ECLI:NL:RBAMS:2024:5627

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
108606481 / CV EXPL 24-59
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over contractspartij en terugbetaling van geleverde raamkozijnen

In deze zaak heeft eiseres, [eiser] B.V., een vordering ingesteld tegen Raamtechniek B.V. wegens het niet leveren van raamkozijnen waarvoor zij heeft betaald. De kern van het geschil betreft de vraag wie de juiste contractspartij is. Eiseres heeft op basis van een offerte van 18 juni 2023 en facturen van 22 juni en 13 september 2023 een bedrag van in totaal € 12.760,44 aan Raamtechniek betaald, maar de kozijnen zijn nooit geleverd. Raamtechniek stelt dat eiseres de verkeerde vennootschap heeft gedagvaard, omdat de overeenkomst volgens hen met Raadhuis Beheer is gesloten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Raamtechniek als de contractpartij heeft opgetreden en dat zij de betaalde bedragen aan eiseres moet terugbetalen. De rechter heeft vastgesteld dat de communicatie en facturatie duidelijk op naam van Raamtechniek B.V. stonden, waardoor eiseres mocht aannemen dat zij met deze vennootschap een overeenkomst had gesloten. De rechter heeft Raamtechniek veroordeeld tot terugbetaling van het betaalde bedrag, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10860648 \ CV EXPL 24-59
Vonnis van 2 augustus 2024
in de zaak van
[eiser] B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: [eiser] B.V.,
tegen
RAAMTECHNIEK B.V.,
te Wijk bij Duurstede,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Raamtechniek,
procederend in persoon (de heer [gedaagde] ).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 december 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met een productie,
- de conclusie van repliek, met producties,
- het tussenvonnis van 13 februari 2024,
- de conclusie van dupliek, met producties en
- de akte van [eiser] , met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

Samenvatting
2.1.
Tussen partijen bestaat discussie over de contractspartij van [eiser] en over de vraag of [eiser] de juiste partij heeft gedagvaard. De kantonrechter komt tot het oordeel dat Raamtechniek als de contractpartij van [eiser] heeft opgetreden en dat Raamtechniek de betaalde bedragen en andere kosten moet (terug)betalen aan [eiser] .
De kern van de zaak
2.2.
[eiser] heeft op grond van een offerte van 18 juni 2023 aan ‘Raamtechniek B.V.’ de opdracht gegeven tot het leveren van raamkozijnen voor een woning in Amstelveen. In de offerte staat dat de levertijd 10 tot 12 weken na de opdrachtbevestiging is.
Op een factuur van 22 juni 2023 van ‘Raamtechniek B.V.’ aan [eiser] is een bedrag van € 5.780,22 in rekening gebracht. [eiser] heeft dit bedrag betaald. In een e-mail van 13 september 2023 die is ondertekend door ‘Raamtechniek B.V.’ wordt aan [eiser] gevraagd om de tweede factuur van 13 september 2023 te betalen, van € 6.980,22. [eiser] heeft ook dat bedrag betaald.
De offerte en beide facturen staan op naam gesteld van ‘Raamtechniek B.V.’, met als KvK-nummer [kvk-nummer 1] . Op de facturen staat als adres ‘ [vestigingsadres] Houten ’. Op de offerte staat geen vestigingsadres, wel het e-mailadres ‘ [e-mailadres] ’.
2.3.
[eiser] heeft in een brief van 27 oktober 2023 aan ‘Raamtechniek B.V.’ in Houten gevraagd om uiterlijk 3 november 2023 te laten weten wanneer de kozijnen worden geleverd. Op 30 oktober 2023 heeft de heer [gedaagde] (hierna: [gedaagde] ) laten weten dat de levering in de week van 4 december 2023 kan plaatsvinden. De e-mail is gestuurd vanaf het e-mailadres [e-mailadres] en onderaan de e-mail staat als afzender ‘Raamtechniek B.V.’ De gemachtigde van [eiser] heeft daarna meerdere keren aan ‘Raamtechniek B.V.’ gevraagd of zij kan laten zien dat de kozijnen zijn besteld, en aangekondigd de overeenkomst anders te ontbinden. Daarop is geen reactie gekomen. De gemachtigde van [eiser] heeft in een e-mail van 6 november 2023 (en in een brief van 8 november 2023) aan ‘Raamtechniek B.V.’ geschreven dat de overeenkomst wordt ontbonden en verzocht de betaalde bedragen (en andere kosten) binnen 7 dagen (terug) te betalen aan [eiser] .
2.4.
[gedaagde] is bestuurder van de besloten vennootschap Raadhuis Beheer B.V. (Raadhuis Beheer). De handelsnaam van deze vennootschap is Raamtechniek en het KvK-nummer is [kvk-nummer 1] . [gedaagde] is daarnaast bestuurder en enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Obtech Beheer B.V. (Obtech). Obtech is bestuurder en enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Raamtechniek B.V. (Raamtechniek), met KvK-nummer [kvk-nummer 2] (gedaagde in deze procedure).
2.5.
Volgens Raamtechniek heeft [eiser] de verkeerde vennootschap gedagvaard. Raamtechniek staat ingeschreven onder een ander KvK-nummer dan vermeld op de offerte en de facturen. Zij heeft geen overeenkomst gesloten met [eiser] en ook geen betalingen van haar ontvangen. Op de offerte en de facturen staat het KvK-nummer ( [kvk-nummer 1] ) van de onderneming die de contractspartij van [eiser] is. Dat is Raadhuis Beheer. Raamtechniek voert aan dat zij niet kan worden aangesproken voor terugbetaling van de door [eiser] aan Raadhuis Beheer betaalde bedragen.
Geen vonnis tegen Obtech Beheer en [gedaagde]
2.6.
[eiser] heeft na de conclusie van antwoord van Raamtechniek verzocht om ook Obtech en [gedaagde] ‘toe te voegen’ aan de dagvaarding. Om Obtech en [gedaagde] in deze of een andere procedure te kunnen betrekken, moet een dagvaarding worden uitgebracht. Op die manier kunnen zij kennis nemen van de vordering en krijgen zij een termijn om verweer te voeren. Omdat geen dagvaarding is uitgebracht, kan dit vonnis niet worden gewezen tussen [eiser] aan de ene kant en Obtech en [gedaagde] aan de andere kant. Het vonnis zal worden gewezen tussen [eiser] en Raamtechniek.
De vordering en de grondslag van de vordering
2.7.
[eiser] vordert dat Raamtechniek wordt veroordeeld tot betaling van:
de hoofdsom van € 12.760,44;
de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 1 december 2023;
de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.152,60 en
e proceskosten en de nakosten.
2.8.
[eiser] vordert terugbetaling van de bedragen die zij aan Raamtechniek heeft betaald. Raamtechniek is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. [eiser] heeft de overeenkomst ontbonden en Raamtechniek moet de door [eiser] betaalde bedragen terugbetalen, aldus Raamtechniek.
Raamtechniek moet de hoofdsom (terug)betalen
2.9.
[eiser] heeft de overeenkomst tot levering van de raamkozijnen gesloten met Raamtechniek. Daarvoor is het volgende van belang.
2.10.
Raamtechniek doet het voorkomen alsof [eiser] afspraken heeft gemaakt met Raadhuis Beheer. Raamtechniek wordt hierin niet gevolgd. Het KvK-nummer op de facturen is in dit geval niet doorslaggevend. Op de offerte en op de twee facturen aan [eiser] staat dat deze afkomstig zijn van ‘Raamtechniek B.V.’. Daaruit kon en mocht [eiser] afleiden dat zij de overeenkomst aanging met de besloten vennootschap met de naam ‘Raamtechniek’. Raadhuis Beheer staat niet vermeld op de offerte of op de facturen. Dat Raadhuis Beheer als handelsnaam ook ‘Raamtechniek’ gebruikt, is niet relevant. Uit niets blijkt dat [eiser] dat kon weten.
2.11.
[eiser] heeft over de levering van de raamkozijnen contact opgenomen via het e-mailadres dat onderaan de offerte staat. De reacties die [eiser] kreeg (de e-mails van 13 september 2023 en van 30 oktober 2023) werden ondertekend door ‘Raamtechniek B.V.’, vanaf het e-mailadres dat stond vermeld in de offerte en waarin de naam ‘Raamtechniek’ is opgenomen. Dus ook bij de uitvoering van de overeenkomst werd gereageerd vanuit Raamtechniek. De e-mail van 30 oktober 2023 werd bovendien gestuurd door [gedaagde] . [gedaagde] is zowel betrokken bij Raamtechniek (als indirect bestuurder) als bij Raadhuis Beheer (als bestuurder). Als Raamtechniek ervan uitging dat de overeenkomst niet met haar was gesloten, had dat direct aan [eiser] kenbaar gemaakt moeten worden. Dat is niet gedaan. Integendeel, de e-mail van 30 oktober 2023 is wederom ondertekend namens ‘Raamtechniek B.V.’
2.12.
Dat, zoals Raamtechniek naar voren brengt, op de facturen als vestigingsadres van Raamtechniek Houten staat vermeld en Raamtechniek is gevestigd in Wijk bij Duurstede, maakt het niet anders. [eiser] heeft op 27 oktober 2023 een brief gestuurd naar het adres dat staat vermeld op de factuur. Daarop is op 30 oktober 2023 gereageerd met de e-mail die hiervoor al is besproken en die afkomstig is van het e-mailadres van de offerte en werd ondertekend door ‘Raamtechniek B.V.’. Bij de uitvoering van de opdracht trad daarmee Raamtechniek op als wederpartij.
2.13.
Door op de offerte en op de facturen Raamtechniek B.V. te vermelden, door vanuit die vennootschap om betaling van de tweede factuur te vragen én door te geven wanneer de kozijnen worden geleverd (zonder [eiser] erop te wijzen dat zij de overeenkomst met een andere partij heeft gesloten) heeft Raamtechniek bij [eiser] de verwachting gewekt dat de overeenkomst met haar was gesloten. [eiser] kon daarvan ook uitgaan.
2.14.
Raamtechniek zou de raamkozijnen volgens de offerte leveren binnen 10 tot 12 weken na de opdrachtbevestiging. De kozijnen zijn niet binnen de overeengekomen termijn geleverd aan [eiser] , ook niet nadat [eiser] Raamtechniek daarop heeft aangesproken per e-mail en heeft aangekondigd de overeenkomst te ontbinden als er geen reactie volgt. Raamtechniek heeft niet gereageerd. Raamtechniek is haar verplichting tot levering van de raamkozijnen niet nagekomen en door niet te reageren is zij ook in verzuim geraakt. [eiser] mocht gezien de tekortkoming in de nakoming de overeenkomst ontbinden en dat heeft zij gedaan met haar e-mail van 6 november 2023.
2.15.
Het gevolg van de ontbinding is dat de prestaties die partijen hebben verricht, ongedaan moeten worden gemaakt. Raamtechniek moet de bedragen die [eiser] heeft betaald, terugbetalen. Dat is een totaalbedrag van € 12.760,44 (€ 5.780,22 + € 6.980,22). Tegen de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 2023 is geen verweer gevoerd en ook dat deel van de vordering wordt toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.16.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De buitengerechtelijke incassokosten worden gelet op het toewijsbare bedrag vastgesteld op € 902,60. Dat bedrag zal worden toegewezen.
Proceskosten en nakosten
2.17.
Raamtechniek is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
109,44
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.465,44

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt Raamtechniek om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 12.760,44, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 december 2023, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt Raamtechniek om aan [eiser] de buitengerechtelijke incassokosten van € 902,60 te betalen,
3.3.
veroordeelt Raamtechniek in de proceskosten van € 2.465,44, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Raamtechniek niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R. Jöbsis, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2024.