ECLI:NL:RBAMS:2024:5661

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
13/197120-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Internationaal publiekrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in het Europees aanhoudingsbevel

Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Spaanse autoriteiten. De opgeëiste persoon, geboren in Colombia in 1992, had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en was niet verschenen op de zitting. Zijn raadsvrouw, mr. R.S. Imamkhan, was aanwezig en had de machtiging om namens hem te spreken. Tijdens de zitting op 27 augustus 2024 werd de behandeling van het EAB besproken, waarbij de rechtbank besloot de termijn voor uitspraak te verlengen en het onderzoek te heropenen na nieuwe informatie over de opgeëiste persoon die zich had gemeld bij de Spaanse autoriteiten.

De officier van justitie heeft op 29 augustus 2024 aangegeven geen bezwaar te maken tegen de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Spaanse nationaliteit had. Uiteindelijk heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, en vastgesteld dat de overleveringsdetentie was beëindigd. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. M.C.M. Hamer als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-197120-24
Datum uitspraak: 10 september 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 28 juni 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 18 juni 2024 door de
Court of Investigation number 8 in Granadain Spanje (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedag] 1992,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 27 augustus 2024, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen en is vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. R.S. Imamkhan, advocaat in Amsterdam, die heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om namens de opgeëiste persoon het woord te voeren.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd [2] en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft het onderzoek heropend, nu na sluiting van het onderzoek op 27 augustus 2024 uit aanvullende informatie is gebleken dat de opgeëiste persoon zich heeft gemeld bij de Spaanse autoriteiten. De officier van justitie heeft per e-mail van 29 augustus 2024 te kennen gegeven dat hij zich niet verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie.
De rechtbank heeft op de zitting van 27 augustus 2024 de behandeling van de zaak – met toestemming van partijen enkelvoudig – gesloten. De rechtbank heeft vervolgens direct uitspraak gedaan.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Spaanse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. Uit een e-mail van 29 augustus 2024 van de uitvaardigende justitiële autoriteit blijkt namelijk dat het EAB is ingetrokken, omdat de opgeëiste persoon zich heeft gemeld bij de Spaanse autoriteiten.

4.Beslag

Uit een e-mail van de officier van justitie van 29 augustus 2024 is gebleken dat voor de inbeslaggenomen Samsung-telefoon een Europees Onderzoeksbevel (EOB) in behandeling is genomen, zodat een beslissing op het beslag niet in het kader van het EAB aan de rechtbank voorligt. Gelet daarop en op het feit dat het EAB is ingetrokken, is een beslissing van de rechtbank over de inbeslaggenomen Samsung-telefoon niet meer aan de orde.

5.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
STELT VASTdat de overleveringsdetentie is beëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en J.B. Oreel, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. S. van Gerven en I. van Heusden, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 10 september 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.