Uitspraak
(voorheen STERN 1M B.V.),
1.Het verloop van de procedures
1.3. Bij emailbericht van 8 juli 2024 heeft de griffier, voor zover hier van belang, aan partijen het volgende geschreven:
2.De beoordeling
Volgens SDEJ ziet het verbod op dubbele toetsing niet op civiele handhaving en is ook de administratiefrechtelijke toetsing niet meer louter aan het KBA en de daarop volgende bezwaar- en beroepsinstanties voorbehouden. Wachten op de Duitse rechter zou bovendien te lang duren.
De hard- en software van het emissiebeheersingssysteem behoefde slechts op hoofdlijnen, of
Er werd dan een herzien emissietypegoedkeuringscertificaat afgegeven met een uitbreidingsnummer.
De veronderstelling van de rechtbank dat voertuigen met een zelfde emissietypegoedkeuring met identieke hard- en software zijn uitgerust blijkt niet juist. Dat betekent ook dat het in het geding brengen van de typegoedkeuringen voor de beoordeling niet relevant is en dat dit ook als ordenend principe niet bruikbaar is. Dit zal in ieder geval tot een aangepast bevel op grond van artikel 22 Rv moeten leiden.
2.24. Ook blijft het doel van een gewijzigd bevel hetzelfde als het doel van het in het tussenvonnis van 17 april 2024 onder 2.9-2.13.6 gegeven bevel, namelijk om voor elk in de relevante periode door Mercedes in Nederland op de markt gebracht dieselvoertuig duidelijkheid te verkrijgen over de volgende vragen:
SDEJ heeft eveneens een voorstel in haar ter zitting voorgedragen pleitnota opgenomen.
Afwijkend van het voorstel van Mercedes (en het bevel van de rechtbank in het vonnis van 17 april 2024) is dat SDEJ voorstelt ook te vragen naar de functies die Mercedes bij een terugroepactie (‘recall’) aanpast en hoe dit de werking van het emissiecontrolesysteem verandert.
1. Vragen die er op gericht zijn een overzicht te krijgen van de functionaliteiten die in een of meer van de door het KBA of andere onderzoekers onderzochte Mercedes-voertuigen zijn aangetroffen en die mogelijk een manipulatie-instrument zijn.
3.De beslissing
28 augustus 2024voor akte aan de zijde van Mercedes en de Partners waarin zij reageren op de producties 143-151 van Car Claim (zie rechtsoverweging 2.3);
28 augustus 2024voor akte van alle partijen waarin zij zich uitlaten over
1) de vraag wie in een civiele zaak beoordeelt of sprake is van een IMI (zie rechtsoverwegingen 2.4-2.7);
2) de hoofdlijnen van een te geven gewijzigd bevel op grond van artikel 22 Rv (zie rechtsoverweging 2.30);
3) de vraag of daarbij een algemene slotvraag al dan niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd treedt (zie onder 2.33);