ECLI:NL:RBAMS:2024:5614

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
755416 / FA RK 24.5515
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1990, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie, verergerd door cannabisgebruik. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene, mr. E.P.H. van Esser, en arts mevrouw N. de Jong. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, omdat de betrokkene bereid was om vrijwillig aan de behandeling mee te werken. De rechtbank oordeelde echter dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zorg nodig had om te voorkomen dat hij opnieuw in een psychotische toestand zou raken, wat zou kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel, materiële schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van 12 maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, medische controles, en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wees het verzoek van de advocaat om de duur van de machtiging te beperken tot 6 maanden af, omdat er onvoldoende aanwijzingen waren dat een kortere periode volstond. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. A. van Luijck en is op 10 september 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/755416 / FA RK 24/5515
kenmerk: ZM/IND/142457
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 september 2024van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.P.H. van Esser te Amsterdam.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 13 augustus 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, in het gebouw van [verblijfplaats] , op de locatie [verblijfplaats] .
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- arts, mevrouw N. de Jong
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen
.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie en een lichte verstandelijke beperking, geluxeerd door cannabisgebruik.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat van betrokkene heeft primair afwijzing van het onderhavige verzoek bepleit, omdat betrokkene bereid is in een vrijwillig kader aan de geboden behandeling mee te werken. Subsidiair heeft de advocaat verzocht, in het geval van toewijzing van het verzoek, om de duur van de te verlenen machtiging te beperken tot 6 maanden.
De rechtbank is van oordeel dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene vertelt zelf dat hij het wel eens is met de behandeling die hij krijgt op dit moment, maar hij vindt de aanleiding voor de opname erg overtrokken. Hij verklaart dat hij voorafgaand aan de opname niet psychotisch was en dat hij door toedoen van anderen is opgenomen. Desondanks is hij bereid mee te werken aan de behandeling. De rechtbank vindt dat positief, maar is er niet van overtuigd dat een behandeling verder op vrijwillige basis kan plaatsvinden. Het herstel van betrokkene is nog pril en voorkomen moet worden dat betrokkene opnieuw afglijdt. De rechtbank volgt daarom de arts dat een zorgmachtiging nu nog nodig is om tijdig in te kunnen grijpen als betrokkene stopt met de medicatie en het weer slechter met hem gaat. Betrokkene heeft voor deze opname gezorgd voor overlast door vanuit psychotische belevingen te schreeuwen tegen stemmen en zich verbaal dreigend te uiten naar buren. Door alle problemen in de thuissituatie is betrokkene zijn woning kwijtgeraakt en wacht hij nu op plaatsing in een begeleide woonvorm. Tijdens de opname is de medicatie aangepast, waarna de psychose duidelijk afgenomen is. Op dit moment is betrokkene meewerkend en zijn de psychotische symptomen redelijk onder controle, maar op het moment dat de psychose toeneemt is gebleken dat er dan geen samenwerking mogelijk is. Om die reden is verplichte zorg nodig. Binnen afzienbare tijd zal het ambulante behandelteam de behandeling overnemen.
2.5.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie gedurende 12 maanden;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening gedurende 12 maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid gedurende 12 maanden;
  • insluiten gedurende 12 maanden telkens voor maximaal 1 week per keer;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene gedurende 12 maanden telkens voor maximaal 1 week per keer;
  • onderzoek aan kleding of lichaam gedurende 12 maanden;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen gedurende 12 maanden;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen gedurende 12 maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam gedurende 12 maanden;
  • opnemen in een accommodatie gedurende 12 maanden.
De rechtbank bepaalt dat verplichte zorg in de vorm van ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’ anders dan door de officier van justitie is verzocht en in het zorgplan is vermeld, in duur wordt beperkt. De rechtbank wijst deze vormen van zorg toe voor de duur van telkens maximaal 1 week per keer.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 12 maanden. De rechtbank gaat niet mee in het pleidooi van de advocaat om de zorgmachtiging in duur te bekorten tot 6 maanden, omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat met een kortere dan nader te noemen periode kan worden volstaan. Er breekt voor betrokkene een stressvolle periode aan omdat hij gaat verhuizen naar een andere woonplek. Wanneer dat verwezenlijkt kan worden is nog niet duidelijk. Hij heeft veel te verliezen als hij opnieuw ernstig decompenseert. De rechtbank neemt de analyse van de arts, dat de kwetsbaarheid voor een psychotische decompensatie nog lange tijd aanwezig zal zijn bij betrokkene, over. De rechtbank acht het gelet op het vorenstaande van belang dat tijdig door de behandelaars ingegrepen kan worden indien betrokkene dreigt terug te vallen, ook gedurende zijn verblijf in de beschermde woonvorm. De behandelaars dienen voldoende tijd te hebben om te monitoren hoe het de komende maanden met betrokkene gaat. Een zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden is daartoe passend en geboden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.5. genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 september 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 september 2024 mondeling gegeven door mr. A. van Luijck, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 10 september 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.