Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4]en
[eiser 5], uit [woonplaats] , eisers
Equity Participations B.V.uit Blaricum, hierna: vergunninghouder
Procesverloop
Overwegingen
in een pand,ofin een rij aaneengesloten eengezinswoningen’ voor het vaststellen van het maximum aantal omgezette woonruimten. Met inachtneming van het gestelde in artikel 3.3.11, onder b en c, van de Huisvestingsverordening, waar het gaat om het aantal adressen per pand, is de vergunning op grond van de keuze ‘in een pand’ aldus terecht verleend. Het pand bestaat uit de adressen [adres 5] en [adres 1] . Op het moment van verlening had er nog geen adres in het pand een omzettingsvergunning en kan er op grond van artikel 3.3.11, tweede lid, onder c, van de Huisvestingsverordening één vergunning worden verleend.
Artikel 3.3.11 Quotumvoorwaarden omzettingsvergunning
In aanvulling op het eerste lid geldt dat maximaal 25 procent van het aantal woningen, in een pand, of in een rij aaneengesloten eengezinswoningen, kan bestaan uit omgezette woonruimten. Waarbij geldt dat:
In situaties waar het tweede lid geen toepassing vindt, omdat sprake is van een afwijkende indeling, ontsluitingssystematiek, interne indeling of plattegrond, wordt door burgemeester en wethouders een individuele afweging gemaakt.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 3.500,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2024.