Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Voorschot tbv overdracht en afwikkeling’dan wel ‘
Voorschot tbv overdracht’.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee ex-partners, [eiser] en [gedaagde], die in algehele gemeenschap van goederen zijn getrouwd geweest. De procedure is gestart naar aanleiding van een vordering van [eiser] om [gedaagde] te machtigen om mee te werken aan de akte van verdeling van een bedrijfspand dat aan hem was toegedeeld in het kader van de echtscheiding. De echtscheiding werd uitgesproken op 25 augustus 2010, en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vond plaats bij beschikking van 27 november 2013. In deze beschikking is onder andere bepaald dat [eiser] het bedrijfspand aan [gedaagde] moet vrijwaren voor de hypotheekschuld en dat hij een overbedelingsvordering aan [gedaagde] moet voldoen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2024 heeft [eiser] zijn vorderingen toegelicht, terwijl [gedaagde] verweer voerde en een tegenvordering instelde. [eiser] stelt dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan, maar dat de akte van verdeling nog niet is gepasseerd omdat [gedaagde] haar medewerking weigert. [gedaagde] betwist dat [eiser] de overbedelingsvordering volledig heeft voldaan en stelt dat zij nog een bedrag van € 54.008,10 van hem te vorderen heeft.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [eiser] een zwaarwegend belang heeft bij de toewijzing van zijn vordering, aangezien hij het bedrijfspand uiterlijk op 1 september 2024 aan de koper moet leveren. De rechter heeft [eiser] gemachtigd om namens [gedaagde] de noodzakelijke handelingen te verrichten om de verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen. De vordering van [gedaagde] in reconventie is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.