliumnitraat, zwavel en koolstof. Een pyrotechnisch mengsel met deze samenstelling is een anorganische explosieve stof die bekend staat als zwart buskruit. De mogelijkheid van een pyrotechnisch mengsel met een andere (uitgebreidere) samenstelling kan echter niet uitgesloten worden. De referentie grondmonsters van vóór de gecontroleerde ontploffingen door de EODD bevatten geen sporen van een anorganische explosieve stof.
Zoals hiervoor al staat vermeld is door het NFI vastgesteld dat het zakje met zwart poeder (tenlastegelegd in feit 4) zwart buskruit betreft en dat dit een explosieve stof is.
Verdachte heeft verklaard dat het zwarte poeder uit het zakje ook in de koker en de tennisbal zat. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de koker en de tennisbal ook zwart buskruit bevatten.
Nu verdachte een kartonnen koker met ongeveer 300 gram zwart buskruit en een lont en een dichtgetapete tennisbal met ongeveer 64 gram buskruit en een lont heeft vervaardigd, is de rechtbank van oordeel dat dit een dermate grote hoeveelheid explosief materiaal is dat deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt als wapens bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing. Dat het de intentie van verdachte was om deze voor een modelraket te gebruiken is niet van belang.
De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing dan ook bewezen.
Voorwaardelijk verzoek
Met betrekking tot het door de raadsvrouw gedane voorwaardelijke getuigenverzoek is het noodzakelijkheidscriterium van toepassing. Gelet op hetgeen door de verdediging ter terechtzitting is aangevoerd, is de noodzaak van het horen van de NFI-deskundige niet gebleken. De rechtbank vindt de conclusies van de NFI-rapporten voldoende onderbouwd en wijst het verzoek dan ook af.
Feit 2 en 5(bezit vuurwerk en airsoftwapens)
Tijdens de doorzoeking op 22 december 2022 zijn ook drie stuks vuurwerk (feit 2) en drie airsoftwapens (feit 5) aangetroffen, Uit onderzoek door een materiedeskundige van het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk blijkt dat de Cobra 6, de rookgenerator en de viscolont zijn aan te merken als professioneel vuurwerk
Uit onderzoek door de taakaccenthouder wapens en munitie, van de politie, volgt dat de in de woning van verdachte drie aangetroffen airsoftwapens op vuurwapens gelijkende voorwerpen zijn.
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de omstandigheid dat het vuurwerk en de wapens, in de woning en de schuur van verdachte zijn aangetroffen, concludeert de rechtbank dat verdachte zowel de wetenschap als de beschikkingsmacht hierover heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat het voorhanden hebben van deze drie stuks professioneel vuurwerk (feit 2) en drie op vuurwapende gelijke voorwerpen (feit 5) bewezen kan worden verklaard.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.op 22 december 2022 te [plaats] , wapens van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een tennisbal gevuld met een explosief mengsel ingewikkeld met zwarte tape en met een viscolont eraan bevestigd, en
- een kartonnen koker gevuld met een explosief mengsel ingewikkeld met tape en met een viscolont eraan bevestigd,
zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad;
2.
op 22 december 2022 te [plaats] , opzettelijk, één stuk knalvuurwerk (Cobra 6), één rookgenerator en een hoeveelheid viscolont, in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
4.
in de periode 1 december 2022 tot en met 22 december 2022 te [plaats] , opzettelijk, zonder erkenning, explosieven, te weten een hoeveelheid (zwart) buskruit heeft opgeslagen en vervaardigd en gebruikt;
5.
op 22 december 2022 te [plaats] , wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten, meerdere door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen en die zodanig op wapens geleken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, te weten drie voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1, 2, 4 en 5 bewezen geachte feiten wordt veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, te vervangen door 100 dagen hechtenis indien de taakstraf niet (naar behoren) wordt vervuld, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om aan verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen. Zij heeft verzocht om in de strafmaat rekening te houden met de PDD-NOS-diagnose (autisme), die mogelijk een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van wat verdachte verweten wordt. Daarnaast heeft zij verzocht om rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte een ‘first offender’ is, zijn leven op orde heeft en een meewerkende proceshouding heeft getoond.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van voorwerpen (een tennisbal en een koker) met explosieve stoffen erin die als wapen gebruikt kunnen worden en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, te weten een Cobra 6, een rookgenerator en een viscolont. Het voorhanden hebben van wapens kan gemakkelijk leiden tot het gebruik ervan en vormt daarom een onaanvaardbaar risico in de maatschappij. Verdachte heeft de wapens en het vuurwerk bovendien vervaardigd en bewaard in een woning in een woonwijk. De hoeveelheid aangetroffen explosieve stoffen en professioneel vuurwerk was extreem gevaarzettend. Zo zat in de koker alleen al (netto) 300 gram buskruit; dat is drie maal zoveel als in een Cobra 8. Voor de opslag van dergelijke explosieve stoffen en vuurwerk gelden strenge regels en is gespecialiseerde kennis vereist. Verdachte had de (voorwerpen met) explosieve stoffen en het vuurwerk opgeslagen in zijn woning en in de garage zonder daarbij enige voorzorgsmaatregelen te treffen met het oog op brand- en ontploffingsgevaar. De rechtbank acht dit zeer onverantwoord.
Daarnaast bevonden zich meerdere airsoftwapens in de woning van verdachte die door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertonen met echte vuurwapens. Door het voorhanden hebben van dergelijke op vuurwapens gelijkende voorwerpen had de verdachte wapens ter beschikking die voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 2 augustus 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Verdachte moet daarom als ‘first offender’ worden beschouwd.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de reclasseringsrapporten van 30 maart 2023 en 4 september 2024, opgemaakt door reclasseringsmedewerkster [reclasseringsmedewerkster] . Hierin staat samengevat vermeldt dat de reclassering adviseert om bij een bewezenverklaring een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. Verder benoemt de reclassering dat betrokkene is gediagnosticeerd met PDD-NOS, wat mogelijk een rol kan hebben gespeeld bij de totstandkoming van het ten laste gelegde. De reclassering ziet geen risicofactoren ten aanzien van de kans op recidive en benoemt dat verdachte ervan doordrongen lijkt te zijn dat hij niet opnieuw dergelijke chemische materialen en/of vuurwerk moet kopen. Verdachte lijkt zijn leven op de rit te hebben met vast werk en hij is gaan samenwonen met zijn vriendin. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor de inzet van reclasseringsinterventies. Verdachte is in staat om een taakstraf uit te voeren en een geldboete te betalen. Voor het opleggen van een gevangenisstraf is wel een contra-indicatie, omdat verdachte zijn werk en woning kan verliezen.
Overige omstandigheden
Verder houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten van enige tijd geleden zijn (december 2022) en dat verdachte – blijkens zijn strafblad – sindsdien niet meer in aanraking met politie en justitie is gekomen. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte al gevolgen van de strafzaak heeft ondervonden, omdat de moeder van verdachte en verdachte uit hun huurwoning zijn gezet vanwege de onderliggende feiten. Verdachte erkent dat dit komt door zijn gedrag en voelt zich daar ook schuldig over richting zijn moeder.
Op te leggen straf
Gelet op de voornoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf niet meer passend is. De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden is.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Chemicalien (G6278922)
2. 1 STK Chemicalien (G6278947)
3. 2 STK Chemicalien (G6278933)
4. 1 STK Chemicalien (G6278938)
5. 1 STK Chemicalien (G6278953)
6. 1 STK Chemicalien (G6278963)
7. 1 STK Chemicalien (G6278965)
8. 5 STK Chemicalien (G6278945)
9. 2 STK Chemicalien (G6278908)
10. 3 STK Chemicalien (G6278906)
11. 6 STK Vuurwerk (G6279013)
12. 1 STK Vuurwerk (G6279019)
13. 125 GR Hennep toppen (G6278867)
14. 912 GR Hennep afval (G6278868)
15. 69,91 GR Hennep (G6278885)
16. 3,3 GR Hashish (G6278890)
17. 12 STK Hennep Wraps (G6278897)
18. 1,19 GR Hennep (G6278894)
19. 232,25 GR Hennep (G6278970)
20. 1 STK Wapen (G6278991)
21. 1 STK Tas (G6279031)
22. 2 STK Wapen (G6279403)
23. 1 STK Patroonhouder (G6279420)
24. 2 STK Patroonhouder (G6279424)
25. 1 STK Patroonhouder (G6279425)
26. 1 STK Patroonhouder (G6279428)
27. 1 STK Patroonhouder (G6279429)
28. 1 STK Patroonhouder (G6279431)
29. 1 STK Patroonhouder (G6279432)
30. 1 STK Chemicalien (G6279434)
31. 10 STK Wapen (G6279436)
32. 6 STK Gasfles (G6279438)
33. 2 ZAK Munitie (G6279439)
34. 1 STK Telescoopvizier (G6279442)
35. 1 STK Tas (G6279442)
36. 1 ZAK Munitie (G6281471)
37. 1 STK Wapen (G6278975)
38. 1 STK Wapen (G6278997)
39. 1 STK Wapen (G6278998)
40. 2 STK Bal (G6278999)
41. 1 STK Patroon (G6279017)
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder 1 tot en met 39 en onder 41 genoemde voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer en dat de onder 40 genoemde goederen verbeurd moeten worden verklaard.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen, hierboven genoemd onder 1 tot en met 39 en 41 onttrekken aan het verkeer. Nu met betrekking tot deze voorwerpen het bewezen geachte is begaan danwel deze voorwerpen zijn aangetroffen in het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven, terwijl zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven en van zodanige aard zijn, en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De twee tennisballen onder 40 dienen verbeurd te worden verklaard en zijn daarvoor vatbaar nu deze voorwerpen tot het begaan van het misdrijf zijn bestemd.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, 13, 26 en 55 van de WWM, 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en 17 Wet explosieven voor civiel gebruik.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
Ten aanzien van feit 2:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
Ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel art 17, eerste lid, van de Wet explosieven voor civiel gebruik;
Ten aanzien van feit 5:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake van de onder 1 primair, 2, 4 en 5 bewezenverklaarde feiten tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Bepaalt dat een gedeelte, groot
60 (zestig) uren, van deze taakstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de taakstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen.
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
1. STK Chemicalien (G6278922)
2. 1 STK Chemicalien (G6278947)
3. 2 STK Chemicalien (G6278933)
4. 1 STK Chemicalien (G6278938)
5. 1 STK Chemicalien (G6278953)
6. 1 STK Chemicalien (G6278963)
7. 1 STK Chemicalien (G6278965)
8. 5 STK Chemicalien (G6278945)
9. 2 STK Chemicalien (G6278908)
10. 3 STK Chemicalien (G6278906)
11. 6 STK Vuurwerk (G6279013)
12. 1 STK Vuurwerk (G6279019)
13. 125 GR Hennep toppen (G6278867)
14. 912 GR Hennep afval (G6278868)
15. 69,91 GR Hennep (G6278885)
16. 3,3 GR Hashish (G6278890)
17. 12 STK Hennep Wraps (G6278897)
18. 1,19 GR Hennep (G6278894)
19. 232,25 GR Hennep (G6278970)
20. 1 STK Wapen (G6278991)
21. 1 STK Tas (G6279031)
22. 2 STK Wapen (G6279403)
23. 1 STK Patroonhouder (G6279420)
24. 2 STK Patroonhouder (G6279424)
25. 1 STK Patroonhouder (G6279425)
26. 1 STK Patroonhouder (G6279428)
27. 1 STK Patroonhouder (G6279429)
28. 1 STK Patroonhouder (G6279431)
29. 1 STK Patroonhouder (G6279432)
30. 1 STK Chmeicalien (G6279434)
31. 10 STK Wapen (G6279436)
32. 6 STK Gasfles (G6279438)
33. 2 ZAK Munitie (G6279439)
34. 1 STK Telescoopvizier (G6279442)
35. 1 STK Tas (G6279442)
36. 1 ZAK Munitie (G6281471)
37. 1 STK Wapen (G6278975)
38. 1 STK Wapen (G6278997)
39. 1 STK Wapen (G6278998)
41. 1 STK Patroon (G6279017)
Verklaart
verbeurd:
40. 2 STK Bal (G6278999)
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Wiewel, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en M.A. Boerhorst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 september 2024.
[...]

[...]

[...]

[...]