ECLI:NL:RBAMS:2024:5884

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
13/095838-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting ISD-maatregel en afwijzing verzoek om aanhouding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juni 2024 een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel uitgevoerd voor een veroordeelde die in 2023 een ISD-maatregel van twee jaar opgelegd kreeg. De rechtbank heeft de officier van justitie, de raadsman van de veroordeelde en een deskundige gehoord. De veroordeelde was niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een voortgangsverslag van 20 juni 2024, waarin de ontwikkelingen van de veroordeelde tijdens de ISD-maatregel zijn beschreven. De veroordeelde heeft in het verleden problemen vertoond, waaronder het smokkelen van drugs en ongewenst gedrag. Echter, recentelijk heeft hij een gedragsverandering laten zien en is hij gestart met behandelingen gericht op zijn verslaving en gedragsproblemen. De deskundige heeft geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten, zodat de veroordeelde kan blijven werken aan zijn behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redenen voor de ISD-maatregel nog steeds aanwezig zijn en heeft besloten de maatregel voort te zetten, waarbij het verzoek om aanhouding van de raadsman is afgewezen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/095838-23 (tussentijdse toetsing ISD-maatregel)

Deze rechtbank heeft op 21 juli 2023 de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[verdachte],

geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ([geboorteland]),
thans gedetineerd in het Justitieel Complex [locatie te plaats].

Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 21 juli 2023;
  • het verzoek van 11 maart 2024 ex artikel 6:6:14 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedaan namens de veroordeelde door zijn raadsman mr. M.L. van Gaalen, tot een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 24 mei 2024;
  • het voortgangsverslag ten behoeve van deze tussentijdse toetsing ISD van 20 juni 2024.
De rechtbank heeft op 27 juni 2024 de officier van justitie mr. J.J. Smilde, de gemachtigd raadsman van veroordeelde, mr. M.L. van Gaalen, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, alsmede de deskundige [persoon], verbonden aan het Justitieel Complex [locatie te plaats], op de openbare terechtzitting gehoord. Veroordeelde is behoorlijk opgeroepen maar is niet verschenen op de openbare terechtzitting.

Beoordeling

Verloop van het ISD-traject
Het voortgangsverslag van 20 juni 2024 bevat onder meer een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen tijdens het verloop van de ISD-maatregel. Daaruit blijkt onder meer dat veroordeelde op 18 september 2023 op de ISD-afdeling van het Justitieel Complex [locatie te plaats] is geplaatst. In het trajectbepalingsoverleg (hierna: TBO) van 5 december 2023 is besloten om veroordeelde een ambulant traject aan te bieden, aangezien eerdere opnames en interventies niet hebben geleid tot blijvende abstinentie en gedragsverandering. Dit besluit hield in dat veroordeelde zou worden aangemeld voor een behandeling bij Inforsa, zou starten met dagbesteding en dat zou worden gekeken naar begeleid wonen.
Veroordeelde is vervolgens aangemeld voor begeleid wonen bij HVO-Querido in Amsterdam en heeft op 18 januari 2024 een intakegesprek gehad. Tijdens de intake heeft veroordeelde geprobeerd drugs de inrichting binnen te smokkelen. Als gevolg van dit incident heeft HVO-Querido, na intern beraad in februari 2024, de aanmelding van veroordeelde
on holdgezet voor een periode van drie maanden. HVO-Querido heeft uiteindelijk beslist veroordeelde niet te plaatsen vanwege de ernst van het incident en geadviseerd hem elders aan te melden. Na het incident is veroordeelde teruggebracht naar het Justitieel Complex [locatie te plaats] en heeft een ordemaatregel opgelegd gekregen van veertien dagen strafcel. In de periode hierna scoorde veroordeelde positief op cannabis en vertoonde hij ongewenst gedrag op de afdeling en tijdens arbeid. Er hebben daarnaast meerdere incidenten en conflicten plaatsgevonden tussen veroordeelde en verschillende gedetineerden en medewerkers. Veroordeelde was met name geagiteerd door het systeem en bleek niet in staat om naar zichzelf te kijken.
Het verslag van 20 juni 2024 beschrijft dat veroordeelde in de afgelopen zes weken een gedragsverandering heeft laten zien. Gedurende deze zes weken heeft veroordeelde een vriendelijke, sociale en vaardige indruk gemaakt. De deskundige heeft gerapporteerd dat er sprake lijkt te zijn van probleembesef bij veroordeelde, maar dat hij zonder (intensieve) behandeling en begeleiding niet in staat is om het probleembesef om te zetten naar gedragsverandering. Inmiddels is de intramurale behandeling bij Inforsa weer opgestart, met als doel om dit extramuraal voort te zetten. Ook is extramurale dagbesteding bij [naam dagbesteding] opgestart. Hij is onlangs ook aangemeld voor begeleid wonen bij het Leger des Heils.
Er wordt geadviseerd om de ISD-maatregel voort te zetten, zodat veroordeelde verder kan werken aan zijn behandeling en stapsgewijs kan resocialiseren.
De deskundige heeft voornoemd advies op de openbare zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De deskundige heeft verklaard dat in eerste instantie een klinisch traject was geïndiceerd, gelet op de ernst van veroordeelde zijn middelenproblematiek. Verdachte bleek echter niet gemotiveerd om hieraan mee te werken. Tijdens het TBO is aan veroordeelde een ambulant traject aangeboden. Naar aanleiding van het incident tijdens het intakegesprek heeft HVO-Querido zelf het besluit genomen om de aanmelding gedurende drie maanden
on holdte zetten om te evalueren of veroordeelde gemotiveerd was en of zijn gedrag zou veranderen. In de tussentijd liep de ISD-maatregel van veroordeelde door. Als gevolg van het incident is zijn traject gestagneerd. Er vonden incidenten plaats en hij was niet gemotiveerd. De afgelopen zes weken heeft de deskundige echter een gedragsverandering bij veroordeelde waargenomen. Veroordeelde is gestopt met het gebruik van cannabis en zijn behandeling bij Inforsa is reeds gestart. De behandeling is gericht op zijn verslaving, impulsregulatie en agressieregulatie. De gesprekken tijdens genoemde behandeling duren één tot anderhalf uur.
De deskundige heeft ter zitting verklaard dat veroordeelde binnen het Justitieel Complex [locatie te plaats] een training heeft gevolgd over verslavingszorg. Tijdens de training vond er echter een incident plaats, waardoor veroordeelde de training niet meer fysiek mocht bijwonen. Uiteindelijk heeft veroordeelde de training virtueel gevolgd en afgerond. Hierdoor heeft hij laten zien dat hij de wil heeft om zijn gedrag te veranderen. Veroordeelde heeft momenteel dagbesteding bij [naam dagbesteding]. Hij wordt nu begeleid en volgende week zal hij zelfstandig gaan werken. Over drie weken vindt er een evaluatie plaats en bij een goed verloop kan hij in aanmerking komen voor sociaal verlof. Vier à zes weken geleden is veroordeelde ook aangemeld bij het Leger des Heils voor het vinden van een passend woontraject (abstinent wonen) in Amsterdam. De deskundige verwacht dat er binnenkort een intakegesprek zal plaatsvinden waarbij duidelijk wordt welke woonvoorziening bij veroordeelde past. Het intakegesprek zal plaatsvinden binnen twee à drie weken. De deskundige kan geen indicatie geven wanneer veroordeelde kan worden geplaatst.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman zijn verzoek om de ISD-maatregel te beëindigen, gehandhaafd. De raadsman heeft subsidiair verzocht om de beslissing tot toetsing van de ISD-maatregel aan te houden voor een periode van drie maanden, zodat de rechtbank de voortgang van de aanmelding van veroordeelde bij het Leger des Heils kan meenemen in haar beslissing.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert voortzetting van de ISD-maatregel. Hij voert daartoe aan dat veroordeelde hulp nodig heeft bij zijn problematiek en dat er vanuit het Justitieel Complex [locatie te plaats] snel gewerkt wordt aan alternatieven voor een kale detentie. Het traject heeft vertraging opgelopen door het eigen gedrag van veroordeelde. De officier van justitie verzet zich tegen aanhouding van het verzoek tot tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel, omdat hij het nut en de noodzaak hiervan niet inziet.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van verdachte.
Op grond van de hiervoor genoemde stukken en het verhandelde op de openbare terechtzitting stelt de rechtbank vast dat de redenen tot oplegging van de ISD-maatregel nog onverkort aanwezig zijn. De ISD-maatregel moet worden voortgezet met het oog op de beveiliging van de maatschappij.
Sinds de start van de ISD-maatregel is er voortvarend gehandeld, dit is echter doorkruist door het eigen handelen van veroordeelde in januari 2024. Vanaf het moment dat veroordeelde weer gemotiveerd was, zijn er concrete stappen gezet voor een ambulante behandeling en het vinden van dagbesteding. De rechtbank acht het van belang dat de behandeling en de hulp met betrekking tot het vinden van passende huisvesting (abstinent wonen) wordt voortgezet. De rechtbank vertrouwt erop dat er op relatief korte termijn een geschikte woonvoorziening voor veroordeelde zal worden gevonden. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de beslissing op het verzoekschrift aan te houden.
Aan de voorwaarden voor voortzetting van de ISD-maatregel is voldaan.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel
wordt voortgezeten wijst het verzoek om aanhouding af.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. I. Mannen en S.J. Mees-Bolle, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.K. Raspoort, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2024.