Op 23 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van het gezag en de vaststelling van een omgangsregeling tussen de ouders van drie minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.M. Haring, verzocht om alleen met het gezag over de kinderen te worden belast, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. K.J. de Vaan, zich verzet tegen deze wijziging. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport geadviseerd om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder met het eenhoofdig gezag te belasten, omdat de vader onvoldoende betrokken is geweest in het leven van de kinderen en de communicatie tussen de ouders problematisch is. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 23 september 2024 gehouden, waarbij beide ouders aanwezig waren, en heeft de aanbevelingen van de Raad gevolgd. De rechtbank heeft bepaald dat de vader om de week op zaterdagmiddag contact zal hebben met de kinderen, waarbij hij hen ophaalt en terugbrengt naar een neutrale locatie. Tevens is vastgesteld dat de moeder de vader om de twee maanden per e-mail zal informeren over de ontwikkeling van de kinderen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen.