Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser] en
LLOYD'S ACS HISTOREAL B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties,
2.De beoordeling
vrijdag 4 oktober 2024om 10.00 uur,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die is behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 25 september 2024 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure. De eisende partijen, [eiser] en Lloyd's ACS Historeal B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, hebben een geschil met de gedaagde partij, [gedaagde], die wordt bijgestaan door advocaat mr. N.J.M. Beelaerts van Blokland. De procedure is gestart met een dagvaarding op 26 maart 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 26 juni 2024 waarin een mondelinge behandeling was gepland. Echter, op 17 september 2024 heeft de rechtbank per e-mail laten weten dat deze mondelinge behandeling geen doorgang zal vinden en dat de zaak naar de afdeling kanton zal worden verwezen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de zaak mede betrekking heeft op de vraag of er sprake is van een huurovereenkomst. Dit is van belang omdat de beoordeling van huurovereenkomsten, inclusief geschillen over het bestaan of de authenticiteit van dergelijke overeenkomsten, voorbehouden is aan de kantonrechter. Dit volgt uit artikel 93 aanhef en onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft op basis van artikel 71 lid 2 Rv besloten de zaak ambtshalve te verwijzen naar de afdeling kanton.
In de beslissing heeft de rechtbank aangegeven dat de zaak op 4 oktober 2024 zal worden verwezen naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken, en dat partijen niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen. Tevens is vermeld dat het griffierecht zal worden verlaagd en dat teveel betaald griffierecht door de griffier zal worden teruggestort. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J. Huber, rechter, bijgestaan door mr. M.A.A. van Achterberg, griffier.