[eiseres] vordert - samengevat en na vermeerdering eis - dat de rechtbank:
I. verdeling woning
a. [gedaagde] veroordeelt om alle medewerking te verlenen aan een zo spoedig mogelijke verkoop en levering van de woning, waarbij het advies van de door de rechtbank aan te wijzen NVM-makelaar ten aanzien van de vraagprijs bindend zal zijn, onder andere inhoudende:
- het binnen drie dagen na betekening dit vonnis aanwijzen van de door de rechtbank te benoemen makelaar als verkopend makelaar;
- het toelaten van de aangewezen makelaar in de woning;
- het afgeven van een sleutel aan de aangewezen makelaar;
- het toelaten van een taxatie van de woning;
- het afwezig zijn bij de taxatie van de woning;
- toestemming geven voor het maken van foto’s van de woning en daarbij afwezig te zijn;
- het toestaan van het plaatsen van “te koop”-borden en -biljetten in en bij deze woning en deze te laten staan c.q. hangen;
- toestemming geven tot het publiceren van de woning op [internetsite] ;
- het plegen van het benodigde onderhoud van de woning;
- het tot genoegen van de makelaar opruimen en opgeruimd houden van de woning ten behoeve van het maken van de foto’s en ten behoeve van bezichtigingen;
- het toelaten van bezichtigingen;
- het afwezig zijn bij bezichtigingen;
- de aanwijzingen van de makelaar in verband met (bespoediging van de) verkoop op te volgen;
- het beschikbaar zijn voor overleg met de makelaar op diens verzoek;
- alles op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft;
b. bepaalt dat, indien de door de rechtbank benoemde makelaar zich onverhoopt terugtrekt, [eiseres] gerechtigd is een andere makelaar de verkoopopdracht te verstrekken en dat [gedaagde] gehouden is de door [eiseres] gekozen makelaar eveneens de verkoopopdracht te verstrekken, waarbij het onder a. gevorderde van toepassing blijft;
c. bepaalt dat, wanneer [gedaagde] weigert om aan de verkoop van de woning mee te werken, het vonnis in de plaats treedt van de voor de verkoop benodigde machtiging en handelingen van [gedaagde] ;
d. [gedaagde] veroordeelt om medewerking te verlenen aan het opstellen en ondertekenen van de overeenkomst ten aanzien van de verkoop van de woning aan een derde, waarbij de leveringstermijn door de koper(s) wordt bepaald dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft;
e. [gedaagde] veroordeelt om daartoe met medeneming van een geldig legitimatiebewijs te verschijnen bij de door de koper gekozen notaris op een door de notaris vast te stellen datum en tijdstip, de voor de levering op te maken notariële akte te ondertekenen volgens de door de notaris juist geachte tekst en verder al hetgeen te doen en uit te voeren wat door de notaris voor de levering noodzakelijk wordt geacht, alles op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft;
f. bepaalt dat wanneer [gedaagde] niet zijn medewerking verleent aan het onder a. tot en met e. gevorderde dit vonnis op voet van artikel 3:300 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) in de plaats treedt van de benodigde medewerking van [gedaagde] aan die rechtshandelingen;
g. [gedaagde] veroordeelt de helft van de makelaarskosten en de notariskosten te betalen, alsmede de eventuele andere kosten die verband houden met verkoop en levering van de woning, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft;
h. bepaalt dat [gedaagde] de notaris opdracht geeft om de overwaarde bij helfte te delen, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft;
II. partnerpensioen
i. bepaalt dat partijen binnen 14 dagen na afgifte van dit vonnis elkaar over en weer aanwijzen als gerechtigde voor een partnerpensioen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 250,- althans een door de rechtbank in goede rechtspraak te bepalen dwangsom per overtreding per dag, waarbij een gedeelte van een dag voor een dag wordt gerekend;
III. huur
j. voor recht verklaart dat [gedaagde] gehouden is de helft van de maandelijkse huur aan [eiseres] te vergoeden totdat [eiseres] haar aandeel in de woning heeft ontvangen;
k. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 294,- terzake achterstand betaling huur over de maanden oktober 2023 tot en met april 2024;
IV. gebruiksvergoeding woning
l. voorwaardelijk, voor het geval [gedaagde] niet gehouden was of is de helft van de maandelijkse huur aan de vrouw te vergoeden totdat [eiseres] haar aandeel in de woning heeft ontvangen, [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een gebruiksvergoeding van de woning van € 974,- per maand met ingang van 1 september 2022;
m. voorwaardelijk, voor het geval [eiseres] gehouden is na 1 september 2022 de helft van de woonlasten van de woning te voldoen, [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een gebruiksvergoeding van de woning van € 974,- per maand met ingang van 1 september 2022;
V. kosten gemeenschappelijke huishouding
n. voorwaardelijk, voor het geval [gedaagde] een vordering heeft op [eiseres] wat betreft door hem betaalde hypotheekrente, overige woonlasten van de woning en kosten van de gemeenschappelijke huishouding tot 8 september 2022, [gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen € 119.139,12 terzake door [eiseres] teveel betaalde kosten van de gemeenschappelijke huishouding;
VI. overig
o. [gedaagde] veroordeelt in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis;
p. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaart.