ECLI:NL:RBAMS:2024:5737

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
13-237414-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit

Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk telen van 318 hennepplanten en diefstal van elektriciteit. De zaak kwam aan het licht na een politieonderzoek op 5 december 2022, waarbij de politie een hennepkwekerij aantrof in de woning van de verdachte, na meldingen van een sterke henneplucht en verhoogd stroomgebruik. Tijdens het onderzoek werden niet alleen de hennepplanten aangetroffen, maar ook illegale elektriciteitsafname, wat leidde tot de beschuldiging van diefstal van stroom. De verdachte ontkende betrokkenheid bij de kwekerij en beweerde dat de ruimtes door een kennis werden gebruikt. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig was, gezien de bewijsmiddelen, waaronder aantekeningen en foto's op zijn telefoon die verband hielden met de hennepteelt. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten en legde een taakstraf van 120 uren op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de in beslag genomen telefoon verbeurd verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/237414-23 (Promis)
Datum uitspraak: 10 september 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende op het adres [BRP adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 augustus 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. E. Meppelink, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.M. Dragtenstein, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. het opzettelijk telen en/of aanwezig hebben van 318 hennepplanten op 5 december 2022 te Amsterdam;
2. diefstal van elektriciteit op 5 december 2022 te Amsterdam.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Inleiding
Op 5 december 2022 is de politie – na een melding van een sterke henneplucht en de constatering van sterk verhoogd stroomgebruik – de woning aan [adres] binnengetreden en heeft daar een hennepkwekerij aangetroffen. In totaal stonden er 318 hennepplanten.
De politie rook bij het binnentreden van de woning direct een penetrante lucht van hennep en hoorde het geluid van een draaiende ventilator. Zij zag vanuit de hal meerdere elektriciteitskabels lopen richting twee ruimtes achter in de woning. In beide ruimtes stond een tent gevuld met hennepplanten. In één ruimte (hierna: kweekruimte 1) was een groot schakelbord geplaatst en hingen in de tent grote koolstoffilters, ventilatoren en temperatuurventilatieregelaars. Buiten de tent stonden slakkenhuizen en een kachel. In de andere ruimte (hierna: kweekruimte 2) lagen buizen, een elektrapaneel en meerdere slakkenhuizen. In een derde ruimte (de slaapkamer van verdachte) werden jerrycans met groeimiddelen, flacons met bestrijdingsmiddelen, assimilatielampen, een dompelpomp en groei- en voedingsschema’s aangetroffen. Ook was de verzegeling van de meterkast verbroken en bleek er illegaal stroom te worden afgetapt, waarvan door Liander aangifte is gedaan.
De telefoon van verdachte is onderzocht. Daarin werden aantekeningen aangetroffen die zien op de teelt van hennep. Ook zijn er foto’s aangetroffen van kweekschema’s, wietstekjes, wietplanten en henneptoppen. Deze foto’s dateren van oktober 2019 tot oktober 2021. In diezelfde periode zijn met de telefoon websites bezocht waarop informatie te vinden is over de teelt van hennep, waaronder www.wietkweken.nl en www.wietzaadjes.nl/wiet-kweken, en websites waar de daartoe benodigde spullen kunnen worden aangeschaft, waaronder www.onlinetopgarden.com.
Verdachte, die ter plaatse werd aangetroffen en ook op het betreffende adres staat ingeschreven, heeft verklaard dat hij de bewoner was, maar niet op de hoogte was van de hennepkwekerij. De ruimtes waarin de planten werden aangetroffen, waren in gebruik bij een kennis die hij rond augustus 2022 in huis had genomen. Zijn telefoon werd ook af en toe door deze kennis gebruikt, aldus de verklaring van verdachte.
4.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van de aangetroffen hennep en het - ten behoeve daarvan - stelen van stroom. Zij komt tot die conclusie op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen. Gelet op de situatie in de woning, zoals omschreven door de politie, vindt de officier van justitie de verklaring van verdachte niet geloofwaardig.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aangetroffen situatie in de woning van verdachte, in samenhang met de aantekeningen, foto’s en zoekgeschiedenis in zijn telefoon, zoals onder 4.1. beschreven, vindt de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij helemaal van niks wist en niets met de hennepkwekerij te maken heeft, volstrekt ongeloofwaardig. De rechtbank ziet in het dossier ook geen enkel aanknopingspunt voor de betrokkenheid van een ander bij de kwekerij, zoals door verdachte verklaard.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hennepteelt. Zij zal verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen, nu uit de stukken in het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte hierbij met een ander heeft samengewerkt.
Gelet op de aanpassingen die zijn geconstateerd aan de meterkast en de dientengevolge illegaal afgenomen stroom, is ook de diefstal van stroom bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht – op grond van de in de
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen – bewezen dat verdachte:
1.
op 5 december 2022 te Amsterdam, opzettelijk heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 318 hennepplanten;
2.
op 5 december 2022 te Amsterdam, een hoeveelheid stroom, dat aan Liander toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen en een gevangenisstraf van 1 maand, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht het feit verminderd toe te rekenen aan verdachte, gelet op zijn medicijngebruik. De medicatie die hij slikt en destijds ook slikte heeft een grote invloed op zijn gedrag en keuzes. De medicijnen maken hem impulsiever en zorgen ervoor dat hij roekeloos gedrag vertoont. Het is door de medicijnen dat hij in deze situatie is beland. Gelet op voorgaande verzoekt de raadsman om de taakstraf die de officier van justitie heeft geëist, te matigen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de exploitatie van een hennepkwekerij. Uit hennep verkregen verdovende middelen zijn schadelijk voor de volksgezondheid. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van stroom door de zegels te verbreken en een illegale aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om te maken. Hiermee heeft verdachte niet alleen schade en hinder berokkend aan Liander, maar ook de veiligheid van zichzelf en omwonenden in gevaar gebracht. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat het houden van een hennepkwekerij in een woonomgeving, waarbij sprake is van een niet professioneel aangelegde elektrische installatie om de diefstal van stroom mogelijk te maken, brandgevaar kan opleveren.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 29 juli 2024. Hieruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke misdrijven.
De rechtbank is – anders dan de raadsman - van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten volledig aan verdachte kunnen worden toegerekend. De stelling van de raadsman dat het slikken van medicatie van invloed is geweest op de gedragskeuzes van verdachte, is namelijk niet (met stukken) onderbouwd, terwijl de rechtbank ook niet ambtshalve kan vaststellen dat de medicatie die verdachte destijds slikte van invloed is geweest op zijn gedragskeuzes en ertoe heeft geleid of kan hebben geleid dat verdachte de hennepkwekerij in zijn woning heeft opgezet en geëxploiteerd.
De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren, zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden is en zal deze straf daarom opleggen aan verdachte.

9.Beslag

Onder verdachte is een telefoon (goednummer: PL1300-2022261262-G6272368) in beslag genomen. Deze behoort aan verdachte toe. Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn telefoon bij de teelt van de hennep, wordt de telefoon verbeurdverklaard.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 55, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
t.a.v. feit 1:
eendaadse samenloop van
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid,
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid;
t.a.v. feit 2:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
1 (een) maand. Beveelt dat deze bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast. Stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Verklaart verbeurd:
1 STK Telefoontoestel (goednummer: PL1300-2022261262-G6272368).
Dit vonnis is gewezen door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. E.G.M.M. van Gessel en N. Daalder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. van den Berg en A.Q.L. van der Meulen griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september 2024.
Griffier A.Q.L. van der Meulen is niet in staat het vonnis mede te ondertekenen.
[…]
[…]
.