Op 25 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Augsburg in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1995, die wordt verdacht van een strafbaar feit dat in Duitsland is gepleegd. De officier van justitie diende op 23 juli 2024 een vordering in tot behandeling van het EAB. Tijdens de zitting op 11 september 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.J.M. Jansen. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen, met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en de rechtbank oordeelt dat zijn sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De Senior Public Prosecutor in Augsburg heeft een garantie gegeven dat, in geval van veroordeling, de opgeëiste persoon naar Nederland zal worden teruggebracht voor de uitvoering van de straf. De rechtbank heeft deze garantie als voldoende beoordeeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.