Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Court of Investigation number 8 in Granadain Spanje (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Spaanse autoriteiten. De opgeëiste persoon, geboren in Colombia in 1992, had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en was niet verschenen op de zitting. Zijn raadsvrouw, mr. R.S. Imamkhan, was aanwezig en had de machtiging om namens hem te spreken. Tijdens de zitting op 27 augustus 2024 werd de behandeling van het EAB besproken, waarbij de rechtbank besloot de termijn voor uitspraak te verlengen en het onderzoek te heropenen na nieuwe informatie over de opgeëiste persoon die zich had gemeld bij de Spaanse autoriteiten.
De officier van justitie heeft op 29 augustus 2024 aangegeven geen bezwaar te maken tegen de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Spaanse nationaliteit had. Uiteindelijk heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, en vastgesteld dat de overleveringsdetentie was beëindigd. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. M.C.M. Hamer als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.