Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
1.[gedaagde 1] , handelend onder de naam
[gedaagde 2], handelend onder de naam
[handelsnaam 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietdoor [gedaagde 2] is aangebracht, is de wereld op zijn kop: zoals eerder overwogen is het aan [eisers] om te onderbouwen dat [gedaagde 2] geen deugdelijk werk heeft geleverd. Hoewel niet helemaal is uit te sluiten dat [gedaagde 2] steken heeft laten vallen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden, ligt het voorshands meer voor de hand dat het stucwerk is losgekomen door het ontbreken van een deugdelijke waterkering aan de bovenkant van (delen van) de muren en mogelijk ondeugdelijke drainage aan de onderzijde van de gevels. Volgens [gedaagde 2] heeft het afgevallen stukwerk een hechtingsprobleem op een diepere laag dan die waaraan hij heeft gewerkt. Dit lijkt te worden bevestigd door het rapport van Tol (Status Quo), waaruit blijkt dat het sauswerk in ieder geval goed en deugdelijk heeft gehecht aan de ondergrond. De foto’s uit de rapportage van Tol (waarvan slechts een deel als voorbeeld is opgenomen in dit vonnis), lijken ook in die richting te wijzen. Verder is niet betwist dat [gedaagde 2] al 25 jaar ervaring heeft en gespecialiseerd is in buitengevels. Op de eerste zitting is door [eisers] , althans Fruytier, ook vertrouwen in zijn kunnen uitgesproken. Dat [gedaagde 2] op grond van de door hem verleende garantie verplicht is het werk te herstellen, is voorshands dan ook onvoldoende aannemelijk. De tegen hem gerichte vordering zal daarom worden afgewezen.
178,00