[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
“
I. gedaagde te gebieden binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het beeld- en geluidsmateriaal dat met betrekking tot eiser in de aflevering van 26 november 2023 (aflevering 12 van seizoen 20) is geopenbaard, te doen verwijderen en verwijderd te houden;
II. gedaagde te gebieden binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het beeld- en geluidsmateriaal van eiser te vernietigen;
III. gedaagde te verbieden om beschuldiging aan het adres van eiser, dat hij een oplichter zou zijn, te uiten, en om zijn portret in het programma Undercover in Nederland, op social media, of op enig ander openbaar medium te gebruiken, gebaseerd op de gebeurtenissen besproken in de afleveringen van 22 mei 2022 en 26 november 2023;
IV. gedaagde te veroordelen om binnen vijf werkdagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis een gesproken verklaring op te nemen in de eerstvolgende aflevering van Undercover in Nederland, alsmede deze te (doen) publiceren op de social media kanalen van [naam] en van SBS6/KIJK (de lnstagram-accounts [soc.media account 1] , [soc.media account 2] en [soc.media account 3] , de Facebook-pagina KIJK, en de X-accounts [soc.media account 4] , [soc.media account 5] en [soc.media account 6] ), met de volgende inhoud:
"In aflevering 12 van seizoen 20 van Undercover in Nederland is ten onrechte gesuggereerd dat [eiser] zich schuldig zou hebben gemaakt aan oplichting. Deze beschuldiging is niet gebaseerd op feiten. Wij hadden deze beschuldiging niet moeten uiten en hebben deze uitzending offline gehaald.";
V. voor recht te verklaren dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser, door eiser in de aflevering van 26 november 2023 (aflevering 12 van seizoen 20) herkenbaar in beeld te brengen en hem publiekelijk aan te duiden als 'oplichter', en dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eiser als gevolg daarvan heeft geleden;
VI. gedaagde te veroordelen tot vergoeding van materiële en immateriële schade die eiser heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van gedaagde, zoals vastgesteld in deze procedure en beperkt tot € 25.000,-, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te betalen binnen twee werkdagen na betekening van het in de schadestaatprocedure te wijzen vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ingeval van niet-tijdige betaling;
VII. gedaagde te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 10.000,- per dag of gedeelte van een dag dat gedaagde niet aan de onderdelen I, II, III en/of IV van het petitum voldoet, althans een door Uw Rechtbank in goede justitie vast te stellen dwangsom; en
VIII. gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding, vermeerderd met de nakosten.”