ECLI:NL:RBAMS:2024:5808

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
11036396 CV EXPL 24-3617
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een auto en de gevolgen voor de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, hierna te noemen [eiser 1], een auto gekocht van gedaagde, hierna te noemen [gedaagde], voor € 7.000. De koopovereenkomst werd mondeling gesloten, waarbij [gedaagde] beloofde de auto te repareren voordat deze aan [eiser 1] zou worden geleverd. Echter, na de levering op 5 februari 2024 bleek de auto ernstige gebreken te vertonen, waaronder een kapotte turbo en lekkages, waardoor het normaal gebruik van de auto niet mogelijk was. [eiser 1] heeft de koopovereenkomst op 5 maart 2024 ontbonden op grond van non-conformiteit en vordert nu terugbetaling van het aankoopbedrag, de gemaakte kosten en rente over een lening die zij heeft afgesloten voor de aankoop van de auto.

De rechtbank oordeelt dat de auto niet voldoet aan de verwachtingen die [eiser 1] op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De gebreken waren niet te voorzien en maken de auto non-conform. Het verweer van [gedaagde] dat de gebreken zijn ontstaan door het gebruik van [eiser 1] wordt verworpen, omdat niet kan worden vastgesteld dat dit de oorzaak is van de gebreken. De rechtbank wijst de vordering van [eiser 1] tot terugbetaling van € 7.451,15 toe, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat deze kosten als gebruikelijke proceskosten worden beschouwd. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11036396 \ CV EXPL 24-3617
Vonnis van 6 september 2024
in de zaak van
[eiser 1],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser 1] ,
gemachtigde: mr. P. van der Veld,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. M.W. Hoek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 27 maart 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de akte houdende overlegging producties 9 tot en met 14 en eiswijziging van [eiser 1] ,
- de akte overlegging producties 8 en 9 van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 25 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] en [gedaagde] hebben een affectieve relatie gehad.
2.2.
In december 2023 heeft [eiser 1] van [gedaagde] een auto van het merk Volkswagen, type Golf (hierna: de auto) gekocht voor € 7.000. Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] de auto zou laten repareren en eind januari 2024 zou leveren aan [eiser 1] . [eiser 1] zou zelf nog een deur van de auto moeten laten overspuiten en koelvloeistof moeten aanvullen. Deze afspraken zijn mondeling gemaakt (hierna: de koopovereenkomst).
2.3.
In december 2023 heeft [eiser 1] bij een derde een lening (hierna: de lening) afgesloten om de koopsom te financieren. [eiser 1] moest voor de lening € 47,59 per maand aan rente betalen.
2.4.
Op 6 en 7 december 2023 heeft [eiser 1] de koopprijs van de auto betaald.
2.5.
[gedaagde] zou aan de auto laten repareren: de waterpomp, het expansievat en de binnenspiegel.
2.6.
Tijdens een gesprek via WhatsApp van 1 februari 2024 hebben partijen het volgende naar elkaar gestuurd:
[eiser 1] : “(…) denk even na wat er moet gebeuren met die auto van mij (…) nu echt een datum prikken wanneer ik die auto kom halen”
[gedaagde] : “Je mag hem vandaag al halen zei ik tegen jou alleen kom je dan niet ver (…)”
[eiser 1] : “Laat me weten (…) wanneer ik mijn auto kan komen ophalen. Ik laat het zelf wel fixen”
[gedaagde] : “Kom maar vandaag je moet hem sowieso fiksen maar goed dat je dat zelf gaat doen ook”
2.7.
Op 5 februari 2024 is de auto aan [eiser 1] geleverd in [woonplaats 2] .
2.8.
Op dezelfde dag, 5 februari 2024, heeft [eiser 1] tijdens het rijden van [woonplaats 2] naar [woonplaats 1] autopech gekregen. ANWB heeft voor € 251,50 de auto weggesleept naar autogarage Car Care Rotterdam B.V. (hierna: Car Care).
2.9.
Car Care heeft een autodiagnose uitgevoerd en vervolgens de auto naar het woonadres van [eiser 1] vervoerd voor een totaalbedrag van € 199,65. De auto is sindsdien niet meer gebruikt.
2.10.
Op 8 februari 2024 heeft Car Care een offerte uitgebracht voor reparatie van de auto. Car Care komt uit op een totaalbedrag van € 3.512,64 voor het vervangen van de turbo, de waterpomp, het expansievat, de koelvloeistof en de binnenspiegel. Daarnaast is in de offerte opgenomen:
“Versnellingsbak lekt overmatig olie.
Motorblok lekt overmatig olie.
Voorkop schade, koplampen, motorkap, zijschermen.
Auto heeft rondom schade om dit netjes te krijgen moet de auto in zijn geheel gespoten
worden en evt deuken uitgedeukt worden.
Wanneer de auto warm is komt er witte rook uit de uitlaat dit kan duiden op motorschade.
Auto zit nu in noodloop komt niet boven de 3000 toeren.
Let op offerte is onder voorbehoud van evt verborgen gebreken/defecten.”
2.11.
Op 5 maart 2024 heeft de gemachtigde van [eiser 1] via een brief aan [gedaagde] de koopovereenkomst ontbonden op grond van non-conformiteit. In deze brief is [gedaagde] gesommeerd om te betalen aan [eiser 1] : het aankoopbedrag van de auto, de ANWB-wegsleepkosten, de gemaakte kosten bij Car Care en de maandelijkse rentekosten van de lening. In de brief is vermeld dat als [gedaagde] niet binnen de gegeven periode betaalt, [eiser 1] ook aanspraak maakt op buitengerechtelijke incassokosten.
2.12.
De auto is niet gerepareerd en staat nog steeds geregistreerd op naam van [gedaagde] .

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] vordert na wijziging van eis, samengevat, dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
I. voor recht verklaart dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen door een wilsgebrek en/of dat de auto non-conform is,
II. de koopovereenkomst vernietigt of ontbindt,
III. [gedaagde] veroordeelt om te betalen aan [eiser 1] : € 7.451,15, vermeerderd met wettelijke rente, alsmede € 47,59 per maand vanaf december 2023 aan rente voor de persoonlijke lening en (buitengerechtelijke incasso- en proces)kosten,
subsidiair:
IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de reparatiekosten van minimaal € 3.512,64 en de wegsleepkosten van de auto van € 451,15, vermeerderd met wettelijke rente alsmede € 47,59 per maand vanaf december 2023 aan rente voor de persoonlijke lening en (buitengerechtelijke incasso- en proces)kosten,
V. [gedaagde] gebiedt om de tenaamstellingsgegevens van de auto te verstrekken aan [eiser 1] , op straffe van een dwangsom.
3.2.
[eiser 1] stelt dat de auto niet geschikt is om mee te rijden. Volgens [eiser 1] heeft [gedaagde] gedaan alsof de auto in orde was toen zij deze kwam ophalen, maar is de auto ermee opgehouden toen zij naar huis wilde rijden en daarom weggesleept. [eiser 1] stelt dat zij de auto niet gekocht zou hebben als zij dit van tevoren had geweten en/of dat de auto niet voldoet aan wat zij ervan mocht verwachten. [eiser 1] wil daarom van de koopovereenkomst af en dat [gedaagde] haar het aankoopbedrag terugbetaalt. Ook wil [eiser 1] dat [gedaagde] haar € 47,59 per maand vanaf december 2023 betaalt, omdat [eiser 1] een lening heeft afgesloten om de auto te kunnen kopen en zij nu dat bedrag maandelijks aan rente kwijt is. Verder moet [gedaagde] volgens [eiser 1] opdraaien voor de gemaakte kosten van ANWB en Car Care.
3.3.
[gedaagde] vindt dat de vorderingen van [eiser 1] moeten worden afgewezen, omdat [eiser 1] wist dat de auto nog gerepareerd moest worden. [gedaagde] erkent dat partijen in eerste instantie hadden afgesproken dat hij de auto zou laten repareren voordat hij deze zou leveren aan [eiser 1] , maar in februari 2024 stond [eiser 1] erop dat zij de auto zelf zou laten repareren. [gedaagde] heeft haar daarbij gewaarschuwd dat zij niet ver zou komen met de auto. Daarom kan [eiser 1] volgens [gedaagde] niet achteraf klagen dat zij niet wist dat de auto gebreken had. Daarnaast is de turbo van de auto kapotgegaan omdat [eiser 1] een lang stuk ermee heeft afgelegd, terwijl zij wist dat dat niet kon.

4.De beoordeling

de auto is non-conform
4.1.
Het beroep van [eiser 1] op non-conformiteit slaagt, omdat de auto niet de eigenschappen bezit die [eiser 1] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser 1] heeft de auto gekocht in de verwachting dat – naast een deur overspuiten en de koelvloeistof aanvullen – alleen de waterpomp, het expansievat en de binnenspiegel hoefden te worden gerepareerd (zie onder 2.5). Nadat de auto was afgeleverd aan [eiser 1] , is echter gebleken dat ook de turbo van de auto kapot is, de versnellingsbak en het motorblok overmatig olie lekken, de auto in noodloop zit en er mogelijk motorschade is. Dat zijn gebreken die een normaal gebruik van de auto in de weg staan en die [eiser 1] niet hoefde te verwachten. Die gebreken maken dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt.
4.2.
De rechtbank volgt het verweer van [gedaagde] niet dat de kapotte turbo is te wijten aan [eiser 1] omdat zij met de auto een lange afstand heeft afgelegd, terwijl zij wist dat dat niet kon omdat er koelvloeistof lekte. [gedaagde] heeft op zitting verklaard dat hij de auto sinds verkoop ervan zelf heeft gebruikt totdat deze werd geleverd aan [eiser 1] , omdat hij in die periode zelf niet beschikte over een andere werkende auto. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat de turbo kapot is gegaan doordat [eiser 1] met de auto vanuit [woonplaats 2] naar [woonplaats 1] onderweg was.
4.3.
De gevorderde verklaring voor recht dat de auto non-conform is (vordering I) wordt dan ook toegewezen.
[eiser 1] mocht koopovereenkomst ontbinden
4.4.
[gedaagde] is in verzuim, omdat het niet meer mogelijk is om de auto te herstellen. [1] [eiser 1] heeft namelijk, na telefonisch overleg met Car Care, bij de mondelinge behandeling onbetwist gesteld dat de auto door de kapotte turbo en de overige onder 4.1 genoemde gebreken
total lossis. [eiser 1] heeft de koopovereenkomst op 5 maart 2024 dan ook rechtsgeldig ontbonden.
4.5.
De vordering om de koopovereenkomst te ontbinden (vordering II) is niet toewijsbaar, omdat de koopovereenkomst niet nogmaals kan worden ontbonden.
4.6.
De kantonrechter komt niet toe aan de subsidiaire vordering om [gedaagde] de tenaamstellingsgegevens van de auto te laten verstrekken, omdat [eiser 1] daar geen belang (meer) bij heeft.
[eiser 1] recht op € 7.451,15
4.7.
[eiser 1] heeft in haar akte van eiswijziging gesteld dat zij € 7.451,15 aan hoofdsom van [gedaagde] vordert en dat het in de dagvaarding opgenomen lagere bedrag niet klopt. In het aangepaste petitum heeft [eiser 1] vervolgens weer datzelfde lagere bedrag opgenomen. De kantonrechter gaat uit van een kennelijke verschrijving in het aangepaste petitum en dus dat [eiser 1] € 7.451,15 aan hoofdsom vordert (zoals ook vermeld onder 3.1 onder III).
4.8.
Door de ontbinding moet [gedaagde] het aankoopbedrag van de auto terugbetalen aan [eiser 1] en de door [eiser 1] geleden schade vergoeden. [2] Dat komt neer op een totaalbedrag van € 7.451,15, bestaande uit € 7.000 voor de koopprijs van de auto, € 251,50 voor de ANWB-kosten en € 199,65 voor de gemaakte kosten bij Car Care. De daarover gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen vanaf datum ontbinding (5 maart 2024).
4.9.
De gevorderde rente van de lening is niet toewijsbaar, omdat aan [gedaagde] niet toerekenbaar is dat [eiser 1] de auto niet uit eigen vermogen heeft kunnen financieren maar daarvoor de lening heeft afgesloten.
buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
De vordering van [eiser 1] tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, mede op grond van aanbevelingen van het Rapport Voorwerk II. [eiser 1] stelt dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt en heeft in dat kader één brief van haar gemachtigde overgelegd (zie onder 2.11). Aangezien een procedure is gestart, worden de kosten die daarop betrekking hebben gezien als deel van de gebruikelijke kosten die op grond van artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) vergoed kunnen worden.
proceskosten
4.11.
Gelet op de relatie die tussen partijen heeft bestaan zullen de proceskosten op grond van artikel 237 Rv worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat sprake is van non-conformiteit van de auto,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 1] te betalen een bedrag van € 7.451,15, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 5 maart 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. R. Hafith en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2024.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:81 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Op grond van de artikelen 6:271 en 6:277 lid 1 BW.