Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank beoordeelt of verweerder het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser per 30 september 2022 terecht heeft vastgesteld op 44,65%. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
5. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
6. Eiser heeft als [functie] gewerkt bij een groothandel. Na zijn ontslag ontving hij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Eiser werd vervolgens ziek. Hij heeft eerst een uitkering op grond van de Ziektewet ontvangen. Na het einde van de zogenaamde wachttijd, heeft eiser een WGA-uitkeringontvangen.
7. Op 26 september 2022 heeft verweerder de loongerelateerde WGA-uitkering per 30 september 2022 gewijzigd in een WGA-vervolguitkering. Daarbij is vastgesteld dat eiser 77,05% arbeidsongeschikt was (het primaire besluit).
8. Omdat eiser zich hierin niet kon vinden, heeft hij tegen het primaire bezwaar gemaakt en om een medische herbeoordeling verzocht. Naar aanleiding van de medische herbeoordeling heeft de arbeidsdeskundige op 12 mei 2023 vastgesteld dat eiser 46,63% arbeidsongeschikt was. Verweerder heeft op 16 mei 2023 aan eiser een voornemen gestuurd om het primaire besluit te wijzigen in de zin dat zijn arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld op 46,63%.
9. Eiser heeft aangegeven dat hij zich niet in dat voornemen kon vinden. De arbeidsdeskundige in bezwaar heeft in zijn rapportage van 6 november 2024 op basis van de medische rapportage in bezwaar van 20 oktober 2023 vastgesteld dat eiser per 30 september 2022 44,65% arbeidsongeschikt was. Met het bestreden besluit heeft verweerder op basis van dat arbeidsongeschiktheidspercentage aan eiser een WGA-vervolguitkering van bruto € 471,71 per maand toegekend.
10. Verweerder mag zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid in principe baseren op rapportages van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapportages moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, zij mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de conclusies moeten logisch voortvloeien uit de rapporten. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapportages die over hem zijn opgesteld niet aan deze vereisten voldoen. Om aannemelijk te maken dat een gegeven medische beoordeling onjuist is, is in beginsel een rapport van een medicus nodig.
11. Bij de WIA-beoordeling is niet de subjectieve, persoonlijke klachtbeleving van eiser bepalend, maar moet er een geobjectiveerde medische beoordeling plaatsvinden.
De medische grondslag van het bestreden besluit
12. Volgens eiser heeft verweerder onvoldoende beperkingen aangenomen ten aanzien van zijn persoonlijk en sociaal functioneren, in verband met zijn psychische klachten. Eiser heeft erop gewezen dat er bij de toekenning van de loongerelateerde WGA-uitkering een urenbeperking werd aangenomen. Die urenbeperking is in het bestreden besluit komen te vervallen, terwijl de diagnose ongewijzigd is gebleven en de klachten chronisch zijn. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat eisers stress en angstgevoelens (vanwege de operatie aan een tumor) zijn toegenomen, dat zijn medicatie is verhoogd en dat hij met bijwerkingen van antipsychotica te maken heeft. Niet is gebleken dat rekening is gehouden met de aandachtspunten uit de Richtlijn depressie 2016. In ieder geval zouden beperkingen moeten worden aangenomen ten aanzien van het handelingstempo in het dagelijks functioneren, emotionele problemen van anderen hanteren, eigen gevoelens uiten, afleiding door activiteiten van anderen en het werken met gevaarlijke machines.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd dat er bij de psychische indruk geen opvallendheden zijn waargenomen die kunnen wijzen op een verslechtering, zoals een verminderd cognitief functioneren. Daarbij heeft hij de informatie van de psychiater betrokken. Daaruit blijkt dat eiser lijdt aan een persisterende depressieve stoornis met diverse psychosociale onderhoudende factoren, waarbij de tumor en behandeling een onderhoudende rol hebben gespeeld en behandeling matig effect heeft. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is voldoende rekening gehouden met de eerder vastgestelde beperkingen, waarbij eiser gezien de klachten met name aangewezen is op stressarm werk, zonder een te grote belasting in emotiehantering (zoals conflicthanteringen) en zonder intensieve samenwerkingen met anderen. Gezien de medicatiewissel naar mirtazapine en de persisterende depressie, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep een aanvullende beperking gesteld in chauffeursfuncties en in werk met verhoogd persoonlijk risico. Wat betreft de urenbeperking heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geconcludeerd dat op basis van de Standaard Duurbelastbaarheid geen aanleiding meer bestaat voor een preventieve beperking.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er in beroep nog op gewezen dat de aandachtspunten uit de Richtlijn depressie niet voor iedereen gelden, maar per individu moeten worden vastgesteld. Hij heeft geen aanleiding gezien om de door eiser genoemde beperkingen aan te nemen. Met het medicatiegebruik is volgens de verzekeringsarts al rekening gehouden door een beperking ten aanzien van werk met verhoogd persoonlijk risico. Zo ook met werk met een verwondingsrisico, zoals werken met gevaarlijke machines waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
15. De beroepsgrond van eiser slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de psychische klachten inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft geen medische stukken ingebracht die leiden tot de conclusie dat de beoordeling van de verzekeringsarts onjuist is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de medische rapportages waarop verweerder zich baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.
16. Volgens eiser heeft verweerder zijn lichamelijke klachten onderschat. Eiser heeft last van chronische rugklachten. Om die reden zijn er beperkingen opgenomen ten aanzien van dynamische handelingen en statische handelingen. Maar volgens eiser geven de aangenomen beperkingen te veel ruimte voor functies waarbij zijn rug nog te veel wordt belast.
17. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft wat betreft de rugklachten aangegeven dat het klachtenpatroon, in combinatie met de weinige afwijkingen die bij het lichamelijk onderzoek zijn geconstateerd, geen aanleiding geeft om te denken aan een ernstig medisch beeld. Gezien de consistentie van de geclaimde klachten heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep beperkingen aangenomen in fysieke zware arbeid en zal eiser statische houdingen moeten afwisselen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er in beroep op gewezen dat eiser geen nieuwe medische inzichten naar voren heeft gebracht waarmee rekening gehouden zou moeten worden.
18. Deze beroepsgrond van eiser slaagt niet. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser rugklachten heeft en dat daarvoor beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de aangenomen beperkingen door de rugklachten, inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de medische rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen. Eiser heeft geen medische stukken ingebracht die leiden tot de conclusie dat de beoordeling van de verzekeringsarts onjuist is.
19. Eiser voert verder aan dat hij last van zijn luchtwegen heeft. Volgens eiser had ook dit tot beperkingen moeten leiden, omdat eiser niet in stoffige omstandigheden kan werken.
20. Deze beroepsgrond van eiser slaagt. De primaire verzekeringsartsen hebben in hun rapport vermeld: ‘Tractus anamnese: astma’. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op de hoorzitting in bezwaar vermeld dat eiser een puffer gebruikt voor astma. De verzekeringsartsen zijn hier in hun rapportages verder niet op ingegaan en hebben daar geen consequenties aan verbonden. In reactie op de beroepsgrond van eiser heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep opgemerkt dat eiser in de eerdere beoordelingen geen specifieke claimklachten of beperkingen naar voren heeft gebracht ten aanzien van astma, zoals kortademigheid bij specifieke prikkels/allergieën/inspanningen. Eiser heeft ook in beroep nagelaten medisch te onderbouwen waarom een beperking in stoffige omstandigheden van toepassing is. Daarbij heeft de verzekeringsarts opgemerkt dat alleen in de gevallen wanneer de astma niet onder controle is, of waarbij een duidelijke uitlokkende factor (zoals een allergie) is vastgesteld waarbij er daarnaast passende belemmeringen zijn, hiervoor een specifieke beperking wordt gesteld.
21. In dit geval heeft eiser erop gewezen dat hij astma heeft en daarvoor een puffer gebruikt. Dat is niet door de verzekeringsarts in twijfel getrokken. Zorgvuldig onderzoek brengt in dat geval mee dat de betreffende verzekeringsarts doorvraagt naar de mate waarin iemand last heeft van die astma en onderzoekt in welke mate dit hem mogelijk beperkt. Niet is gebleken dat dat is gebeurd. Verweerder heeft onvoldoende onderzocht en gemotiveerd dat de astma in dit geval niet leidt tot een beperking.
De arbeidsdeskundige grondslag van het bestreden besluit
Functie met SBC-code 111180 (productiemedewerker industrie)
22. Volgens eiser is de functie van productiemedewerker industrie voor hem ongeschikt, omdat hij de Engelse taal niet beheerst en dat wel een eis is voor deze functie.
23. De arbeidsdeskundige in bezwaar en beroep heeft deze functie passend bevonden en daarbij overwogen dat eiser in staat moet zijn tot het volgen van een vakgerichte opleiding van vier dagen in het Engels. De Arbeidsdeskundig analist (ADA) heeft daarbij toegelicht dat naar behoefte afwisselend in het Nederlands en in het Engels uitleg wordt gegeven. De lessen bestaan voornamelijk uit een praktijkgedeelte (70 tot 80%). Voorafgaand aan de cursus zal de cursist al een tijd hebben meegelopen op de werkvloer, zodat verondersteld wordt dat hij reeds bekend is met de Engelse terminologie en het vakjargon over het werken met printplaten. Volgens de arbeidsdeskundige in beroep is het voor eiser haalbaar om het Engelse vakjargon binnen afzienbare tijd te leren in de praktijk.
24. De beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de arbeidsdeskundige inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.
Functie met SBC-code 267053 (wikkelaar)
25. Volgens eiser is de functie van wikkelaar voor hem ongeschikt, omdat hij niet kan werken in omstandigheden met een verwondings- of ongevalsrisico. In de functie van wikkelaar moet hij werken met een draaiende wikkelmachine. Ook is deze functie ongeschikt omdat niet kan worden afgewisseld van houding, maar de hele dag in een statische houding achter een machine moet worden gestaan of gezeten.
26. De arbeidsdeskundige heeft in zijn rapportage in beroep aangegeven dat er een verhoogd persoonlijk risico aanwezig is voor het werken met draaiende machines, maar dat in de functie van wikkelaar niet het verhoogd persoonlijk risico aanwezig is dat de verzekeringsarts in bezwaar heeft bedoeld. Die heeft namelijk aangegeven dat eiser niet in omstandigheden kan werken met een verwondings- of ongevalsrisico, ‘zoals op hoogtes/open water/verkeer/hete leidingen/open vuur/ chemicaliën’. Daarbij komt dat eiser in deze functie de statische houding kan onderbreken, door af en toe een korte afstand te lopen.
27. Deze beroepsgrond slaagt, voor zover deze ziet op het verhoogd persoonlijk risico voor het werken met gevaarlijke machines. Verweerder heeft tijdens de zitting aangegeven dat het standpunt dat dit niet het persoonlijk risico zou zijn dat de verzekeringsarts in bezwaar bedoeld zou hebben, niet juist is. Verweerder heeft aangegeven dat het niet duidelijk is of de wikkelmachine een gevaarlijke machine is. Ter zitting heeft verweerder aangeboden om hier nader onderzoek naar te laten doen. Het bestreden besluit is op dit punt dan ook onzorgvuldig tot stand gekomen en onvoldoende gemotiveerd.
28. Deze beroepsgrond slaagt niet, voor zover deze ziet op de afwisseling van de statische houding. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige in beroep. Gebleken is dat deze functie zowel staand als zittend kan worden uitgeoefend. In de functie wordt het werk in ieder geval ieder uur onderbroken door een korte afstand te lopen. Dat is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de arbeidsdeskundigen inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.
Functie met SBC-code 111190 (inpakker)
29. Volgens eiser is ook de functie van inpakker voor eiser niet geschikt, omdat hij niet kan werken in omstandigheden met een verwondings- of ongevalsrisico en er in de functie geen sprake is van afwisseling van de houding. Ook is er volgens eiser een overschrijding ten aanzien van samenwerken en zware fysieke arbeid.
30. De arbeidsdeskundige heeft zich in zijn rapportage in beroep op het standpunt gesteld dat het werken met een mes om dozen te openen, zoals in deze functie vereist is, niet het verhoogd persoonlijk risico is dat door de verzekeringsarts in bezwaar is bedoeld. Die heeft namelijk aangegeven dat eiser niet in omstandigheden kan werken met een verwondings- of ongevalsrisico, ‘zoals op hoogtes/open water/verkeer/hete leidingen/open vuur/ chemicaliën’. Volgens de arbeidsdeskundige is er geen sprake van een overschrijding voor wat betreft het wisselen van de houding. Ook is er geen overschrijding ten aanzien van samenwerken, omdat in deze functie wordt samengewerkt met een eigen van te voren afgebakende taak. Niet is vastgesteld dat eiser helemaal niet in staat is om te communiceren met collega’s. Voor wat betreft het reiken, tillen en pallets duwen/trekken, zijn er geen signaleringen zodat de functie volgens de arbeidsdeskundige past binnen de belastbaarheid van eiser.
31. Deze beroepsgrond slaagt, voor zover deze ziet op het werken in omstandigheden met een verwondings- of ongevalsrisico. Uit het dossier blijkt dat eiser lijdt aan een chronische depressie en gedachtes aan de dood heeft of heeft gehad. De rechtbank vindt de conclusie dat een functie met een hoog verwondings- of ongevalsrisico, waarbij gewerkt wordt met een mes, passend is, in dit geval niet logisch. Verweerder heeft het standpunt dat deze functie voor eiser passend is onvoldoende gemotiveerd.
32. De beroepsgrond slaagt niet, voor zover deze ziet op de afwisseling van de houding, samenwerken en zware fysieke arbeid. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de arbeidsdeskundigen inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.
De functie met SBC-code 111334 (huishoudelijk medewerker gebouwen)
33. Volgens eiser is ook de functie van huishoudelijk medewerker gebouwen niet passend, omdat hierbij statische houdingen moeten worden aangenomen die belastend zijn voor de rug van eiser. Eiser moet gebogen en getordeerdbezig zijn. Schoonmaakwerkzaamheden zijn te belastend voor eiser, vanwege zijn rugklachten.
34. De arbeidsdeskundige heeft in beroep verwezen naar de motivering van het CBBSresultaat functiebeoordeling. Daarin staat dat de verzekeringsarts heeft aangegeven dat eiser twee keer per uur 5 minuten gebogen of getordeerd bezig kan zijn. In deze functie is men tijdens 7,6 werkuren 5 keer ongeveer 2 minuten geboden of getordeerd bezig en tijdens 3 werkuren 5 keer ongeveer 1 minuut. De hogere frequentie wordt voldoende gecompenseerd door de kortere duur van de belasting.
35. Deze beroepsgrond van eiser slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de motivering van de arbeidsdeskundige inzichtelijk en goed te volgen is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.
De functie met SBC-code 111171 (productiemedewerker metaal en elektro-industrie)
36. Ook de functie van productiemedewerker metaal en elektro-industrie is volgens eiser niet passend, omdat vereist is dat eiser Nederlands moet kunnen lezen en schrijven en hij daarin bovennormaal moet kunnen torderen. Ook overschrijdt de functie de afwisseling van houding, omdat eiser in deze functie grotendeels zou moeten staan en slechts enkele minuten kan lopen.
37. De arbeidsdeskundige heeft in zijn rapportage in beroep beaamd dat eiser voor deze functie Nederlands moet kunnen lezen en schrijven, maar heeft er op gewezen dat eiser werkzaam is geweest als [functie] en daarbij verantwoordelijk was voor de in- en verkoop van groente en fruit. Hij heeft daarbij veel klantcontact gehad en de Nederlandse taal kennelijk eigen genoeg gemaakt om zijn werkzaamheden als [functie] uit te kunnen voeren. De arbeidsdeskundige vindt daarom dat de functie passend is. Voor wat betreft het torderen heeft de arbeidsdeskundige overlegd met de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Deze heeft aangegeven dat de frequentie van het torderen inderdaad bovennormaal is, maar dat er slechts licht getordeerd hoeft te worden. Dit is voor eiser mogelijk en werkt juist bevorderend, omdat hij in beweging blijft.
38. Deze beroepsgrond slaagt, voor zover deze ziet op de Nederlandse taal. De rechtbank vindt de uitleg dat eiser als [functie] in groente- en fruit klantcontact heeft gehad, onvoldoende om aan te nemen dat eiser op een voldoende hoog niveau Nederlands kan lezen en schrijven om deze functie uit te kunnen oefenen. Het besluit is op dit punt in strijd met het motiveringsbeginsel.
39. De beroepsgrond slaagt niet, voor zover deze ziet op het bovennormaal torderen en de statische houding. De motivering van de arbeidsdeskundige is inzichtelijk en goed te volgen op het punt van torderen. Hoewel de arbeidsdeskundige niet ingegaan is op de gestelde overschrijding van de statische houding blijkt uit de signalering bij deze functie dat en waarom deze functie geschikt is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapportages waar verweerder zich op baseert op dit punt niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen.